De bestreden uiting

Het betreft een aanbieding in de folder van Albert Heijn, waarin een Toshiba TV wordt aangeboden. In de uiting staat onder meer:
“OP=OP
Onze EK-selectie”
[…..]
“TOSHIBA 32” TV 32L20653
Alleen in de winkel verkrijgbaar”
[…..]

De klacht

De aanbieding ging in op 25 mei 2021 en op die dag rond 8:30 uur was de televisie al niet meer verkrijgbaar in de winkel in Hoeven. Aan klaagster werd medegedeeld dat er maar twee televisies waren geleverd en dat deze al weg waren. In de winkel in Etten-Leur was dit ook het geval. De filiaalmanager zei dat het een lokkertje betrof. Volgens klaagster is daarom sprake van misleiding. Zij heeft hierover contact gezocht met adverteerder, maar geen bevredigende reactie ontvangen.

Het verweer

De aanbieding gold van 25 mei 2021 tot en met 30 mei 2021 en was beperkt beschikbaar. Dit stond ook duidelijk in de folder door middel van de vermelding OP=OP. Adverteerder betwist dat sprake is van een lokkertje.

Adverteerder heeft na ontvangst van de klacht de beschikbaarheid van de aanbieding gecontroleerd en geconstateerd dat er op dat moment twaalf televisies op voorraad waren bij de betreffende winkel. Bovendien is duidelijk geworden dat de aanbieding niet uitverkocht is geraakt gedurende de actieperiode.

Volgens adverteerder is afgesproken dat klaagster contact zou opnemen met de winkel. Er is nadien geen contact meer geweest waardoor adverteerder erop vertrouwt dat klaagster alsnog gebruik heeft kunnen maken van de aanbieding.

Het oordeel van de voorzitter

1.    De voorzitter vat de klacht zo op dat het aangeboden actieproduct, te weten een Toshiba televisie, volgens klaagster niet of onvoldoende op voorraad was in de winkel op de dag dat de actie van start ging.

2.    Indien een adverteerder een bijzonder aanbod doet, dient hij ervoor zorg te dragen dat er een in verhouding tot dat aanbod en de daarvoor gevoerde reclame een redelijke voorraad producten aanwezig is. Het aangeboden product moet, indien de reclame naar het aanbod in winkels verwijst, in ieder geval aan het begin van de actie in voldoende mate in de filialen verkrijgbaar zijn. De voorzitter heeft daarbij geconstateerd dat in de uiting de vermelding “OP=OP” is opgenomen.

3.    Klaagster heeft gemotiveerd gesteld dat de aangeboden televisie bij de aanvang van de actie niet beschikbaar was, niet in het filiaal in Hoeven en ook niet in het filiaal in Etten-Leur. Volgens klaagster heeft een filiaalmanager medegedeeld dat sprake is van een lokkertje. Adverteerder heeft in reactie hierop gesteld dat op het moment van de ontvangst van de klacht nog twaalf televisies op voorraad waren in het betreffende filiaal, en dat door klaagster contact opgenomen zou worden met deze winkel teneinde een televisie te kunnen bemachtigen. Het is de voorzitter niet duidelijk geworden hoe deze informatie van adverteerder zich verhoudt tot de mededeling van de filiaalmanager die klaagster noemt. Wat daarvan zij, op grond van de informatie van adverteerder, die niet door klaagster is weersproken hoewel zij in de gelegenheid is gesteld te repliceren, bestaat onvoldoende aanleiding om te oordelen dat er in de door klaagster bezochte filialen gedurende de actieperiode geen of te weinig actieproducten in voorraad zijn geweest. Nu de klacht niet kan slagen, beslist de voorzitter als volgt.

De beslissing

De voorzitter wijst de klacht af.