De bestreden reclame-uiting
Het betreft een folder met aan de voorzijde een rond tablet in een gele kleur en daaromheen de tekst: “Voor altijd slank” en “Neem deze wonderpil meteen in voor direct resultaat!”. Daarbij wordt naar de informatie op de achterzijde verwezen. Daar staat onder meer:
“Jij gelooft toch niet in sprookjes ?!
Wat wel blijvend resultaat heeft, is deelnemen aan de myline voedingscursus bij Sjabbens Sports & Health.”
De klacht
Klager maakt bezwaar tegen de uiting omdat deze een “echt pilletje” bevat dat huis-aan-huis verspreid wordt. Daarbij wordt de indruk gewekt dat het pilletje direct helpt. Klager acht dit onacceptabel gelet op kinderen en huisdieren en het feit dat volgens hem in deze tijd veel gevaarlijke pilletjes overal rondzwerven.
Het verweer
Dit wordt als volgt samengevat. Adverteerder wil als sportschool een goed alternatief bieden voor reclames waarin mensen van alles wordt beloofd over gewichtsverlies en/of figuurverbetering. Met de onderhavige uiting wil adverteerder mensen een spiegel voorhouden. Nederlanders geven miljoenen uit aan producten waarvan men weet dat deze niet werken, maar waarvan de suggestie wordt gewekt dat men daarmee in korte tijd moeiteloos kan afvallen. De onderhavige actie is een pilot geweest. Adverteerder leek het een ludiek idee om een echt ‘pilletje’ mee te sturen. Adverteerder geeft klager echter gelijk als deze zegt door de actie te zijn geschrokken. Adverteerder had deze consequentie niet voorzien en betreurt de commotie die daardoor is ontstaan. Inmiddels heeft adverteerder besloten het pilletje te vervangen door een foto en meer de nadruk te leggen op het ludieke karakter van de actie. Overigens was het pilletje in de bestreden uiting een ‘onschuldig’ pepermuntje. Adverteerder heeft nooit kinderen en/of huisdieren in gevaar willen brengen.
Het oordeel van de voorzitter
1) Klager maakt tegen de uiting bezwaar vanwege het ronde gele tablet dat op de voorzijde daarvan is bevestigd in combinatie met de mededeling dat “deze wonderpil (…) direct resultaat” geeft. Adverteerder stelt dat het tablet een pepermuntje is. De voorzitter gaat uit van de juistheid van deze mededeling. Gelet hierop kan niet worden gezegd dat de uiting zelf een reëel risico vormt voor de gezondheid van mens of dier. Dat neemt niet weg dat de uiting een andere indruk wekt. Er is volgens de uiting immers sprake van een ‘wonderpil’ waarmee men voor altijd slank zou zijn met een direct resultaat. Het tablet heeft bovendien een gele kleur en wekt door zijn kleur en vormgeving onmiskenbaar associaties met een geneesmiddel. Door het voorgaande zou men kunnen menen dat het om een ‘pil’ gaat die bepaalde lichamelijke effecten kan veroorzaken. Adverteerder erkent dat de uiting een verkeerde indruk kan wekken over de aard van de daarop bevestigde ‘pil’.
2) De voorzitter oordeelt dat een ludieke actie in het algemeen is toegestaan. Een dergelijke actie dient echter wel (onder meer) te voldoen aan de eis dat deze niet leidt tot ongerustheid bij het publiek. Men dient erop te kunnen vertrouwen dat een reclame-uiting geen schadelijke effecten op de gezondheid van mens of dier kan hebben en hierover mag geen verwarring worden gewekt. Blijkens het voorgaande is niet aan deze eis voldaan. Men zou immers zeer wel kunnen menen dat het tablet op de uiting die men via de brievenbus ontvangt schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Op grond hiervan oordeelt de voorzitter dat de reclame-uiting in strijd is met het bepaalde in artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), te weten dat deze door zijn vorm het vertrouwen in reclame schaadt.
3) De voorzitter is van oordeel dat adverteerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, zodat ervan kan worden uitgegaan dat sprake is van een eenmalige fout. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 5 NRC.