De bestreden uiting
Het betreft een advertentie in de Telegraaf van 27 mei 2009 waarin staat:
“Jumbo verlaagt de prijzen van de belangrijkste boodschappen!
Jumbo zet de aanval in op Albert Heijn en alle andere Nederlandse supermarktformules en verlaagt de prijzen van de belangrijkste boodschappen (…) Zeker nu Jumbo de belangrijkste boodschappen blijvend in prijs heeft verlaagd”.
Onder het kopje: “Geen actie, maar blijvend”, staat onder meer: “Jumbo benadrukt dat het niet om een actie gaat. De prijsverlagingen zijn blijvend (…)”
Onder deze tekst staat een aantal producten, met daarbij de prijzen van Albert Heijn, C1000 en Jumbo.
Aan de zijkant van de advertentie staat, verticaal gedrukt:
“De prijsmeting is op 19 mei uitgevoerd bij C1000 en AH Heerenveen, C1000 en AH Hilvarenbeek, C1000 Tilburg en AH Spijkenisse.”
Een kopie van de uiting is aan deze beslissing gehecht.
De klacht
De Commissie vat de klacht als volgt samen.
1. Het is onjuist om te stellen dat de prijzen blijvend zijn verlaagd. Dit zou namelijk betekenen dat over twee jaar nog steeds dezelfde prijzen gelden.
2. De vergelijking met Albert Heijn is onjuist, omdat daar op dit moment een actie loopt, waarbij door middel van ‘Jokers’ op veel producten korting kan worden verkregen.
3. Er is slechts vergeleken met vier supermarkten.
Gelet op het voorgaande is de uiting misleidend.
Het verweer
De Commissie vat het met betrekking tot de verschillende klachten gevoerde verweer als volgt samen.
De prijzen van de bij de andere supermarkten gekochte producten zijn vergeleken met de vaste prijzen van adverteerder. Nu het gaat om een blijvende prijsverlaging, zijn acties van de andere supermarkten niet bij de vergelijking betrokken. In de uiting wordt tot uitdrukking gebracht dat het totale assortiment van adverteerder aanzienlijk goedkoper is dan bij andere supermarkten.
Adverteerder heeft bij zijn verweer kopieën van de kassabonnen gevoegd, waarop de bewuste, bij de verschillende supermarkten gedane aankopen staan.
De repliek
Klager blijft bij zijn standpunt en licht dit nader toe.
Het oordeel van de Commissie
Met betrekking tot de verschillende bezwaren van klager, oordeelt de Commissie als volgt.
Ad 1.
Zolang, na het invoeren van de prijsverlaging van adverteerder, niet is gebleken dat de prijzen van adverteerder weer verhoogd zijn, acht de Commissie de stelling dat de prijzen blijvend zijn verlaagd niet misleidend.
Ad 2.
Klager wijst op een actie van Albert Heijn, waarbij door middel van ‘Jokers’ korting kan worden verkregen op verschillende producten. De Commissie is van oordeel dat, nu het om een vaste verlaging van de prijzen van de producten van adverteerder gaat, tijdelijke acties van de andere supermarkten niet bij de bewuste vergelijking dienen te worden betrokken. Gelet op het voorgaande leidt het feit dat de door klager genoemde actie bij de vergelijkingen buiten beschouwing is gelaten, niet tot het oordeel dat de prijsvergelijking onjuist is.
Ad 3.
De Commissie volgt klager niet in zijn stelling dat hij het misleidend acht dat adverteerder slechts met vier – naar de Commissie uit de uiting begrijpt: met twee – supermarkten vergelijkt, nu duidelijk in de uiting staat welke supermarkten bij de vergelijking zijn betrokken: drie vestigingen van C1000 en drie vestigingen van Albert Heijn. Voorts wordt vermeld waar deze vestigingen zijn gevestigd en op welke datum de verschillende producten zijn gekocht.
Gelet op het voorgaande dient de klacht te worden afgewezen.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.