De bestreden uiting
Het betreft een uiting in “RegioMagazine, dé reclamekrant van ondernemers voor de inwoners van de gemeenten Stadskanaal en Westerwolde” van mei 2018.
In de uiting staat, boven en naast een advertentie van Sunn-Palace zonnestudio Ter Apel, een tekst met als kop: “Sunn-Palace in Ter Apel is van een ongekende allure!”.
In het tekstgedeelte staat, voor zover hier van belang:
“Daarnaast wordt tijdens het zonnen de aanmaak van vitamine D gestimuleerd waardoor het risico van hartklachten wordt verlaagd”
en
“Verder bieden de zonnebanken van Ergoline de volgende voordelen: verbetering botstructuur, een gelukkiger gevoel omdat de aanmaak van serot[on]ine wordt gestimuleerd en daarom ook goed is voor mensen met depressies.”
en
“Verder helpt het bij gewichtsverlies, is het pijnverzachtend, wordt het immuunsysteem verbeterd, behandelt het diverse huidziektes en vermindert het risico op kanker.”
De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat de uiting belachelijke gezondheidsclaims bevat. Vooral de claims betreffende het verkleinen van het risico op kanker en dat een zonnebank goed is voor mensen met een depressie irriteren mateloos, aldus klager.
Het verweer
Sunn-Palace voert in haar eerste reactie het volgende aan, verkort en zakelijk weergegeven.
De uiting is een artikel dat is geschreven door een journalist op basis van een door Sunn-Palace aan hem gegeven lijstje met alle voordelen van het zonnen. Sunn-Palace heeft het artikel gelezen en goedgekeurd, hoewel de context waarin de voordelen zijn genoemd wellicht beter had gekund. Uit informatie op de website svzinfo.nl blijkt dat voor alle in de uiting genoemde voordelen van het zonnen medisch en wetenschappelijk bewijs is. Zo wordt steeds duidelijker dat zonnen bijdraagt aan de natuurlijke aanmaak van vitamine D in de huid en dus goed is voor de algehele gezondheid. Ook heeft zonlicht invloed op het immuunsysteem, bloeddruk, depressie etc.
In reactie op het verzoek om toezending van bovengenoemd “medisch en wetenschappelijk bewijs” heeft verweerder bij e-mail van 20 juni 2018 twee als bijlage bijgevoegde rapporten alsmede links naar andere stukken toegestuurd.
Het oordeel van de Commissie
1.
Indien en voor zover Sunn-Palace heeft willen aanvoeren dat de bestreden uiting een redactioneel artikel is en daarom geen reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) betreft en/of geen uiting is waarvoor Sunn-Palace verantwoordelijk is, wordt dit standpunt niet gevolgd. De tekst en de foto in het ‘artikel’ vormen visueel onmiskenbaar één geheel met de onderin de uiting staande advertentie van Sunn-Palace. Verder is vast komen te staan dat verweerder invloed op de inhoud van de uiting heeft uitgeoefend. Ten slotte is de uiting opgenomen in “dé reclamekrant van ondernemers”. Dit alles leidt tot het oordeel dat de bestreden uiting moet worden aangemerkt als reclame door en/of ten behoeve van Sunn-Palace, waarvoor Sunn-Palace verantwoordelijk moet worden gehouden.
2.
In de uiting wordt gesteld dat het gebruik van de zonnebanken bij Sunn-Palace de volgende gezondheidsvoordelen oplevert: verlaagt het risico op hartklachten dankzij stimulering van de aanmaak van vitamine D, verbetert de botstructuur, is door stimulering van de aanmaak van serotonine goed voor mensen met depressies, helpt bij gewichtsverlies, is pijnverzachtend, verbetert het immuunsysteem, behandelt diverse huidziektes en vermindert het risico op kanker. Nu door klager wordt betwist dat het zonnen bij Sunn-Palace de gezondheidsvoordelen heeft die in de uiting worden genoemd, ligt het op de weg van Sunn-Palace de juistheid van de uiting aannemelijk te maken.
3.
Sunn-Palace heeft ter onderbouwing van de in de uiting genoemde voordelen van het gebruik van haar zonnebanken verwezen naar “medisch en wetenschappelijk bewijs”. Op het verzoek om de Commissie in het bezit te stellen van dit bewijs, heeft Sunn-Palace in de eerste plaats, zonder nadere toelichting, de volledige rapporten “De relatie tussen kanker, zonnestraling en vitamine D” (2010) en “Ultraviolette straling en huidkanker” (2002) toegestuurd. Aan het uitdrukkelijke verzoek om in de rapporten te markeren welke gedeeltes relevant zijn voor de onderbouwing van de geclaimde voordelen, is niet voldaan. In het ontbreken van enige toelichting door Sunn-Palace op de omvangrijke rapporten – respectievelijk ongeveer 175 en 65 pagina’s – ziet de Commissie aanleiding deze stukken buiten beschouwing te laten.
4.
Verder heeft Sunn-Palace, eveneens zonder nadere toelichting, links toegestuurd die leiden naar de volgende (ongemarkeerde) stukken:
het interview met minister De Jonge op nos.nl van 13 april 2018: “Gezondheidsminister over wijn en zonnebank: ik geniet van de geneugten des levens”;
het interview met Carla Bruijnzeel, dermatoloog, op nrc.nl van 25 mei 2018: “Wat de zon betreft ben ik lichtzinnig”;
het artikel “Vitamin D may decrease breast cancer risk, study reports” in Medical News Today van 18 juni 2018;
het artikel “Gerede twijfel over eerder onderzoeken effecten zonnebanken” van 1 maart 2018 op www.medicalfacts.nl;
de publicatie (abstract) “UVA radiation of human skin vasodilates arterial vascalature and lowers blood pressure independently of nitric oxide synthase” (www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/24445737);
de publicatie “A Review of the Use of Tanning Beds as a Dermatological Treatment” (www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4374067/);
het artikel “Does sunlight affect breast cancer risk” van 28 juni 2011 op de website van de National Health Service (www.nhs.uk);
het artikel “Dose of sunshine exposure could cut the risk of cancer by a fifth” van Laura Donnelly, “health editor”, op www.telegraph.co.uk van 7 maart 2018;
de brochure “Zon verstandig. Geef huidkanker minder kans” van KWF (3e herziene druk 2014);
het artikel “Sun Exposure: Cancer Cause of Part of the Solution?” op de website thetruthaboutcancer.com.
Met betrekking tot deze als “medisch en wetenschappelijk bewijs” overgelegde stukken overweegt de Commissie als volgt, waarbij in de eerste plaats wordt ingegaan op de door klager als belangrijkste bezwaren genoemde claims met betrekking tot kanker en depressie.
5.
De Commissie gaat ervan uit dat Sunn-Palace met betrekking tot de claim “vermindert het risico op kanker” verwijst naar de hiervoor onder c), g), h), i) en j) genoemde stukken.
Naar het oordeel van de Commissie kan in deze stukken geen rechtvaardiging worden gevonden voor de claim “vermindert het risico op kanker”.
In het onder c) genoemde artikel “Vitamin D may decrease breast cancer risk, study reports” wordt verwezen naar een studie waarin wordt geconcludeerd dat “high vitamin D levels may lower risk of breast cancer”. Niet alleen is onduidelijk of het gebruik van een zonnebank tot het benodigde hoge niveau vitamine D leidt, maar ook heeft deze studie alleen betrekking op mogelijke verlaging van het risico op borstkanker en niet op het risico op kanker in het algemeen, zoals in de uiting staat. Bovendien is “de mogelijke verlaging van het risico op kanker” een veel minder vergaande conclusie dan dat “het risico op kanker wordt verminderd”. Het eventuele voordeel van vitamine D is in de uiting dus te absoluut geformuleerd. Nu het onder h) genoemde artikel verwijst naar deze studie, kan ook dit stuk niet als onderbouwing van de uiting gelden.
Soortgelijke bezwaren als genoemd bij het onder c) vermelde artikel gelden voor de onder i) genoemde brochure van KWF (uit 2014), waarin staat dat recent onderzoek uitwijst dat “vitamine D mogelijk het risico op bepaalde soorten kanker kan verkleinen”.
Het onder g) genoemde artikel over het verband tussen vitamine D en borstkanker dateert uit 2011 en kan, gelet op recentere onderzoeken (zoals vermeld onder c)) buiten beschouwing blijven. Voor het onder j) genoemde artikel geldt dat het de Commissie niet duidelijk is wat de status is van de website waarop dit is verschenen of in welke hoedanigheid het is geschreven. Ook dit stuk wordt daarom buiten beschouwing gelaten.
Op grond van het voorgaande concludeert de Commissie dat Sunn-Palace met bovengenoemde stukken de juistheid van de zonder enig voorbehoud gestelde claim “vermindert het risico op kanker” niet aannemelijk heeft gemaakt.
6.
De Commissie gaat ervan uit dat Sunn-Palace met betrekking tot de claim “een gelukkiger gevoel omdat de aanmaak van serot[on]ine wordt gestimuleerd en daarom ook goed is voor mensen met depressies” verwijst naar de onder b) en i) genoemde stukken.
In het onder b) genoemde interview zegt Carla Bruijnzeel, dermatoloog, in dit verband: “Zonlicht doet ons ook goed, het stimuleert de aanmaak van endorfinen in de huid, waardoor je je prettig voelt. Goed tegen depressie (…), door de aanmaak van vitamine D.” Deze enkele opmerking in een interview kan naar het oordeel van de Commissie niet als “wetenschappelijk bewijs” worden aangemerkt voor de claim dat zonnen op een zonnebank goed is voor mensen met depressies. In de onder i) genoemde brochure van KWF wordt als een van de “mogelijke voordelen van UV-straling” genoemd: “gevoel van welbevinden”. Nu hier wordt gesproken over een “mogelijk voordeel” en “een gevoel van welbevinden”, kan ook dit stuk niet dienen als onderbouwing van de stellige claim “goed voor mensen met depressies”.
7.
Waarschijnlijk bedoelt Sunn-Palace met betrekking tot de claim dat “het risico van hartklachten wordt verlaagd” te verwijzen naar de onder e) genoemde publicatie. De Commissie heeft hieruit echter niet kunnen afleiden in hoeverre deze publicatie (‘abstract’) kan dienen als onderbouwing van de stellige claim betreffende de verlaging van het risico van hartklachten door het gebruik van een zonnebank.
8.
De Commissie gaat ervan uit dat Sunn-Palace ter onderbouwing van de claim “verbetering botstructuur” verwijst naar de onder b) en i) vermelde stukken.
In het onder b) genoemde interview noemt dermatoloog Bruijnzeel zonlicht “goed voor je botten”. In de onder i) genoemde brochure van KWF wordt als “mogelijk voordeel van UV-straling op de lange termijn” een “verminderde kans op botontkalking en botbreuken” genoemd. Verder wordt gesteld dat vitamine D goed is “voor sterke botten”. Deze stukken zijn onvoldoende om aannemelijk te maken dat het gebruik van de zonnebank (bij Sunn-Palace) leidt tot een “verbetering van de botstructuur”, zoals in de uiting wordt geclaimd. Verbetering is immers verdergaand dan het (mogelijk) verminderen van de kans op botontkalking en botbreuken.
9.
De Commissie heeft alleen in de onder i) genoemde brochure van KWF een opmerking aangetroffen die in verband kan worden gebracht met de claim dat door het zonnen op een zonnebank “het immuunsysteem [wordt] verbeterd”. De brochure vermeldt dat vitamine D “een belangrijke rol speelt bij het in stand houden van de weerstand”. Nu het in stand houden van weerstand niet gelijk is te stellen met het verbeteren daarvan, is de Commissie van oordeel dat Sunn-Palace de claim betreffende “verbetering van het immuunsysteem” onvoldoende heeft onderbouwd.
10.
De Commissie gaat ervan uit dat Sunn-Palace met betrekking tot de claim “behandelt diverse huidziektes” (met name) verwijst naar de onder f) genoemde publicatie “A Review of the Use of Tanning Beds as a Dermatological Treatment”. De conclusie van de ‘review’ luidt: “Selected use of commercial tanning beds in the treatment of dermatologic conditions may be another useful and effective treatment for those patients with an inability to access office-based or home-based phototherapy.” De conclusie dat zonnebanken mogelijk gunstige effecten hebben bij bepaalde huidaandoeningen rechtvaardigt niet de in de uiting staande absolute claim dat het zonnen bij Sunn-Palace “diverse huidziektes behandelt”. Daar komt bij dat in de ‘review’ erop wordt gewezen dat “the wavelengths of UVA and UVB irradiation from tanning beds are highly variable”. Verder staat in de onder i) genoemde brochure van KWF dat UV-straling naast mogelijke gunstige effecten bij huidaandoeningen ook kan leiden tot verslechtering van bepaalde huidaandoeningen. De Commissie acht gelet op al deze omstandigheden de claim “behandelt diverse huidziektes” onvoldoende onderbouwd.
11.
Het is de Commissie niet duidelijk geworden welke stukken volgens Sunn-Palace kunnen dienen om de juistheid van de claims “helpt bij gewichtsverlies” en “is pijnverzachtend” aannemelijk te maken.
12.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de in de bestreden uiting opgenomen claims onvoldoende onderbouwd zijn, waardoor de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de resultaten die verwacht kunnen worden van het gebruik van de zonnebanken bij Sunn-Palace. Omdat de gemiddelde consument door de onjuiste informatie ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
13.
Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.