De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial van Albert Heijn. In de commercial is een vrouwelijke hoofdpersoon te zien in haar huis. Ze is in de keuken eten aan het maken. Bij haar aan tafel zit een vrouw, met haar partner. De vrouwelijke hoofdpersoon lijkt een toespeling te maken naar deze partner.
Vervolgens is de hoofdpersoon te zien, terwijl ze omarmd wordt door de partner van de andere vrouw. Op dat moment komt haar eigen partner binnen een eindigt deze fantasie.
Tijdens de commercial is – onder meer – de volgende tekst te horen:
“Wat komt er toch veel lekkers uit ons eigen landje
En al dat lekkers is ook nog eens heel voordelig
Oeh lekker
Zeker lekker
[…]
Nederland op z’n lekkerst en nu ook op z’n voordeligst.”
Samenvatting van de klacht
De televisiecommercial is stigmatiserend. De hoofdpersoon in de commercial flirt met de vriend van haar dochter of vriendin. Terwijl in eerdere commercials de hoofdpersoon loopt te pronken met haar pasgeboren kind. Dit stuit klager tegen de borst. Geld is blijkbaar belangrijker voor de hoofdpersoon en adverteerder, dan respect voor het gezinsleven en kinderopvoeding.
Het oordeel van de voorzitter
In de televisiecommercial, waarin de producten van adverteerder worden aangeprezen, is een verhaallijn te zien waarin een vrouw flirt met, en fantaseert over de partner van iemand anders. De commercial is duidelijk humoristisch bedoelt. De voorzitter heeft er begrip voor dat niet iedereen – om wat voor reden ook – de reclame zal waarderen. De door klaagster genoemde omstandigheden leiden echter niet tot het oordeel dat de commercial ontoelaatbaar is.
Gezien het voorgaande wordt een inperking van de vrijheid van meningsuiting van Albert Heijn onvoldoende gerechtvaardigd geacht.
Op grond van het voorgaande beslist de voorzitter als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.