De bestreden reclame-uiting
Het betreft de pagina van de website www.t-mobile.nl.
Onder de titel: “Kaarten Dolfinarium: van € 25 voor € 19,75!”, staat onder meer:
“(…)
Kortom Dolfinarium, een leuk uitje om samen met familie of vrienden de dolfijnen, zeeleeuwen, orka’s en andere bijzondere zeedieren eens van dichtbij te bewonderen
(…)”
De klacht
Er zijn geen orka’s in het Dolfinarium. Er is slechts één orka aanwezig, echter deze is hier slechts in opvang. Het Dolfinarium heeft meegedeeld dat de orka niet te bezichtigen is.
Het verweer
Tegen de klacht is – samengevat – het volgende verweer gevoerd.
Verweer van Dolfinarium.
Het Dolfinarium heeft afspraken met partners, waaronder T-Mobile, omtrent het adverteren over het park. Wanneer over het park een publicatie verschijnt, wordt het Dolfinarium hierover geïnformeerd en geeft het Dolfinarium uitsluitend haar goedkeuring om het artikel te plaatsen indien zij akkoord gaat met de inhoud ervan. De tekst van het artikel is niet aan het Dolfinarium voorgelegd.
Het betreffende artikel is een informatief stuk. De publicatie is geplaatst zonder betrokkenheid tussen het Dolfinarium en T-mobile.
Verweer T-Mobile
In de eerste plaats is geen sprake van een aanprijzing van een goed, een dienst of een denkbeeld in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Mocht de Commissie menen dat wel sprake is van reclame dan stelt T-Mobile dat geen sprake is van misleiding. Orka Morgan was en is nog steeds in het Dolfinarium gehuisvest en was daar tevens te bezoeken. Het bezoekuur is gestaakt wegens klachten van de Dierenbescherming. Naar aanleiding van het vorenstaande heeft T-Mobile haar website aangepast. Overigens heeft T-Mobile de tekst op haar website steeds afgestemd met het Dolfinarium.
T-Mobile heeft een aantal bijlagen bijgevoegd, waarmee zij het voorgaande heeft onderbouwd.
Aldus stelt T-Mobile dat geen sprake was van misleiding op grond waarvan zij de Commissie verzoekt de klacht af te wijzen.
De mondelinge behandeling
Klaagster heeft haar klacht mondeling nader toegelicht.
Het oordeel van de Commissie
Nu onweersproken is gesteld dat het Dolfinarium niet is betrokken bij de onderhavige reclame-uiting, is de Commissie van oordeel dat de klacht, voor zover deze is gericht tegen het Dolfinarium, dient te worden afgewezen.
Voor zover de klacht zich richt tegen T-Mobile, oordeelt de Commissie als volgt.
Op grond van artikel 1 NRC wordt onder reclame onder meer verstaan: ieder openbare aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. In de betreffende uiting wordt aan de leden van ‘T-Mobile extra’ korting gegeven op kaarten voor het Dolfinarium. Aldus wordt, behalve voor het Dolfinarium, tevens reclame gemaakt voor de diensten van T-Mobile en is sprake van reclame in de zin van artikel 1 NRC.
De mededeling dat in het Dolfinarium onder meer ‘orka’s ‘van dichtbij te bewonderen’ zijn acht de Commissie dermate absoluut dat T-Mobile deze, nu klaagster de inhoud hiervan betwist, aannemelijk dient te maken.
Ter onderbouwing van de gewraakte mededeling stelt adverteerder dat de orka Morgan – die, naar door klaagster onweersproken is gesteld, slechts in tijdelijke opvang in het Dolfinarium is – wel degelijk voor het publiek te zien was.
Deze onderbouwing rechtvaardigt naar het oordeel van de Commissie niet de mededeling dat in het Dolfinarium orka’s te bewonderen zijn, waarmee naar haar oordeel wordt gesuggereerd dat deze dieren standaard in het park aanwezig en te bezichtigen zijn.
De Commissie is van oordeel dat aldus onjuiste informatie is verstrekt over één van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de reclame ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Gelet op het voorgaande is de reclame misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing van de Reclame Code Commissie van 21 juni 2011
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt T-Mobile aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor zover de klacht zich richt tegen het Dolfinarium, wijst de Commissie deze af.
Het College van Beroep
De grieven
Deze kunnen als volgt worden samengevat.
De Commissie heeft overwogen dat onweersproken is gesteld dat het Dolfinarium niet is betrokken bij de onderhavige reclame-uiting. Deze overweging is in strijd met de stelling van de andere verweerder in de procedure in eerste aanleg, te weten T-Mobile Netherlands B.V.( verder: T-Mobile) dat de tekst van de onderhavige uiting is afgestemd met het Dolfinarium. Volgens de Legal Council van T-Mobile is het Dolfinarium akkoord gegaan met de desbetreffende publicatie. Het Dolfinarium was derhalve wel betrokken bij de onderhavige reclame-uiting.
Het antwoord in appel
De grieven zijn gemotiveerd weersproken. Het Dolfinarium stelt niet de adverteerder te zijn, nu het een reclame-uiting van T-Mobile betreft. Indien het College van oordeel is dat het Dolfinarium toch aangesproken kan worden voor die uiting, stelt het Dolfinarium niet verantwoordelijk te zijn, nu het nimmer toestemming voor die uiting heeft gegeven. De mededelingen waarnaar appellante verwijst, berusten op een misverstand. T-Mobile ging ervan uit dat afstemming had plaatsgevonden tussen het Dolfinarium en het bedrijf Doornvogel, dat voor T-Mobile de e-shop regelt. Deze afstemming is er echter, zoals blijkt uit een door het Dolfinarium overgelegde e-mail van 14 juli 2011 van Doornvogel, niet geweest. Zodra het Dolfinarium bekend werd met de foutieve informatie op de website van T-Mobile, heeft het onmiddellijk contact gezocht met Doornvogel, waarna de informatie binnen 24 uur is aangepast.
De mondelinge behandeling
Appellante licht haar standpunt toe aan de hand van een door haar overgelegde notitie.
Het oordeel van het College
1. Nu T-Mobile geen (incidenteel) appel heeft ingesteld betreft het geschil in beroep uitluitend de vraag of het Dolfinarium mede verantwoordelijk moet worden gehouden voor de gewraakte reclame-uiting van T-Mobile. De Commissie heeft deze vraag ontkennend beantwoord en de klacht voor wat betreft het Dolfinarium afgewezen.
2. Volgens appellante heeft T-Mobile de tekst wel afgestemd met het Dolfinarium. Zij verwijst daartoe naar een e-mail van T-Mobile van 22 april 2011, waarin de Legal Counsel van T-Mobile als volgt heeft verklaard: “De tekst is afgestemd met het Dolfinarium, zij hebben akkoord gegeven voor de betreffende publicatie.”
3. Het Dolfinarium betwist gemotiveerd dat zij goedkeuring aan de onderhavige uiting heeft gegeven en beroept zich daarvoor op hetgeen namens het bedrijf “Doornvogel” bij e-mail van 14 juli 2011 aan het Dolfinarium is verklaard. Naar het Dolfinarium onweersproken heeft gesteld, is Doornvogel door T-Mobile ingeschakeld voor de e-shop van T-Mobile. Het College begrijpt dat Doornvogel in verband daarmee ook de gewraakte reclame-uiting voor T-Mobile heeft verzorgd. Doornvogel heeft onder meer verklaard: “Betreffende de T-Mobile e-shop kortingsactie, looptijd 22 maart tot 30 juni, bevestigen we bij deze dat er voor live-gang van de actie geen afstemming is geweest tussen doornvogel en dolfinarium. Zodra dolfinarium de live actie in de t-mobile omgeving bekeek, hebben zij bij doornvogel aangegeven dat deze niet correct was en foutieve informatie bevatte. Doornvogel heeft vervolgens binnen 24 uur de teksten in telefonisch samenspraak met dolfinarium aangepast. ”
4. Blijkens de verklaring van Doornvogel, is T-Mobile ten onrechte ervan uitgegaan dat Doornvogel de uiting voorafgaand aan de publicatie heeft afgestemd met het Dolfinarium, en heeft deze afstemming niet plaatsgevonden. Nu Doornvogel de gewraakte reclame-uiting heeft verzorgd en derhalve uit eigen wetenschap kan verklaren dat geen voorafgaande afstemming met het Dolfinarium heeft plaatsgevonden, is het College van oordeel dat de onder 5.2 bedoelde e-mail van T-Mobile blijkbaar op een misverstand berust. Uitgaande hiervan is het Dolfinarium niet in staat geweest feitelijke invloed uit te oefenen op de reclame-uiting voordat deze werd gepubliceerd. Evenmin kan het Dolfinarium in de gegeven omstandigheden geacht worden daarmee akkoord te zijn gegaan. Dat het Dolfinarium blijkbaar wel direct betrokken is geweest bij een nieuwe, gerectificeerde versie van de uiting, doet daaraan niet af. Dit enkele feit impliceert immers nog niet dat het Dolfinarium ten aanzien van de oorspronkelijke uiting, zoals deze aanvankelijk werd gepubliceerd, als mede-verantwoordelijke adverteerder moet worden beschouwd. Overigens gaat het College ervan uit dat de klacht uitsluitend tegen de oorspronkelijke uiting is gericht, nu blijkens de stukken in eerste aanleg de Legal Counsel van het Dolfinarium bij e-mail van 22 april 2011 aan appellante heeft meegedeeld dat naar aanleiding van de klacht de gewraakte website is aangepast.
5. Nu op grond van het voorgaande niet kan worden gezegd dat het Dolfinarium direct of indirect toestemming heeft gegeven voor de gewraakte reclame-uiting, en evenmin sprake is van andere feiten of omstandigheden op grond waarvan het Dolfinarium mede-verantwoordelijk voor die uiting moet worden gehouden, wordt beslist als volgt.
De beslissing
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.