De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website www.bol.coml voor zover op deze website een aanbieding stond voor een “Apple Mac Pro – 6-core Tower – Desktop” met “1000 GB harde schijf”.
De klacht
Klager stelt, samengevat, dat de in de uiting bedoelde desktop bij levering een harde schijf bleek te hebben van 256 GB in plaats van, zoals in de uiting staat, 1.000 GB (1 TB). De computer is wel met een harde schijf van 1 TB verkrijgbaar, maar adverteerder levert deze niet. Nadat klager zich over het voorgaande had beklaagd en om levering van een computer met een harde schijf van 1 GB had gevraagd, heeft adverteerder aan klager een losse harde schijf van 1 TB aangeboden. Op een dergelijke schijf kun je echter geen programma’s uitvoeren en deze is ook lang niet zo snel als een interne harde schijf van 1 TB.
Het verweer
Er is sprake geweest van een kennelijke vergissing op de website, zowel in prijs als in de weergegeven informatie, Het aanbod is als geheel niet misleidend geweest. Inmiddels heeft adverteerder de website aangepast, zodat een aanbeveling niet meer nodig is en de klacht niet in behandeling hoeft te worden genomen.
Het oordeel van de voorzitter
1) Vaststaat dat op de website onjuiste informatie stond over de aangeprezen desktop. Immers, anders dan in de uiting stond, wordt dit product door adverteerder niet geleverd met een harde schijf van 1 TB. De gemiddelde consument kan niet op de hoogte worden geacht van het feit dat adverteerder aldus in de uiting geen juiste informatie heeft verstrekt over de productspecificaties, een van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
2) Gebleken is dat adverteerder de uiting heeft aangepast toen deze onjuist bleek te zijn. Gelet hierop en het betoog van adverteerder dat sprake is geweest van een vergissing, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.