De bestreden reclame-uiting
Het betreft de “weekaanbieding” van verschillende merken laminaat op adverteerders website www.bebolaminaat.nl. Onder de aanbieding met kenmerk “c301” staat:
(…) “c301 – Eiken – Luxe uitstraling! – I.c.m. ondervloer + plinten : 2,98 pm2! “
De klacht
De mededeling “i.c.m. ondervloer + plinten: 2,98 pm2!” impliceert duidelijk dat de prijs van
€ 2,98 per m2 zowel de laminaatvloer als de ondervloer en plinten omvat. In werkelijkheid blijkt voor de ondervloer en plinten apart betaald te moeten worden. De prijs hiervan is op de website niet gemakkelijk te vinden, wat de suggestie versterkt dat de genoemde prijs van
€ 2,98 per m2 inclusief ondervloer en plinten is.
Het verweer
De laminaatvloer kan alleen zo goedkoop worden aangeboden indien deze tegelijk met een – normaal geprijsde – ondervloer en plinten wordt besteld. Daarop wordt gedoeld met de mededeling “i.c.m. met ondervloer en plinten: 2,98 pm2”. Adverteerder stelt zich er niet van bewust te zijn “iets verkeerd te doen”, maar ervoor open te staan “het anders te doen” indien de (voorzitter van de) Commissie dat adviseert.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen, en overweegt daartoe het volgende.
De mededeling “I.c.m. ondervloer + plinten: 2,98 pm2” kan bij de gemiddelde consument de indruk wekken dat in de genoemde prijs per m2 ook de prijs voor de ondervloer en plinten is begrepen. Blijkens het verweer van adverteerder is met de mededeling “I.c.m. ondervloer + plinten: 2,98 pm2” echter bedoeld te zeggen dat de genoemde aanbiedingsprijs voor de laminaatvloer geldt mits tegelijk met het laminaat de apart af te rekenen ondervloer en plinten worden besteld. Nu in de uiting geen duidelijke splitsing tussen de (aanbiedings)prijs voor de laminaatvloer en de prijs voor de ondervloer en plinten is gemaakt, is de uiting naar het oordeel van de voorzitter onduidelijk ten aanzien van de prijs als bedoeld in de aanhef en onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.Daarom wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht de bestreden reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.