De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiereclame. Daarin wordt onder meer gezegd:
“En we bakken het brood van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat vers voor u”.
Intussen is onder meer een klok te zien waarvan de wijzers draaien van -kennelijk- vroeg in de ochtend tot rond 20.30 uur en verschijnt in beeld:
“elke dag tot sluit vers gebakken”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Gesteld wordt dat tot ’s avonds brood wordt gebakken. In werkelijkheid is dit echter niet het geval. Klaagster bezoekt twee vestigingen van Albert Heijn in Barendrecht, namelijk op de Middenbaan en in Carnisselande, maar tussen 17 en 18 uur, het tijdstip dat klaagster boodschappen doet, zijn de ovens uit, en kan er niets meer worden gebakken. Op 26 oktober 2018 kon zelfs om 14 uur niets meer worden gebakken.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
De klacht betreft de televisiecommercial genaamd ‘Het Iekkere van brood’. Hierin brengt Albert Heijn onder de aandacht hoe bijzonder brood is en benadrukt zij het belang van de beschikbaarheid ervan.
De klacht ziet in het bijzonder op de voice-over:
“(…) Brood is helemaal niet gewoon, maar buitenaards lekker. En we bakken het
van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat vers voor u” en de tekst in beeld: “elke dag tot sluit vers gebakken”.
Met deze reclame wijst Albert Heijn op het belang van de beschikbaarheid van vers gebakken brood, elke dag. Zij begrijpt de wens van haar klanten om altijd versgebakken brood te kunnen kopen en heeft dit dan ook tot sluitingstijd beschikbaar in haar winkels.
Albert Heijn meent dat de klacht moet worden afgewezen, omdat klaagster verzuimd heeft haar stellingen te onderbouwen met bewijsmateriaal. Voor het geval de Commissie hierover anders mocht oordelen, voert Albert Heijn het volgende verweer.
De boodschap van de commercial is dat Albert Heijn “tot sluit” vers gebakken brood in de winkel beschikbaar heeft. Dit blijkt ook uit de tekst “elke dag tot sluit vers gebakken”.
Klaagster heeft gesteld dat de ovens voor sluitingstijd al uit staan, en er dus niet tot sluit gebakken werd. Daarmee miskent klaagster dat de reclame ziet op de beschikbaarheid van het vers gebakken brood en niet op het ingeschakeld zijn van de ovens. Dat een oven uit staat, betekent niet dat er op dat moment geen vers brood beschikbaar is.
Dat de voice-over stelt dat er tot ’s avonds laat gebakken wordt, doet aan het bovenstaande niets af. Deze mededeling wordt slechts gedaan om te benadrukken dat er zo lang gebakken wordt als nodig is om te voorzien in de vers broodbehoefte. Dit betekent vaak dat de ovens nog aan staan in de avond, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn.
Verder is het logisch dat de oven niet gedurende de hele dag aan staat. Het kost immers gemiddeld 2 à 2,5 uur om broden af te bakken, af te laten koelen en te verpakken. In de praktijk zal de laatste bakronde in een winkel dan ook 3 à 4 uur voor sluitingstijd plaatsvinden, om ook na de afkoel- en inpaktijd nog voldoende tijd te hebben om deze artikelen te verkopen. Met andere woorden: het heeft geen zin om bijvoorbeeld een uur voor sluitingstijd brood af te bakken. Dat zou slechts leiden tot voedselverspilling, omdat het brood niet meer verkocht kan worden.
Dat in de periode voor sluitingstijd soms niet meer gebakken wordt, doet geen afbreuk aan de uiting dat er tot laat vers brood beschikbaar is. Op bovenbedoelde wijze voorzien de ovens immers al in de broodbehoefte.
Mocht klaagster menen dat ook de belofte van beschikbaarheid van vers brood misleidend is, dan kan Albert Heijn zich daarmee niet verenigen. Uit gegevens van Albert Heijn blijkt namelijk dat er op 26 oktober jl. aan het einde van de dag nog vers gebakken brood beschikbaar was in het filiaal aan de Middenbaan. Een deels geanonimiseerd overzicht hiervan is als bijlage aan het verweer gehecht. Het is dan ook onjuist dat in het betreffende filiaal om 14 uur of daarna geen vers gebakken brood aanwezig was.
Uit voornoemd overzicht blijkt dat deze garantie ook de rest van de week werd behaald in beide filialen, aldus Albert Heijn.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat de klacht op in die zin dat klager bezwaar maakt tegen de uiting, omdat volgens haar niet “tot ’s avonds laat” brood wordt gebakken. Daartoe heeft klaagster onder meer aangevoerd dat bij twee vestigingen van Albert Heijn in Barendrecht de ovens tussen 17 en 18 uur, het tijdstip dat klaagster boodschappen doet, uit zijn, en dat er dan niets meer kan worden gebakken.
Adverteerder heeft het verweer gevoerd dat de bestreden uiting betrekking heeft op het belang van beschikbaarheid van vers gebakken brood in haar winkels tot sluitingstijd, en niet op het ingeschakeld zijn van de ovens. In dit verband heeft adverteerder ook meegedeeld dat de ovens vaak nog aan staan in de avond, maar dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn, en dat in de praktijk de laatste bakronde in een winkel 3 tot 4 uur voor sluitingstijd plaatsvindt.
De Commissie oordeelt als volgt. In de bestreden uiting wordt gezegd:
“En we bakken het brood van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat vers voor u”. De gemiddelde consument zal deze mededeling opvatten in die zin dat in het algemeen daadwerkelijk tot ’s avonds laat brood gebakken wordt, en dat de ovens daartoe in werking zijn. Dit geldt temeer nu tegelijkertijd een klok wordt getoond, waarvan de wijzers draaien van -kennelijk- vroeg in de ochtend tot rond 20.30 uur.
Niet duidelijk is dat met de uiting slechts is bedoeld tot uitdrukking te brengen dat er tot sluitingstijd “vers gebakken brood” beschikbaar is, zoals door adverteerder is gesteld, en dat de laatste bakronde in de praktijk 3 tot 4 uur voor sluitingstijd plaatsvindt. Dat blijkt ook niet uit de mededeling in beeld: “elke dag tot sluit vers gebakken”.
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk ten aanzien van voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Gelet op het bovenstaande wort als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.