De bestreden reclame-uiting
Het betreft de verpakking (eierdoos) van “Plus Vrije-uitloop eieren middelgroot”. Deze vermelding staat op de bovenzijde van de verpakking. Op de zijkant van de verpakking staat onder meer: “Eieren van hennen met vrije uitloop“ alsmede “Vrije-uitloopei”. Op de binnenzijde van de verpakking staat onder meer: “Bij Plus houden we niet alleen van goed eten, maar ook van dieren. Daarom verkopen we al sinds 2012 als enige Nederlandse supermarkt uitsluitend vrije-uitloopeieren en biologische eieren. Voor onze vrije-uitloopeieren betekent dit dat de kippen overdag lekker buiten kunnen lopen en ze ’s avonds binnen op stok gaan.”
Samenvatting van de klacht
Foodwatch heeft het betreffende product bij Plus gekocht op het moment dat er een landelijke ophokplicht voor pluimvee wegens volgelgriep gold. Deze ophokplicht heeft bijna 19 weken geduurd. Hierdoor klopt de productomschrijving waarin wordt gesproken over vrije uitloop niet. Dit maakt dat de uiting onjuiste informatie bevat over de aard en de kenmerken van het product en daardoor in strijd is met artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts wordt in de uiting beweerd dat kippen de keuze dan wel mogelijkheid hebben om naar buiten te gaan, terwijl de kippen door de haast permanente landelijke ophokplicht noodgedwongen binnen in een stal zaten. Dit maakt dat de uiting niet overeenkomt met de werkelijkheid en daardoor in strijd is met artikel 2 van de NRC. Tot slot is de uiting volgens Foodwatch in strijd met de wet en daarmee in strijd met artikel 2 van de NRC en artikel 2 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV). Foodwatch verwijst in dat verband naar het bepaalde in de artikelen 7 en 36 lid 2 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten en naar artikel 16 van Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving.
Samenvatting van het verweer
Volgens Bijlage II van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2023/2465 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wat betreft handelsnormen voor eieren mogen eieren van vrije-uitloop hennen zo worden genoemd, ook als er een landelijke ophokplicht geldt. De Europese Commissie versoepelde de regels zodat boeren een eerlijke prijs voor hun eieren krijgen nu zij niets aan de ophokplicht kunnen doen. Ook wil de Europese Commissie boeren op deze manier stimuleren om vrije-uitloop hennen te houden in plaats van scharrelkippen of kippen die leven in ‘aangepaste kooien’. Nu Plus de Europese regelgeving volgt omtrent vrije-uitloop eieren, kan er volgens haar geen sprake zijn van misleiding.
Het oordeel van de voorzitter
Inleiding
1. Kern van de klacht is dat de verpakking “vrije uitloop eieren” van Plus onjuiste en misleidende (voedsel)informatie bevat. Foodwatch stelt daartoe dat de kippen die deze eieren leggen tijdens een landelijke ophokplicht in het kader van vogelgriep geen beschikking hebben over vrije uitloop. Dit kan geruime tijd duren. Desondanks worden de eieren die gedurende deze periode zijn gelegd volgens Foodwatch aangeprezen als eieren van kippen met een vrije uitloop. Plus stelt dat op grond van de geldende regelgeving geen sprake kan zijn van misleiding. Hierna zal eerst het toetsingskader worden weergegeven.
Toetsingskader “eieren van hennen met vrije uitloop”
2. Gegeven de reikwijdte van de klacht zijn de volgende verordeningen van belang:
a. Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten,
b. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2023/2465 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wat betreft handelsnormen voor eieren,
c. Verordening (EU) 1169/20 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten.
3. Op grond van voormelde verordeningen in onderling verband gezien, hanteert de voorzitter de volgende uitgangspunten.
3.1. Plus dient ingevolge artikel 11 lid 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2023/2465 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wat betreft handelsnormen voor eieren op de buitenzijde van de verpakking goed zichtbaar en duidelijk leesbaar de houderijmethode te vermelden, die in bijlage 1 bij deze bepaling in dit geval is gedefinieerd als “Eieren van hennen met vrije uitloop”.
3.2. De naam die Plus aan het product geeft (“Vrije uitloop eieren”), geldt als een synoniem van de aanduiding “eieren van hennen met vrije uitloop”.
3.3. In bijlage II lid 1 sub a bij artikel 11 lid 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2023/2465 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wat betreft handelsnormen voor eieren is het volgende bepaald:
“de hennen moeten de hele dag door over vrije uitloop in de openlucht beschikken. Dit belet evenwel niet dat een producent de toegang tijdens de ochtenduren voor een bepaalde tijd kan beperken in overeenstemming met de gebruikelijke goede landbouwmethoden, inclusief goede dierhouderijmethoden. Wanneer tijdelijke beperkingen zijn opgelegd op basis van wetgeving van de Unie, mogen de eieren ondanks die beperking toch als “eieren van hennen met vrije uitloop” in de handel worden gebracht.”
3.4. De verplichting van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2023/2465 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wat betreft handelsnormen voor eieren om de aanduiding “eieren van hennen met vrije uitloop” te gebruiken, kan worden gezien als verplichte voedselinformatie in het kader van artikel 9 lid 1 sub a van Verordening (EU) 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. Voor zover deze voedselinformatie ook op vrijwillige basis wordt verstrekt, dient deze, voor zover hier van belang, te voldoen aan de eis dat deze niet misleidend is voor de consument zoals is bepaald in artikel 36 lid 1 en lid 2 aanhef onder a van Verordening (EU) 1169/2011.
Toepassing van het toetsingskader op de aanduiding ‘vrije uitloop eieren’ op de buitenkant van de verpakking
4. Voor zover Foodwatch bezwaar maakt tegen de vermelding “vrije uitloop eieren” als productaanduiding op de buitenkant van de verpakking, kan de klacht niet slagen. Het betreft hier blijkens het voorgaande wettelijk verplichte voedselinformatie die ook gebruikt dient te worden indien het om eieren gaat die gelegd zijn tijdens de ophokplicht wegens vogelgriep. Toetsing aan artikel 7 lid 1 van Verordening (EU) 1169/20 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten is om die reden hier niet mogelijk. De klacht kan om die reden niet slagen ten aanzien van de vermelding “Plus Vrije-uitloop eieren middelgroot” op de bovenzijde van de verpakking. Hetzelfde geldt ten aanzien van de mededelingen over vrije uitloop op de zijkant van de verpakking. Ook die mededelingen (“Eieren van hennen met vrije uitloop“ respectievelijk “Vrije-uitloopei”) geven de verplichte informatie over de houderijmethode weer.
Ten aanzien van de informatie op de binnenzijde van de verpakking
5. De verpakking betreft een kartonnen eierdoos. De consument kan de inhoud van de verpakking in de winkel zien door de verpakking op eenvoudige wijze te openen. De voorzitter gaat ervan uit dat met dit laatste wordt tegemoetgekomen aan het feit dat eieren makkelijk breekbaar zijn en dat veel consumenten het daarom prettig vinden om te kunnen zien wat de staat van de inhoud van de verpakking is. De voorzitter vindt voor deze uitleg steun in een consumentenonderzoek van de Universiteit Wageningen dat in een parallel met deze zaak behandeld dossier is genoemd (Consumentenonderzoek in Nederland en Duitsland, Het biologische ei in beeld, Universiteit Wageningen). Hieruit blijkt dat de consument bij eieren veelal controleert of de inhoud van de verpakking niet beschadigd is. Door de verpakking te openen om de eieren te controleren op mogelijke beschadigingen, zal de consument acht slaan op de binnenzijde van de verpakking en de informatie die daar te zien is mede door de positionering aan de bovenzijde waardoor de tekst direct in het oog springt. De gemiddelde consument zal begrijpen dat het hier productinformatie betreft en daaraan belang hechten. Hierdoor acht de voorzitter het aannemelijk dat de consument deze tekst zal (kunnen) lezen. Hier staat onder meer: “Bij Plus houden we niet alleen van goed eten, maar ook van dieren. Daarom verkopen we al sinds 2012 als enige Nederlandse supermarkt uitsluitend vrije-uitloopeieren en biologische eieren. Voor onze vrije-uitloopeieren betekent dit dat de kippen overdag lekker buiten kunnen lopen en ze ’s avonds binnen op stok gaan.”
De voorzitter zal uitsluitend de laatste zin beoordelen nu in de eerste zin de toelaatbare mededeling staat dat Plus vrije-uitloopeieren verkoopt.
Toepassing van het toetsingskader op de informatie aan de binnenzijde van de verpakking
6. Anders dan ten aanzien van de aanduiding ‘vrije uitloop eieren’ op de buitenzijde van de verpakking, is het de vrije keuze van Plus geweest om een tekst met productinformatie te vermelden aan de binnenzijde van de verpakking en daarin uitdrukkelijk vrije uitloop als een kenmerkend element te noemen (“Voor onze vrije-uitloopeieren betekent dit dat de kippen overdag lekker buiten kunnen lopen en ze ’s avonds binnen op stok gaan.”). Het betreft hier vrijwillige voedselinformatie (vgl. artikel 36 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten). Foodwatch stelt dat hierin sprake is van misleiding doordat een toelichting ontbreekt waaruit blijkt dat de eieren afkomstig (kunnen) zijn van leghennen die opgehokt waren tijdens vogelgriep, in welk geval de eieren zich in feite niet onderscheiden van de categorie ‘scharrelei’ die eveneens in de winkel te koop is, maar volgens Foodwatch wel voor een lagere prijs. Daarmee is het in feite de vraag of in de hier bedoelde tekst essentiële informatie ontbreekt die de consument nodig heeft gedurende een periode dat een ophokplicht geldt en de eieren tijdens deze periode zijn gelegd en in de winkel worden verkocht. Bij de beoordeling of een etikettering voor een consument misleidend of verwarrend kan zijn, volgt uit de rechtspraak dat moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument op basis van de volledige uiting (HvJ EG 16 juli 1998, C-210/96, ECLI:EU:C:1998:369, inzake Gut Springenheide).
7. Wanneer tijdelijke beperkingen in de vorm van een ophokplicht zijn opgelegd op basis van wetgeving van de Unie, betekent dat dat er feitelijk geen vrije uitloop meer is. Een verpakking waarop zonder enige nuancering vrijwillige informatie staat over de mogelijkheid van vrije uitloop, is dus feitelijk onjuist op het moment dat de ophokplicht aanvangt en blijft onjuist tot het moment waarop deze maatregel eindigt. Plus heeft dit niet kunnen weerleggen. Plus stelt evenwel, zo begrijpt de voorzitter, dat zij in de vrijwillige informatie de vrije uitloop ongewijzigd mag handhaven als uitvloeisel van het bepaalde in bijlage II lid 1 sub a bij artikel 11 lid 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2023/2465 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voor wat betreft handelsnormen voor eieren (vgl. hierboven overweging 3.3). De voorzitter verwerpt dit betoog. De hier genoemde bepaling houdt weliswaar verband met de verplichte informatie over de houderijmethode, maar staat een beoordeling van de vrijwillige informatie over de vrije uitloop niet in de weg. De informatie over de wijze waarop de eieren zijn geproduceerd kan, naar niet in geschil is, worden gezien als voedselinformatie, zodat ook de informatie over de vrije uitloop valt onder het bereik van artikel 7 van bedoelde verordening waarin is bepaald dat voedselinformatie niet misleidend of verwarrend mag zijn. Dit geldt ook voor vrijwillige voedselinformatie. Hetgeen Plus stelt, kan niet eraan in de weg staan dat de vrijwillige informatie over de vrije uitloop dient te voldoen en kan worden getoetst aan artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten.
8. De voorzitter gaat ervan uit dat de gemiddelde consument tot op zekere hoogte bekend is met vogelgriep en de gevolgen daarvan in de vorm van een ophokplicht voor legkippen. Indien evenwel in het kader van vrijwillige informatie zonder voorbehoud of toelichting over ‘vrije uitloop’ wordt gesproken, zal de consument veronderstellen dat de eieren waarop deze mededeling betrekking heeft, zijn gelegd door leghennen die over een vrije uitloop beschikken, eventueel omdat (bij een consument die in enige mate rekening houdt met een ophokplicht) de eieren afkomstig zouden zijn uit een gebied waar geen ophokplicht geldt. Bij het laatste is van belang dat de ophokplicht niet landelijk hoeft te zijn maar ook regionaal kan gelden. Daarmee is de misleiding gegeven. De consument zal op de gestelde vrije uitloop vertrouwen nu dit in de vrijwillige informatie zonder voorbehoud wordt herhaald en daardoor geen rekening houden met de mogelijkheid dat deze uitloop gedurende lange tijd (al) ontbreekt. Dit leidt tot het oordeel dat de uiting niet voldoet aan de eis van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, dat voedselinformatie niet misleidend of verwarrend mag zijn. Indien in vrijwillige informatie de vrije uitloop als standaardsituatie wordt genoemd, is de uiting onjuist op het moment dat de ophokplicht ingaat en de eieren die daarna zijn gelegd in de bestreden verpakking worden verkocht. In deze zaak wordt van die situatie uitgegaan. Overigens zijn eieren uit hun aard beperkt houdbaar en ligt zeker bij een langere duur van de ophokplicht een vermelding daarvan op de verpakking temeer voor de hand.
Eindconclusie
9. Op basis van een toetsing aan de toepasselijke verordeningen komt de voorzitter tot het oordeel dat de ongeclausuleerde verwijzing naar vrije uitloop op de binnenzijde van de verpakking vrijwillige informatie is die een onvoldoende genuanceerd beeld geeft van de omstandigheden waaronder de leghennen leven in de situatie dat een ophokplicht geldt. Indien Plus in het kader van vrijwillige informatie over vrije uitloop wil communiceren, zal zij in enige mate op de mogelijkheid van een ophokplicht dienen te attenderen gelet op hetgeen Foodwatch heeft gesteld over de frequentie en de lange duur waarin een dergelijke maatregel kan gelden. Nu Plus in de vrijwillige voedselinformatie niet op deze mogelijkheid heeft geattendeerd, is sprake van misleidende voedselinformatie in de zin van artikel 7 lid 1 aanhef en onder a van Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, waardoor is gehandeld in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC. De voorzitter beslist daarom als volgt.
De beslissing
De voorzitter acht de bestreden reclame-uiting in strijd met artikel 2 NRC en beveelt Plus aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.