De bestreden uiting
Het betreft een radiocommercial waarin wordt gezegd: “(Hamsteren!) U hoort het: het zijn weer hamsterweken bij Albert Heijn. Bij wel vijftig producten krijgt u de tweede gratis (…)”
De klacht
Indien men gebruik wil maken van de hamsterweken-actie dient men een klantenkaart te tonen. Dit wordt in de commercial niet gezegd.
Het verweer
De Commissie vat het standpunt van adverteerder als volgt samen.
In de eerste plaats acht adverteerder de gemiddelde consument ervan op de hoogte dat bonusaanbiedingen slechts verkrijgbaar zijn op vertoon van de bonuskaart. Reeds sinds jaren houdt adverteerder deze werkwijze aan. Dat de bonuskaart moet worden getoond bij bonusaanbiedingen wordt voorts duidelijk meegedeeld in de bonusfolder. Ook op de kaartjes in het schap en op de website www.ah.nl staat duidelijk dat de bonuskaart, die overigens gratis is en anoniem verkrijgbaar is in de winkel, moet worden getoond.
In de tweede plaats stelt adverteerder zich op het standpunt dat een radiocommercial niet voldoende ruimte biedt om alle voorwaarden van een actie toe te lichten.
Gelet op het voorgaande is adverteerder van mening dat de klacht dient te worden afgewezen.
Het oordeel van de Commissie
In de reclame-uiting wordt niet meegedeeld dat de genoemde (vijftig) ‘tweede gratis’ aanbiedingen uitsluitend verkrijgbaar zijn op vertoon van een Albert Heijn bonuskaart. Naar het oordeel van de Commissie is aldus sprake van een omissie dan wel te laat verstrekken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor er toe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Het verweer van adverteerder dat men ervan op de hoogte zou zijn dat ‘bonusaanbiedingen’ uitsluitend verkrijgbaar zijn op vertoon van een bonuskaart treft geen doel, nu in de commercial niet wordt gezegd dat sprake is van ‘bonusaanbiedingen’, maar van aanbiedingen waarbij het tweede product gratis is.
Gelet op het voorgaande is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De reclame-uiting is in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.