De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial waarin een voice-over de diensten van adverteerder toelicht en aanprijst. Aan het einde van de commercial zegt de voice-over: “Mijn naam is Floris de Vries, docent bij NCOI”. Gedurende de televisiecommercial is een man te zien die kennelijk “Floris de Vries” is.
De klacht
Klager stelt dat in de televisiecommercial een man voorkomt die Floris de Vries zou heten en leraar bij NCOI zou zijn. Een dergelijke persoon werkt echter niet bij NCOI. Klager vindt om die reden de reclame onjuist en misleidend.
Het verweer
Dit kan als volgt worden samengevat. Het is zeer gebruikelijk in televisiecommercials gebruik te maken van acteurs. Adverteerder verwijst naar personages zoals de heer Van Dalen (Albert Heijn), Cora (Mora) en Jochem de Bruin (Rabobank). De acteur van de onderhavige televisiecommercial [naam] staat onder het pseudoniem “Floris de Vries” symbool voor de docenten van adverteerder. Met hem is afgesproken dat hij onder een gefingeerde naam in de televisiecommercial speelt. Overigens kan hij wel ingezet worden als trainer of onderwijzer.
Het oordeel van de voorzitter
1) In de onderhavige commercial is een man te zien en aan het woord die de docent “Floris de Vries” zou zijn. Niet in geschil is dat deze man in werkelijkheid geen docent maar acteur is. Dit blijkt niet uit de commercial. Van een herkenbaar optreden als acteur is naar het oordeel van de voorzitter geen sprake. De parallel die adverteerder trekt met reclames waarin personages als de heer Van Dalen (Albert Heijn), Cora (Mora) en Jochem de Bruin (Rabobank) optreden, treft geen doel, nu bij laatstbedoelde reclames wel duidelijk is dat gebruik wordt gemaakt van acteurs en gefingeerde personages.
2) Het voorgaande brengt niet mee dat de onderhavige televisiecommercial misleidend is. Aangenomen moet immers worden dat de gemiddelde consument niet tot een bepaalde transactie zal besluiten door de enkele – onjuiste – veronderstelling dat “Floris de Vries” docent bij NCOI is. Hierbij is van belang dat niet wordt gezegd welke vakken “Floris de Vries” doceert, zodat het op basis van de televisiecommercial niet mogelijk is specifiek een vak te kiezen waarbij men verwacht van deze “persoon” les te krijgen. Daarnaast is de voorzitter van oordeel dat het optreden van dit personage duidelijk ondergeschikt is aan de boodschap van de televisiecommercial. Deze boodschap kan zo worden samengevat dat men bij NCOI diverse opleidingen kan volgen waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de situatie en de keuzes van werkende mensen die blijkbaar de doelgroep van adverteerder zijn. Niet gesteld of gebleken is dat deze boodschap als zodanig onjuist of misleidend is. De klacht kan derhalve niet slagen.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.