De bestreden reclame-uiting
Het betreft:
1) een door adverteerder aan klager verzonden e-mail waarin kaartjes voor de voorstelling ‘Beauty and the Beast’ worden aangeboden die via de knop ‘Boek nu’ of via een link kunnen worden besteld, terwijl ook een telefoonnummer wordt genoemd om te boeken,
2) de website www.stage-entertainment.nl voor zover deze betrekking heeft op een actie voor ‘Beauty and the Beast’ waarbij men “tot € 20,- voordeel per kaart!” ontvangt, voorzien van de knop ‘boek direct’ alsook een telefoonnummer waarlangs men eveneens kan boeken.
De klacht
Deze wordt als volgt weergegeven.
Klager stelt dat in de bestreden uiting kaartjes worden aangeboden voor een lagere prijs dan uiteindelijk betaald moet worden. Indien men een kaartje voor € 49,– wenst te kopen, wordt er per kaartje € 6,85 servicekosten berekend. Later komt er nog eens € 1,80 bij als men de kaartjes wenst te printen. Voor één kaartje van € 49,– dient men uiteindelijk dus € 57,65 te betalen. Dat betekent dat het kaartje 17% duurder is dan waarvoor het wordt aangeboden.
Het verweer
Dit wordt als volgt weergegeven.
Adverteerder acht het relevant dat klager de kaartjes heeft geboekt naar aanleiding van een ‘EDM’ (Electronic Direct Mail). Deze was onderdeel van een promotiecampagne van adverteerder voor ‘Beauty and the Beast’. De campagne bestond uit drie EDM’s. Klager heeft naar aanleiding van een van deze EDM’s kaartjes gekocht. In elke EDM wordt naar de van toepassing zijnde actievoorwaarden gelinkt. Daarin staat duidelijk dat de prijzen exclusief reserverings- en transactiekosten zijn. Dit is zichtbaar voor een ieder die kaartjes bestelt, voorafgaand aan het uiteindelijke moment van betaling. Adverteerder heeft op grond van het voorgaande de Nederlandse Reclame Code niet overtreden. Subsidiair, indien anders wordt geoordeeld, verzoekt adverteerder de aanbeveling ‘ondershands’ te doen.
Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter begrijpt het standpunt van klager aldus, dat hij vindt dat de reclame-uitingen in strijd met de Nederlandse Reclame Code zijn, omdat het in het kader van het bestelproces niet mogelijk blijkt kaartjes voor de aanvankelijk genoemde prijs te kopen als gevolg van de bijkomende kosten. In verband met deze klacht komt in het bijzonder relevantie toe aan de bijzondere informatieverplichtingen die gelden bij een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand. De uitingen dienen als een dergelijke uitnodiging te worden beschouwd. In de uitingen staan immers links waarmee men wordt uitgenodigd een online reservering van tickets te maken. Daarnaast kan men ook telefonisch kaartjes bestellen via het in de uitingen genoemde telefoonnummer.
2) Op grond van het voorgaande zijn de informatieverplichtingen als bedoeld in artikel 8.4 aanhef sub f tot en met n van de Nederlandse Reclame Code (NRC) van toepassing en dient naar aanleiding van de klacht in het bijzonder te worden getoetst of adverteerder heeft voldaan aan de in dit artikel sub i omschreven verplichting. Deze houdt in dat sprake dient te zijn van een ‘totale prijs’, dat wil zeggen een prijs waarin, voor zover mogelijk, alle kosten en belastingen zijn verdisconteerd. Indien het niet mogelijk is bepaalde kosten en belastingen in een totale prijs te verdisconteren, dient de consument afzonderlijk over deze kosten te worden geïnformeerd. Uitgaande van dit toetsingskader oordeelt de voorzitter als volgt.
3) De voorzitter constateert dat adverteerder per kaartje € 6,85 ‘servicekosten’ in rekening brengt. Deze kosten mogen op grond van artikel 8.4 aanhef sub i NRC niet afzonderlijk aan de consument in rekening worden gebracht. Het betreft immers kosten die per kaartje worden berekend en die op voorhand bekend zijn, zodat adverteerder deze reeds in de prijs van het kaartje had dienen te verdisconteren. Nu adverteerder dit heeft nagelaten, zijn de uitingen in strijd met artikel 8.4 aanhef sub i NRC. Beide uitingen voldoen op grond van het voorgaande niet aan de eis dat sprake is van een ‘totale prijs’.
4) Met betrekking tot de kosten voor ‘verzendwijze’ heeft de consument de keuze tussen het zelf uitprinten van de tickets ad € 1,80 per bestelling of het per post laten bezorgen ad € 2,55 per bestelling. Nu de kosten voor ‘verzendwijze’, anders dan de servicekosten, niet per ticket maar per bestelling zijn verschuldigd, en de voorzitter aanneemt dat per bestelling meerdere kaartjes kunnen worden verzonden, is het niet mogelijk deze kosten vooraf te verdisconteren in de totale prijs. Wel dient adverteerder de consument bij het noemen van prijzen reeds te informeren over het feit dat deze extra kosten verschuldigd zijn en over de hoogte daarvan. De hier bedoelde informatieverplichting dient immers om te waarborgen dat de consument zich steeds een juist en volledig beeld vormt over de totale prijs. In de bestreden e-mail staat weliswaar dat de prijzen exclusief “transactiekosten” zijn, waarmee blijkbaar de kosten ‘verzendwijze’ zijn bedoeld, maar ontbreekt informatie over de hoogte daarvan. Deze informatie ontbreekt ook op de bestreden webpagina’s met uitzondering van de informatie in het kader van de ‘winkelwagen’. De voorzitter is evenwel van oordeel dat deze informatie ook had moeten staan op de pagina’s van de website die men voorafgaand aan het bestellen ziet voor zover daarop prijzen worden genoemd. Nu adverteerder niet aan deze informatieverplichting heeft voldaan, zijn de uitingen om die reden eveneens in strijd met artikel 8.4 aanhef sub i NRC. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de bestreden reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 8.4 aanhef en onder i NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.