Code voor Fieldmarketing (CFM) 2023
I. Definities en reikwijdte
De CFM is van toepassing op reclame in verband met verkoop en promotie buiten de verkoopruimte.
Artikel 1 Definities
In deze code wordt verstaan onder:
“Adverteerder”: een bedrijf, instelling of (non-profit-)organisatie dat/die hetzij in eigen beheer hetzij via een fieldmarketingbureau door middel van fieldmarketing reclame maakt.
“Fieldmarketingbureau”: de organisatie/het organisatieonderdeel die/dat zich (onder andere) bezighoudt met fieldmarketing in opdracht van de adverteerder.
“Intermediair”: een organisatorische eenheid (natuurlijk persoon of rechtspersoon) die direct of indirect (via een distributieplatform) ten behoeve van een adverteerder, op basis van een vergoeding bemiddelt tussen de adverteerder en de consument. Intermediairs vallen zowel onder deze definitie voor zover er sprake is van voorafgaande opdrachtverlening door de adverteerder of (indien er geen sprake is van voorafgaande opdrachtverlening) als de intermediair schriftelijk bevestigt en aantoont dat de werving conform deze code heeft plaatsgevonden.
“Consument”: een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
“Fieldmarketing”: het ten behoeve van een adverteerder planmatig en systematisch aanprijzen van goederen, diensten of denkbeelden buiten de eigen verkoopruimte, in de openbare ruimte of door2door. Fieldmarketing omvat presentatie, promotie, activatie en directe verkoop waarbij sprake is van een standaard niet op de individuele ontvanger toegespitste inhoud. Hieronder wordt niet verstaan collectes[1].
“Fieldmarketeer”: de persoon die zich in uitvoerende zin met fieldmarketing bezighoudt.
“Fieldmarketinggesprek”: het gesprek waarin fieldmarketing wordt toegepast.
“Terugkomafspraak”: de afspraak met een concreet onderwerp, datum en tijdsindicatie die de fieldmarketeer maakt met de consument omdat de door2Door werving niet gelegen kwam.
“Recht van verzet”: het recht van de consument om zich rechtstreeks bij de adverteerder of intermediair te verzetten tegen het verdere gebruik van zijn contactgegevens voor fieldmarketing door de adverteerder of intermediair
“Directe verkoop”: fieldmarketing die erop gericht is een overeenkomst met een consument tot stand te brengen. Onder directe verkoop wordt tevens abonnee- en donateurwerving via fieldmarketing verstaan.
“Promotie”: fieldmarketing die erop gericht is producten tastbaar of zichtbaar te maken, zonder dat directe verkoop plaatsvindt, zoals het uitdelen van gedrukte reclame (flyering), het verzamelen van persoonsgegevens van potentiële klanten (lead generation), het uitdelen van monsters (sampling) en werving op beurzen en evenementen.
“Streetmarketing”: fieldmarketing die plaatsvindt in de openbare ruimte.
“Door2door werving”: fieldmarketing door middel van bezoek aan huis.
“Verkoopruimte”:
1e: iedere onverplaatsbare ruimte voor detailhandel waar de handelaar op permanente basis zijn activiteiten uitoefent, of
2e: iedere verplaatsbare ruimte voor detailhandel waar de handelaar gewoonlijk zijn activiteiten uitoefent.
Toelichting:
De CFM ziet toe op reclame in verband met verkoop en promotie buiten de verkoopruimte. In een dergelijke situatie gelden extra informatieverplichtingen en een eventuele herroepingstermijn omdat een consument niet voorbereid is op een dergelijk verkoopgesprek. Dit is het geval met streetmarketing en door2door werving die op straat plaatsvindt. Maar dit is ook het geval wanneer de handelaar een tijdelijke standplaats heeft op een beurs, een evenement of bij een andere handelaar in huis. Dus afwijkend van de plek waar hij gewoonlijk zijn activiteiten uitoefent.
II. Algemeen
Artikel 2 Herkenbaarheid van reclame en de gelegenheidsvraag
Lid 1 Bij aanvang van een fieldmarketinggesprek dient de fieldmarketeer het commerciële, ideële of charitatieve oogmerk van het gesprek duidelijk te maken aan de consument. Hierna dient de fieldmarketeer te vragen of het fieldmarketinggesprek gelegen komt.
Lid 2 Indien het niet uit de commerciële, ideële of charitatieve oogmerk blijkt, dient de fieldmarketeer aan te geven wie de adverteerder is en wat het doel van het fieldmarketinggesprek is aan de consument.
Lid 3 Indien wordt geworven door een intermediair dient bij aanvang van elk fieldmarketinggesprek eerst de handelsnaam van de intermediair te worden genoemd. Een intermediair mag nooit de indruk wekken dat
- voor meerdere adverteerders wordt opgetreden terwijl er in werkelijkheid vanuit één adverteerder wordt opgetreden;
- een totaalbeeld van de markt wordt gegeven wanneer er in werkelijkheid maar een selecte groep adverteerders wordt vertegenwoordigd.
- hij een onafhankelijke organisatie is wanneer hij in werkelijkheid wordt beïnvloed door provisies.
Toelichting:
De naam van de adverteerder of intermediair moet een handelsnaam zijn die is ingeschreven bij de KvK.
Artikel 3 Herkenbaarheid fieldmarketeers
Lid 1 Fieldmarketeers dragen;
- een geldig Nederlands legitimatiebewijs bij zich, en;
- een duidelijk zichtbare badge met de handelsnaam van de adverteerder of intermediair en zijn of haar naam, en;
- herkenbare kleding waaruit duidelijk blijkt in opdracht van welke adverteerder of intermediair zij werken. Dit kan bijvoorbeeld door het logo van de adverteerder of intermediair op de kleding op te nemen.
Lid 2 Indien gevraagd door de consument zal de fieldmarketeer kenbaar maken voor welk fieldmarketingbureau hij werkt.
Artikel 3.1 Zorgplicht/Ketenverantwoordelijkheid
Adverteerders dienen er zorg voor te dragen dat hun fieldmarketingbureaus, en overige door hen (al dan niet direct) ingeschakelde derden zoals intermediairs, ook conform deze code werken en de toepasselijke wetgeving en zelfregulering na te leven. Adverteerders, intermediairs en fieldmarketingbureaus dienen schriftelijke bewijsvoering van juiste toepassing van de transparantiemaatregelen aan te houden.
Toelichting
De schriftelijke bewijsvoering van juiste toepassing van de transparantiemaatregelen moet passend worden bijgehouden.
III Uitvoering
Artikel 4 Oneerlijke handelspraktijken
Lid 1 Oneerlijke en misleidende benadering is niet toegestaan. Hetgeen in de artikelen 7 en 8 Nederlandse Reclame Code staat, is onverkort van toepassing.
Lid 2 De bijzondere reclamecodes uit de Nederlandse Reclame Code zijn, voor zover relevant vanwege het aan te prijzen product/de aan te prijzen dienst en/of vanwege de doelgroep, onverkort van toepassing op fieldmarketing, in het bijzonder de bepalingen met betrekking tot promoties in de Reclame Code voor alcoholhoudende dranken (RVA) en de Reclame Code voor Kansspelen (RVK).
Lid 3 De fieldmarketeer zal tijdens het uitoefenen van fieldmarketing activiteiten:
- de consument niet misleiden
- de consument niet agressief benaderen
- de consument met maximaal twee fieldmarketeers benaderen voor een fieldmarketinggesprek
- de consument slechts eenmaal per passage aanspreken.
- zijn benadering staken zodra de consument ondubbelzinnig aangeeft hieraan geen behoefte te hebben.
- De passentendoorstroom of het trottoir niet blokkeren of belemmeren.
Artikel 5 Kwetsbare consumenten
Lid 1 Bij fieldmarketinggesprekken wordt geen misbruik gemaakt van de onervarenheid en/of kwetsbaarheid (bijvoorbeeld als gevolg van leeftijd en/of kennis van de Nederlandse taal) van de consument. Indien redelijkerwijs duidelijk behoort te zijn dat de consument niet bevoegd of wilsbekwaam is om een gesprek of leveringsovereenkomst aan te gaan of de inhoud of de strekking van het gesprek of de overeenkomst onvoldoende begrijpt, wordt de werving gestaakt.
Lid 2 Er wordt geen fieldmarketing bedreven in bejaardentehuizen, verzorgingsflats, verpleeghuizen of instellingen of locaties waarvan de adverteerder, de intermediair of het fieldmarketingbureau of de fieldmarketeer (zouden) moeten weten dat het publiek aldaar niet bevoegd en/of wilsbekwaam is om een overeenkomst aan te gaan.
IV Leeftijdsbeperkingen
Artikel 6 Minderjarige consumenten
Lid 1 Het is niet toegestaan persoonsgegevens te verzamelen van consumenten waarvan de fieldmarketeer weet, zou kunnen weten of behoort te weten dat deze jonger dat 16 jaar zijn, zonder aantoonbare toestemming van de wettelijke ouder of voogd.
Lid 2 Het is niet toegestaan een directe verkoop te sluiten met consumenten waarvan de fieldmarketeer weet, zou kunnen weten of behoort te weten dat deze minderjarig zijn.
Lid 3
a) Het is niet toegestaan monsters van producten uit de delen aan consumenten van 12 jaar of jonger, zonder toestemming van de ouder of voogd.
b) Het is niet toegestaan monsters van producten (samples) met leeftijdsbeperking uit te delen aan consumenten waarvan de fieldmarketeer weet, zou kunnen weten of behoort te weten dat deze minderjarig zijn.
V Werftijden
Artikel 7 Werftijden
Lid 1 Streetmarketing vindt plaats op de daartoe aangewezen locatie en de gewezen tijden overeenkomstig landelijke of gemeentelijke regels, of binnen gestelde openingstijden van beurzen of evenementen.
Lid 2
a) Door2door werving mag uitsluitend worden gevoerd van 09:00 uur tot 21:00 uur op werkdagen en van 10:00 uur tot 20:00 uur op zaterdagen, tenzij anders bepaald in sectorspecifieke regelgeving of richtsnoeren. Buiten deze tijden, op zondagen en op Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en met eerste en tweede Kerstdag is door2door werving niet toegestaan.
b) Op Goede vrijdag, 4 mei, 5 december en 24 december is het niet toegestaan na 19:00 uur door2door werving te bedrijven.
c) Bij door2door mag worden afgeweken van het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel indien het een concrete terugkomafspraak met de consument betreft.
Artikel 8 Aanvullende bepalingen voor directe verkoop
Indien de fieldmarketing activiteit erop gericht is een directe verkoop of schenkingsovereenkomst met een consument te sluiten, verstrekt de fieldmarketeer voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze de informatie uit artikel 8.4 NRC.
VI Aanvullende bepalingen voor door2door werving
Artikel 9 Recht van verzet
Lid 1 Fieldmarketeers respecteren alle ondubbelzinnige mededelingen van de consument die aangeven of waaruit blijkt dat hij geen verkoop aan de deur wenst, hieronder vallen in ieder geval de bestaande bel-niet-aan-stickers[2], waarmee de consument te kennen geeft dat hij geen verkoop aan de deur wenst.
Lid 2
a. De contactgegevens van de consument die aangeeft geen verkoop aan de deur te willen ontvangen van de adverteerder, worden (met inachtneming van de AVG), doorgegeven aan de adverteerder namens wie de fieldmarketeer optreedt.
b. Indien de adverteerder of intermediair geen directe recht van verzet faciliteert verschaft de fieldmarketeer op verzoek van de consument informatie over de wijze waarop de consument een bel-niet-aan-sticker kan krijgen.
Toelichting
Wanneer het recht van verzet wordt ingediend jegens een intermediair, betekent dat niet dat de adverteerders die hij aanbiedt de consument niet meer mogen benaderen. Bij het registreren van het verzet legt de intermediair uit dat het verzet wordt doorgevoerd binnen de eigen organisatie, maar dat de consument nog wel direct door adverteerders die hij heeft aangeboden kan worden benaderd en dat als hij dat niet wil hij aldaar verzet aan kan tekenen, bijvoorbeeld via de website.
VII Klachtenbehandeling
Artikel 10 Klachtenbehandeling
Lid 1 Een ieder die meent in strijd met de CFM door een fieldmarketeer benaderd te zijn, kan zich hierover schriftelijk of per e-mail beklagen bij de adverteerder, de intermediair of bij het fieldmarketingbureau. In het laatste geval informeert het fieldmarketingbureau de adverteerder en wordt ervan uitgegaan dat zowel de adverteerder als het fieldmarketingbureau partij in de procedure zijn als bedoeld in lid 2 van dit artikel. De adverteerder en de intermediair zijn gehouden de klacht te onderzoeken en de klager zo snel mogelijk, uiterlijk binnen vier weken, te informeren over de uitkomst van dit onderzoek.
Lid 2 Indien de klacht primair gaat over agressieve benadering door een fieldmarketeer, ongeoorloofde werftijden of andere opdringerige wijze van benadering dient de klager deze allereerst aanhangig te maken bij de adverteerder of intermediair, indien bekend. Indien een dergelijke klacht wordt gericht aan de fieldmarketingbureau dient deze op eerste verzoek naam en adres van de adverteerder aan de klager bekend te maken.
Lid 3 De klager die niet tijdig is geïnformeerd overeenkomstig lid 1 van dit artikel, of de afhandeling van zijn klacht onbevredigend acht, kan vervolgens een klacht indienen bij de Stichting Reclame Code, overeenkomstig de statuten en reglementen van deze Stichting. De klacht moet bij gebreke van een tijdige reactie uiterlijk binnen vier weken na het verstrijken van de in lid 1 van dit artikel bedoelde termijn en bij bezwaar tegen een gegeven reactie binnen vier weken na ontvangst van die reactie worden ingediend bij de Stichting Reclame Code, tenzij de klager aannemelijk maakt dat dat redelijkerwijze niet van hem verlangd kan worden.
Lid 4 De Reclame Code Commissie c.q. het College van Beroep kan bij een toewijzing van een klacht aangeven of de overtreding van deze Code is toe te schrijven aan de adverteerder en/of het fieldmarketingbureau.
De CFM maakt sinds 1 januari 2016 onderdeel uit van de Nederlandse Reclame Code en is voor het laatst gewijzigd op 1 augustus 2023. Deze code zal een jaar na de laatste inwerkingtredingsdatum worden geëvalueerd en waar nodig periodiek worden bijgesteld.
[1] Collecteren: een openbare inzameling van geld of goederen, inclusief een intekenlijst daartoe
[2] Deze code erkent in elk geval de stickers afgebeeld onder artikel 9 lid 2