De klacht
Klaagster stelt dat ze al meerdere keren bij afzender heeft geklaagd over het versturen van reclame per post en e-mail. Uiteindelijk heeft zij een schriftelijke bevestiging ontvangen dat haar gegevens waren verwijderd. Ondertussen heeft klaagster alweer twee keer geadresseerde reclame via de post ontvangen, waaronder een kraskaart voor de postcodekanjer en een kerstkaart met daarin wederom een kraskaart met kanjercode.
Klaagster heeft een printscreen van de ontvangen geadresseerde post en de correspondentie met afzender hierover bijgevoegd.
Het oordeel van de voorzitter
1) De klacht ziet op het ontvangen van geadresseerde post, terwijl klaagster stelt te hebben aangegeven geen post meer te willen ontvangen. Uit het dossier volgt dat klaagster geadresseerde post en e-mails van afzender heeft ontvangen en hierover in het verleden regelmatig contact heeft gehad met afzender, als ook dat er bij afzender bij de administratieve verwerking van de gegevens van klaagster iets is misgegaan waardoor zij post bleef ontvangen. Afzender heeft aangegeven dat er geen geadresseerde post meer zal worden verstuurd naar het adres van klaagster en ook geen post gericht ‘aan de bewoners van’. De post die nog klaarlag voor verzending heeft afzender weten te onderscheppen.
2) Tussen partijen staat niet ter discussie dat klaagster aan afzender heeft bericht geen post (meer) van haar te willen ontvangen. De voorzitter oordeelt dat afzender gegeven dit bericht ,op grond van na te noemen artikel, al aan klaagster geen (geadresseerde) reclame via post meer mocht sturen. De klacht wordt dan ook toegewezen, nu afzender in strijd met artikel 14 van de Code Brievenbus reclame, huissampling en direct response advertising (CBR) heeft gehandeld, door klaagster (alsnog) geadresseerde post te sturen. De voorzitter ziet aanleiding om aan te nemen dat sprake is geweest van een onbedoelde fout en dat afzender zich zal inspannen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Om die reden zal de aanbeveling dit niet meer te doen, worden gedaan voor zover nog nodig.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande is de reclame-uiting in strijd met artikel 14 van de Code Brievenbus reclame, huissampling en direct response advertising (CBR) aan klaagster verzonden. De voorzitter beveelt afzender, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te verspreiden.