De bestreden reclame-uiting
Het betreft een radiocommercial van adverteerder waarin wordt gezegd:
“Dames en heren wij onderbreken dit programma voor een extra nieuwsbulletin. Supermarktketen Jumbo verlaagt de prijzen van de belangrijkste boodschappen. Hiermee gaat Jumbo de strijd aan met Albert Heijn en alle andere formules. Veel consumenten denken dat het met de prijsverschillen in Nederland wel meevalt. “Echter”, laat de strijdvaardige directie weten, “Jumbo is en blijft euro’s goedkoper en met deze prijsverlagingen willen we dat nog eens extra duidelijk maken.“ De prijsverlagingen zijn blijvend. Verdere prijsverlagingen sluit de directie niet uit. Einde van dit extra bulletin.”
De klacht
De radiocommercial wekt de indruk dat het om een nieuwsbericht gaat doordat wordt gezegd dat de uitzending voor een nieuwsbericht wordt onderbroken. De indruk dat sprake is van “nieuws” wordt versterkt doordat een voormalige nieuwslezer deze boodschap uitspreekt. Hierdoor wordt de consument misleid.
Het verweer
Van misleiding is geen sprake. Het betreft een wijze van reclame maken die in diverse vormen ook door andere adverteerders wordt gebruikt en die een grote attentiewaarde heeft. De omstandigheid dat een adverteerder kortingen verleent of de aandacht op zijn bedrijf wil vestigen, heeft nieuwswaarde en kan dus als nieuws worden gebracht.
Het oordeel van de Commissie
1) De Commissie stelt voorop dat de radiocommercial begint met de expliciete mededeling dat het programma wordt onderbroken voor een “extra nieuwsbulletin”. Door deze wijze van presenteren wordt naar het oordeel van de Commissie op ontoelaatbare wijze afbreuk gedaan aan de herkenbaarheid van de reclame. De indruk dat er sprake is van nieuws in plaats van reclame wordt versterkt door de intonatie, waarbij van belang is dat de tekst is ingesproken door een oud nieuwslezer. Tot slot eindigt de radiocommercial met de mededeling “Einde van dit extra bulletin”, hetgeen eveneens de indruk wekt dat sprake is van een extra nieuwsbericht in plaats van reclame. Het feit dat in de commercial wordt gesproken over prijsverlagingen van adverteerder, neemt de onjuiste indruk die het voorgaande wekt met betrekking tot de aard van de boodschap niet weg. Adverteerder heeft daardoor gehandeld in strijd met artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
2) Voorts heeft adverteerder, door haar reclame-uiting te gieten in de vorm van een extra nieuwsbericht, het vertrouwen in reclame geschaad als bedoeld in artikel 5 NRC. In een extra nieuwsbericht pleegt de luisteraar immers te worden geattendeerd op zeer belangrijke en vaak ook urgente nieuwsfeiten. Door met haar radiocommercial bij een extra nieuwsbericht aan te sluiten, bestaat bovendien het gevaar dat de attentiewaarde van dergelijke nieuwsberichten wezenlijk vermindert.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 5 NRC en artikel 11.1 NRC. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.