De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
1. Een uiting met betrekking tot het dieetzout “Herbamare Natriumarm” op www.avogel.nl.
2. Het etiket op een potje “Herbamare Natriumarm”.
De klacht
Deze kan als volgt worden samengevat.
Klager is cardioloog. Een patiënt van hem moest met een levensgevaarlijk hoge kaliumconcentratie in het bloed op de hartbewaking worden opgenomen, nadat hij in een week een potje “Herbamare Natriumarm” over zijn maaltijden had gestrooid. Enerzijds is dit niet slim, anderzijds wordt op zowel de site als het etiket slechts gesproken over het ‘zuiver plantaardige’ karakter van het product, zodat het ook in hoge doseringen veilig lijkt. De gebruikte foto’s zijn niet van kalimijnen of chemische fabrieken, maar van groenten. Klager vindt de uitingen misleidend. Vooral de termen ‘zuiver plantaardig’ en ‘waardevolle voedingsstoffen’ zijn leugens. In werkelijkheid gaat het immers om een potje kaliumchloride met een snufje (3%!) ‘plantaardige producten’.
Het verweer
Op de verpakking is vermeld dat het een ‘dieetzout’ betreft. Dit dieetzout is, voor een betere smaak, verrijkt met kruiden en groenten. In de ingrediëntendeclaratie is vermeld dat het product 97% dieetzout bevat en dit wordt verder gespecificeerd met de mededeling ‘Bevat 97,3% kaliumchloride’. Voorts wijkt de verpakking niet veel af van die van soortgelijke producten. Adverteerder verwijst naar een desbetreffende bijlage.
Voornoemde vermeldingen over dieetzout en kaliumchloride staan ook op de website. De vermelding ‘zuiver plantaardig’ is inmiddels verwijderd, omdat deze mogelijk tot verwarring kan leiden. Adverteerder verwijst naar een desbetreffende bijlage.
Het gebruik van een potje dieetzout in één week (ongeacht het merk) is natuurlijk geen normaal gebruik, niet voor gezonde mensen en zeker niet voor mensen met gezondheidsklachten. Voor een dergelijk gebruik kan A.Vogel niet verantwoordelijk worden gehouden. Adverteerder heeft niet eerder klachten ontvangen over de communicatie omtrent of het gebruik van Herbamare Natriumarm.
De repliek
Ook zonder de mededeling ‘zuiver plantaardig’ is de reclame misleidend. Anders dan adverteerder stelt, komt de productsamenstelling niet duidelijk naar voren. Weliswaar wordt het hoofdingrediënt genoemd, maar dit wordt knap aan het zicht onttrokken door een wolk van misleidende mededelingen en foto’s. Klager wijst op het volgende.
a.
De term ‘zoutarme Herbamare kruidenvariant’ is misleidend, want het betreft geen ‘kruidenvariant’, maar een pot kaliumzout.
b.
Het woord ‘zout’ komt slechts 2 keer voor in de webtekst, en woorden zoals ‘kruiden’, ‘mineralen’ en ‘marjolein’ wel 20 keer. Dit is misleidend, nu in het uiteindelijke product maar een spoortje -totaal verdroogde- natuur zit.
c.
Terwijl de woorden “dit product bevat” gebruikelijk zijn, staat in de bestreden reclame ‘samengesteld uit’ (dieetzout en 3% kruiden). Als 3 gewichtsprocent aan kruiden wordt ingedroogd, blijft er in het uiteindelijke product misschien maar 0.01% van over. Klager acht de gegeven informatie onduidelijk, zo niet misleidend.
d.
De site en het potje bevatten dominante foto’s van groenten en kruiden, terwijl die slechts maximaal 3% van het product uitmaken. Een product als het onderhavige verdient foto’s van zout of een chemische fabriek.
e.
Een ‘verrijker van de maaltijd’ is het product ook niet. Die term geldt voor nuttige voe-dingsmiddelen, niet voor een chemische toevoeging die slechts een zilt smaakje geeft.
f.
Klager schreef een klantwaardering op de site, waardoor het rapportcijfer van Herbamare daalde naar 8,3 bij 16 beoordelingen. Nu is het cijfer weer 8,7 bij 15
beoordelingen. Hier is sprake van klantenbedrog.
Klager wijst er op dat de reclame (misschien wel voornamelijk) gericht is op minder geletterden. Juist voor die mensen moet duidelijk zijn dat ze een pot zout kopen in plaats van een ‘kruidenvariant’.
De dupliek
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
De afbeelding op de verpakking en de ingrediëntendeclaratie op het product voldoen aan artikel 22 lid 1 sub b (kwantitatieve opgave ingrediënten) van de EU-verordening 1169/2011.
Met betrekking tot de bij repliek onder a tot en met f genoemde punten merkt adverteerder -samengevat- het volgende op.
Ad a.
Herbamare Natriumarm is niet slechts ‘een pot kaliumzout’. Het wordt geproduceerd met 2/3 dieetzout en 1/3 groenten en kruiden. Dit mengsel wordt in vochtige toestand tussen 4 en 12 maanden opgeslagen. Na de opslagtijd wordt het gedroogd. Uiteindelijk is er sprake van een mengsel van 97% dieetzout en 3% kruiden en groenten (op basis van drooggewicht. Op basis van vers gewicht gaat er meer in).
Ad b.
Het woord ‘dieetzout’ is 3 maal vermeld op de website, ‘zout’ komt 2 keer voor en ‘zoutarm’ 5 keer.
Ad c.
Er wordt niet 3 gewichtsprocent aan kruiden ingedroogd; zoals hiervoor vermeld wordt het product bereid met 33% verse groenten en kruiden, uiteindelijk leidend tot een bijdrage van 3% aan het totaalgewicht van het droge dieetzout/kruidenmengsel.
Ad d.
Adverteerder herhaalt dat de communicatie voldoet aan de vigerende wetgeving, volgens welke afgebeelde ingrediënten moeten worden gekwantificeerd in de ingrediëntendeclaratie.
Ad e.
De stelling “Een verrijker van de maaltijd is het product ook niet” betreft de persoonlijke mening van klager. Smaken verschillen.
Ad f.
Consumenten kunnen op de website van A.Vogel een waardering geven aan A.Vogelproducten in de vorm van een rapportcijfer 1 t/m 10. Daarbij wordt om een korte onderbouwing van het cijfer gevraagd. Wanneer de onderbouwing in het geheel niet van toepassing is op het product of de werking van het product, verwijdert adverteerder het betreffende cijfer. Dit gebeurt zelden, maar heeft plaatsgevonden met de waardering van klager. Hij onderbouwde het cijfer 1 met de vraag waarom er geen kalimijnen worden afgebeeld. Deze stem is als niet relevant voor het product Herbamare Natriumarm beschouwd.
Ten slotte betreft de -overigens onjuiste- stelling dat de reclame (misschien wel voornamelijk) gericht is op minder geletterden een mening van klager.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.
“Zuiver plantaardig”
In de bestreden uiting op de website staat met betrekking tot Herbamare Natriumarm:
“Zuiver plantaardig”. Klager heeft de juistheid van deze mededeling gemotiveerd weersproken, onder meer door te wijzen op de hoeveelheid kaliumchloride die het product bevat, volgens klager “97%” en volgens de vermelding van ingrediënten in de uiting op de website: “97,3%”. Vervolgens heeft adverteerder meegedeeld dat de vermelding “zuiver plantaardig” inmiddels is verwijderd, omdat deze mogelijk tot verwarring kan leiden.
Gelet op de in de uiting op de website genoemde hoeveelheid kaliumchloride van 97,3% en magnesiumchloride van 0.2%” acht de Commissie de in diezelfde uiting opgenomen mededeling: “Zuiver plantaardig” niet juist. Gelet hierop gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Aan de hand van de bij de klacht overgelegde afdruk van het etiket kan de Commissie niet vaststellen dat dit etiket de woorden “Zuiver plantaardig” bevat. In zoverre acht de Commissie de klacht ongegrond.
“Waardevolle voedingsstoffen”
Op het etiket staat onder meer: “Direct na de oogst worden de tuinkruiden en groenten vers vermengd met het dieetzout. De waardevolle voedingsstoffen en volle smaak blijven zo optimaal behouden!”.
Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de woorden “waardevolle voedingsstoffen” opvatten in die zin dat daarmee wordt gedoeld op de in de volzin daardoor genoemde “tuinkruiden en groenten”. Dat deze “tuinkruiden en groenten” slechts een relatief klein onderdeel uitmaken van het gehele product, betekent niet dat de woorden “waardevolle voedingsstoffen” de uiting misleidend doen zijn.
“De Productsamenstelling”
Bij repliek heeft klager meegedeeld dat hij de reclame ook zonder de mededeling “zuiver plantaardig” misleidend vindt, omdat “de productsamenstelling” niet duidelijk naar voren komt. Hij stelt dat het hoofdingrediënt weliswaar wordt genoemd, maar dat dit “aan het zicht onttrokken” wordt door “misleidende mededelingen en foto’s”. In dit verband heeft klager diverse argumenten aangevoerd, zowel wat betreft de website als wat betreft het etiket. Ten aanzien van dit bezwaar overweegt de Commissie het volgende.
In artikel 22 lid 1 van EU-Verordening nr. 1169/2011 en artikel 10 lid 1 van het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen (WEL) is bepaald – voor zover hier van belang – dat de hoeveelheid van een ingrediënt of categorie ingrediënten die bij de bereiding van een eetwaar is gebruikt moet worden vermeld indien dit ingrediënt of de desbetreffende categorie van ingrediënten (a) voorkomt in de aanduiding en (b) opvallend in woord of beeld of als grafische voorstelling is aangegeven op de etikettering.
Op het etiket van Herbamare Natriumarm komen “kruiden en groenten” voor in de aanduiding van het product (“Dieetzout met verse kruiden en groenten”) en zijn kruiden en groenten afgebeeld. Van deze ingrediënten dient derhalve, gelet op eerdergenoemde regelgeving, de in het product aanwezige hoeveelheid te worden vermeld. Nu op het etiket, in de ingrediëntendeclaratie, staat dat Herbamare Natriumarm 3,2% groenten en kruiden bevat, wordt aan de toepasselijke regelgeving voldaan.
Overigens zijn ook in de bestreden uiting op de website de ingrediënten van Herbamare Natriumarm vermeld, waarbij een percentage groenten en kruiden van “3%” is genoemd.
De Commissie vat de klacht bij repliek aldus op dat klager de bestreden uitingen ook gelet op andere mededelingen dan “zuiver plantaardig” en gelet op gebruikte foto’s misleidend (en daardoor oneerlijk) vindt, omdat deze onduidelijk of dubbelzinnig zijn ten aanzien van de samenstelling van het aangeboden product (artikel 8.2 aanhef en onder b NRC) en essentiële informatie ontbreekt (artikel 8.3 aanhef en onder c NRC). De Commissie acht deze klacht ongegrond.
Naar haar oordeel zal de gemiddelde consument door andere mededelingen dan “zuiver plantaardig” en/of door in de uitingen opgenomen foto’s niet de indruk krijgen dat het product uitsluitend of voor het grootste deel uit kruiden en groenten bestaat, maar begrijpen dat kruiden en groenten in het product zijn verwerkt. Voor zover de consument na het zien van de naam van het product en/of een afbeelding in (één van) de uitingen de indruk mocht hebben dat het product voor het grootste deel uit kruiden en groenten bestaat, wordt die onjuiste indruk voldoende weggenomen door de in de uitingen opgenomen ingrediëntenlijst, waaruit de samenstelling van het product blijkt en in het bijzonder de daarin voorkomende, relatief kleine hoeveelheid kruiden en groenten. Van de gemiddelde consument mag worden verwacht dat hij de ingrediëntenlijst bij zijn aankoopbeslissing betrekt.
Bovenstaand oordeel met betrekking tot “de productsamenstelling” doet overigens niet af aan het oordeel dat de uiting op de website misleidend is wat betreft de vermelding “Zuiver plantaardig”. Deze mededeling valt niet te verenigen met de vermelding “97,3% kaliumchloride en 0,2% magnesiumchloride” in de lijst van ingrediënten in de uiting op de website.
Met betrekking tot de bij repliek onder a tot en met e aangevoerde argumenten overweegt de Commissie nog het volgende.
Ad a.
Op de website wordt gesproken over “zoutarme Herbamare kruidenvariant”. Zoals hiervoor overwogen blijkt uit de site voldoende duidelijk dat het percentage groenten en kruiden (op de site staat: “3%”) relatief klein is.
Ad b.
Uit de uiting op de site blijkt naar het oordeel van de Commissie voldoende duidelijk dat het product is samengesteld uit “97% dieetzout” en “3% groenten en kruiden”.
Ad c.
Adverteerder heeft bij dupliek voldoende aannemelijk gemaakt dat, anders dan klager stelt, niet 3 gewichtsprocent aan kruiden wordt ingedroogd, maar dat het product wordt bereid met 33% verse groenten en kruiden, uiteindelijk leidend tot een bijdrage van 3% aan het totaalgewicht van het droge dieetzout/kruidenmengsel.
Ad d.
De Commissie verwijst naar hetgeen hiervoor is overwogen in verband met artikel 22 lid 1 van EU-Verordening nr. 1169/2011 en artikel 10 lid 1 van het Warenwetbesluit Etikettering van Levensmiddelen (WEL).
Ad e.
In de uiting op de website staat onder het kopje “De smaak van het zoutarme Herbamare Natriumarm” onder meer:
“Naast deze 14 kruiden bevat Herbamare Natriumarm de als kelp bekende zeewieren. Deze zeewieren zijn rijk aan mineralen en jodium en maken Herbamare Natriumarm tot een waardevolle en heerlijk smakende verrijker van de maaltijd”.
Naar het oordeel van de Commissie bevat de mededeling “Deze zeewieren zijn rijk aan … tot en met … verrijker van de maaltijd” een voedingsclaim in de zin van artikel 2 lid 4 onder b sub i en/of ii van de EG-Verordening 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (hierna: de Claimsverordening); gesuggereerd wordt dat Herbamare Natriumarm bepaalde heilzame voedingseigenschappen heeft die zijn toe te schrijven aan de nutriënten die het levensmiddel bevat en/of in verhoogde hoeveelheid bevat. De Commissie leest in de klacht dat klager deze eigenschappen betwist nu het volgens hem slechts gaat om een toevoeging met een zilt smaakje.
Alvorens te beoordelen of deze voedingsclaim voldoet aan de in de Claimsverordening neergelegde voorwaarden voor het gebruik van voedingsclaims zal de Commissie adverteerder in de gelegenheid stellen zich op dit punt schriftelijk uit te laten. De Commissie verzoekt adverteerder daarbij in het bijzonder in te gaan op de toelaatbaarheid van de woorden “Deze zeewieren zijn rijk aan mineralen”, gelet op het bepaalde onder het kopje “RIJK AAN” in de BIJLAGE bij de Claimsverordening.
Vervolgens zal klager schriftelijk kunnen reageren.
Met betrekking tot het hiervoor onder “De repliek” onder f gestelde (“klantwaardering”) overweegt de Commissie het volgende.
De Commissie stelt vast dat klager zijn klacht bij repliek heeft uitgebreid tot een andere dan de hiervoor onder “De bestreden uiting” omschreven uiting, namelijk tot een uiting op de website zoals die eruit zag op 25 november 2013, van welke uiting bij repliek een afdruk is overgelegd. Deze is als bijlage 3 aan deze uitspraak gehecht. Aangezien door adverteerder geen bezwaar is gemaakt tegen deze uitbreiding, en adverteerder ter zake verweer heeft gevoerd, zal de Commissie het betreffende bezwaar beoordelen.
Adverteerder heeft meegedeeld dat hij de op de website door klager gegeven waardering in de vorm van een rapportcijfer heeft verwijderd, omdat de door klager gegeven onderbouwing voor dat cijfer door adverteerder niet relevant werd geacht. De Commissie begrijpt dat de klantwaardering die aanvankelijk “8,3” luidde, op basis van 16 beoordelingen, door voornoemde verwijdering op “8,7%” uitkwam, op basis van 15 beoordelingen.
De Commissie constateert dat uit de uiting op de site van 25 november 2013 niet valt op te maken dat (in elk geval) één eerder gepubliceerde beoordeling is verwijderd en/of dat de mogelijkheid bestaat dat adverteerder een beoordeling verwijdert. Hierdoor is het voor de gemiddelde consument niet duidelijk dat adverteerder mogelijk een selectie maakt uit de door consumenten gegeven beoordelingen. Indien de mogelijkheid dat adverteerder een selectie maakt uit die beoordelingen niet op duidelijke en toegankelijke wijze kenbaar is gemaakt, zal de consument -ten onrechte- erop vertrouwen dat sprake is van een complete weergave van de door adverteerder ontvangen beoordelingen.
Gelet op het bovenstaande is in de uiting sprake van het ontbreken van essentiële informatie in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Nu het onderhavige bezwaar reeds om deze reden wordt toegewezen, kan in het midden blijven of de verwijderde uiting wel of niet op het product Herbamare Natriumarm ziet.
“Minder geletterden”
Wat betreft klagers opmerking dat de reclame (misschien wel voornamelijk) gericht is op minder geletterden overweegt de Commissie dat de inhoud van geen van de bestreden uitingen grondslag biedt voor een dergelijke conclusie.
De beslissing
Op grond van het voorgaande stelt de Commissie adverteerder in de gelegenheid om de Commissie binnen 14 dagen na dagtekening van deze beslissing nader schriftelijk te informeren als bedoeld in het oordeel onder Ad e.
Voor het overige houdt de Commissie haar beslissing aan.
De procedure
De Reclame Code Commissie (hierna: de Commissie) heeft in dit dossier op 10 maart 2014 een tussenbeslissing genomen. Naar aanleiding van de tussenbeslissing heeft adverteerder de Commissie nader geïnformeerd bij brief van 20 maart 2014.
Op deze brief heeft klager gereageerd bij brief van 2 april 2014.
De Reclame Code Commissie (hierna: de Commissie) heeft de behandeling van de klacht voortgezet in haar vergadering van 24 april 2014.
Partijen zijn niet ter vergadering verschenen.
Nadere informatie van adverteerder bij brief van 20 maart 2014.
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
Op de website stond (in aansluiting op de zinsnede: “Naast deze 14 kruiden bevat Herbamare Natriumarm de als kelp bekende zeewieren”):
“Deze zeewieren zijn rijk aan mineralen en jodium en maken Herbamare Natriumarm tot een waardevolle en heerlijk smakende verrijker van de maaltijd”.
Kelp is inderdaad rijk aan mineralen. Volgens de Claimsverordening mag de claim ‘rijk aan’ worden gemaakt indien het product 15% van de ADH van het betreffende nutriënt bevat. Herbamare bevat 240 microgram jodium per 100 gram en de ADH voor jodium is 150 microgram. Feitelijk is Herbamare dus rijk aan jodium. Nu echter bij normaal gebruik de dagelijkse inname van Herbamare Natriumarm gering is en adverteerder geen enkele verwarring wil veroorzaken, is de bewuste tekst van de website verwijderd.
Reactie van klager bij brief van 2 april 2014
Klager heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Adverteerder noemt als reden voor aanpassingen die inmiddels op de website zijn verricht: ‘Wij willen geen verwarring veroorzaken’. Dit is een zwak argument: de groene aankleding van de site, met veel groene letters en foto’s van groenten en kruiden is “één opzettelijk veroorzaakte verwarring” om te verbloemen dat het eigenlijk om chemicaliën gaat. De elementen waaruit de reclame is opgebouwd, zijn wellicht elk voor zich toelaatbaar, maar niet duidelijk is waarom dit ook voor de uiteindelijke presentatie zou moeten gelden. Klager verzoekt de Commissie het eindresultaat te beoordelen.
Het oordeel van de Commissie
In haar tussenbeslissing heeft de Commissie adverteerder in de gelegenheid gesteld om zich schriftelijk uit te laten over de vraag of de voedingsclaim, opgenomen in de mededeling “Deze zeewieren zijn rijk aan mineralen en jodium en maken Herbamare Natriumarm tot een waardevolle en heerlijk smakende verrijker van de maaltijd”, voldoet aan de in de Claimsverordening neergelegde voorwaarden voor het gebruik van voedingsclaims, en om daarbij in het bijzonder in te gaan op de toelaatbaarheid van de woorden “Deze zeewieren zijn rijk aan mineralen en jodium”, gelet op het bepaalde onder het kopje “RIJK AAN” in de BIJLAGE bij de Claimsverordening.
Onder het kopje “RIJK AAN” is voor zover hier van belang bepaald:
“De claim dat een levensmiddel rijk aan (…..) mineralen is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als het product ten minste tweemaal de onder “bron van (…… naam van het mineraal/de mineralen) bedoelde hoeveelheid bevat”.
Onder het kopje “BRON VAN”, eveneens opgenomen in de BIJLAGE bij de Claimsverordening, staat voor zover hier van belang:
“De claim dat een levensmiddel een bron van (…) mineralen is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, is alleen toegestaan als het product minimaal een significante hoeveelheid bevat zoals vastgesteld in de bijlage bij Richtlijn 90/496/EEG (..)”.
In laatstbedoelde bijlage is onder de aanhef “Vitaminen en mineralen die kunnen worden vermeld en hun aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA)” met betrekking tot
“Jood” vermeld “150” microgram. Onderaan de bijlage staat:
“In de regel moet voor het bepalen van wat een significante hoeveelheid is, per 100 g of 100 ml, dan wel per verpakking indien deze slechts één portie bevat, van 15% van de in deze bijlage aangegeven aanbevolen dosis worden uitgegaan.
Gelet op het bovenstaande bedraagt de significante hoeveelheid van jood 15% van 150 microgram ofwel 22,5 microgram en is de claim “RIJK AAN” met betrekking tot jood toegestaan indien het product ten minste tweemaal deze significante hoeveelheid ofwel bevat 45 microgram jood bevat. Adverteerder heeft meegedeeld dat Herbamare 240 microgram jodium per 100 gram bevat, dat het product derhalve feitelijk rijk is aan jodium, maar dat nu de dagelijkse inname van Herbamare Natriumarm bij normaal gebruik gering is, ter voorkoming van verwarring, de bewuste tekst van de site is verwijderd, ter voorkoming van verwarring.
Uitgaande van een normaal gebruik van Herbamare Natriumarm is naar het oordeel van de Commissie aldus niet komen vast te staan dat voor wat betreft de voedingsclaim “Rijk aan (…) jodium” in dit geval is voldaan aan artikel 5 lid 1 onder d van de Claimsverordening. Daarin staat voor zover hier van belang:
“Voedings- en gezondheidsclaims mogen alleen worden gebruikt als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
(…)
d) de hoeveelheid van het product die de consument, naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, tot zich zal nemen, levert een significante hoeveelheid nutriënt of andere stof waarvoor de claim wordt gedaan, zoals omschreven in de communautaire wetgeving (..)”.
Voorts stelt de Commissie vast dat waar het betreft de mededeling “Deze zeewieren zijn rijk aan mineralen en jodium” adverteerder naar aanleiding van de tussenbeslissing alleen is ingegaan op (de hoeveelheid van) het mineraal jodium/jood. Niet is gebleken dat “Deze zeewieren” andere mineralen bevatten, laat staan “rijk” zijn aan andere mineralen. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 8 lid 1 van de Claimsverordening, waarin staat:
“Uitsluitend de voedingsclaims die in de bijlage staan vermeld en die voldoen aan de voorwaarden van de onderhavige verordening zijn toegestaan”.
Op bovenstaande twee punten acht de Commissie de uiting op de website zoals omschreven in de tussenbeslissing onder “De bestreden uiting” (hierna: website 1) in strijd met de Claimsverordening en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC.
Gelet op hetgeen in de tussenbeslissing is overwogen met betrekking tot “Zuiver plantaardig” respectievelijk “klantwaardering” acht de Commissie voorts:
– de uiting op website 1 in strijd met artikel 7 NRC en
– de uiting op de website zoals die eruit zag op 25 november 2013 (hierna: website 2) in strijd met artikel 7 NRC.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting op website 1 in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC en de reclame-uiting op website 2 in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige (de overige bezwaren tegen de uiting op website 1 en de bezwaren tegen het etiket) wijst de Commissie de klacht af.