De bestreden reclame-uiting
Het betreft een radiocommercial waarin onder meer wordt gezegd: “Koop deze week bij Albert Heijn de tulp voor hulp”. In de radiocommercial wordt toegelicht dat men per gekochte bos tulpen voor een bedrag van € 1,– de noodhulp van het Rode Kruis in Nederland steunt.
De klacht
Klaagster stelt, kort samengevat, dat zij twee bossen tulpen heeft gekocht bij een Albert Heijn winkel in Didam. Die winkel bleek echter niet aan de actie mee te doen. In de reclame wordt niet gezegd dat franchise bedrijven niet aan de actie meedoen. Klaagster vindt dat hierdoor geen sprake is van eerlijke reclame.
De reactie van adverteerder
Op de reactie van adverteerder zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) De klacht is gericht tegen een radiocommercial waarin wordt gezegd dat men door het kopen van een bos tulpen “bij Albert Heijn” de onderhavige actie steunt. In de radiocommercial wordt niet gezegd dat niet alle Albert Heijn winkels aan de actie deelnemen. De voorzitter gaat daarom ervan uit dat de gemiddelde consument zal menen dat sprake is van een actie die door alle Albert Heijn winkels wordt onderschreven en waaraan alle winkels deelnemen. Adverteerder heeft echter erkend dat een aantal franchisenemers niet heeft deelgenomen aan de actie.
2) Naar het oordeel van de voorzitter is op grond van het voorgaande sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Door het ontbreken van informatie over mogelijke uitzonderingen zal de gemiddelde consument in de onjuiste veronderstelling verkeren dat elke winkel waar hij, speciaal met het oog op de onderhavige actie, een bos tulpen koopt aan de actie deelneemt. Tevens impliceert het voorgaande dat niet is voldaan aan de Algemene Aanbeveling sub h (reclame voor filiaalbedrijven). Ingevolge deze aanbeveling dient een adverteerder bij een landelijke actie ervoor in te staan dat alle vestigingen aan de actie deelnemen. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument door het voorgaande ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
3) Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij voortaan de consument juist zal informeren indien niet alle winkels aan een landelijke actie deelnemen. Voorts spreekt de voorzitter zijn waardering uit voor het feit dat adverteerder de gevolgen van de misleiding financieel heeft gecompenseerd richting het Rode Kruis. Om die redenen zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.