De bestreden reclame-uiting
Het betreft de website www.klm.nl voor zover op die website tickets naar specifiek genoem¬de bestemmingen werden aangeboden in het kader van de actie “Vijf dagen voordeel”.
De klacht
Klaagster stelt, samengevat, dat zij een vliegticket naar Bologna wilde boeken en dat deze stad werd genoemd als stad waarop de actie “Vijf dagen voordeel” van toepassing was, waarbij de prijs van € 129,– voor een retourticket werd genoemd. Het bleek echter niet mogelijk voor deze prijs te boeken. Derhalve is sprake van een onjuiste reclame-uiting.
Het verweer
Dit kan als volgt worden samengevat. Adverteerder gaat ervan uit dat de klacht op een vergissing berust. Uit de overgelegde stukken en de door adverteerder verzonden communicatie blijkt namelijk niet dat Bologna was opgenomen in de campagne “Vijf dagen voordeel”.
De reactie van klaagster
Deze kan als volgt worden samengevat. Klaagster handhaaft haar stelling dat Bologna onder de actie “Vijf dagen voordeel” viel. Klaagster kan dit echter niet met stukken aantonen. Het bevreemdt haar dat adverteerder niet de volledige uitdraai van bestemmingen overlegt waarover zij, adverteerder, kan beschikken.
Het oordeel van de voorzitter
1) De klacht is gebaseerd op de stelling dat in het kader van de actie “Vijf dagen voordeel” een retour vliegticket naar Bologna kon worden gekocht voor € 129,–. Met betrekking tot de klacht zijn uitingen overgelegd die verband houden met bedoelde actie. Er ontbreekt echter een uiting waarin specifiek de door klaagster genoemde vliegreis staat, laat staan dat uit een uiting blijkt dat het ticket voor € 129,– werd aangeboden.
2) De voorzitter constateert dat klaagster uitdrukkelijk stelt dat zij een dergelijk ticket op de website van adverteerder heeft gezien. Anderzijds geldt dat adverteerder het bestaan van een dergelijke aanbieding betwist en dat uit de stukken niet blijkt dat adverteerder inderdaad in het kader van de actie “Vijf dagen voordeel” een retourticket naar Bologna heeft aangeboden voor € 129,–. Ook overigens zijn er geen aanwijzingen die het bestaan van een dergelijke aanbieding aannemelijk maken. Dit alles tegen elkaar afwegend, oordeelt de voorzitter dat onvoldoende feitelijke onderbouwing voor de klacht bestaat en dat deze om die reden niet kan slagen. Derhalve wordt beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.