De bestreden reclame-uiting
Het betreft de huis-aan-huis verspreide Bonus-folder waarin onder meer worden aangeboden:
“AH Witte, bruine of krentenbollen
Bijv. witte of bruine bollen
Zak 6 stuks
1.00 0,85”.
De klacht
De krentenbollen bleken niet € 0,85 te kosten, maar € 1,18. Omdat in de uiting ook krentenbollen zijn afgebeeld, wordt de indruk gewekt dat ook de krentenbollen € 0.85 kosten. Nu dat niet het geval blijkt te zijn, is de uiting misleidend.
Het verweer
In de uiting zijn meerdere varianten van een productcategorie in de aanbieding, te namelijk witte bollen, bruine bollen en krentenbollen. De prijzen zijn niet allemaal gelijk en ten behoeve van de leesbaarheid zijn slechts de prijzen van 2 varianten vermeld omdat deze gelijk zijn aan elkaar. Dit blijkt uit de vermelding “Bijv. witte of bruine bollen”. Hieruit blijkt dat de vermelde prijs een voorbeeld is én dat deze prijs alleen geldt voor de witte en de bruine bollen. Van misleiding is geen sprake.
Het oordeel van de voorzitter van de Commissie
Van de uiting gaat de suggestie uit dat de daarin duidelijk afgebeelde en groot en vetgedrukte “AH Witte, bruine of krentenbollen” voor de daarbij nog groter gedrukte prijs van “0,85” verkrijgbaar zijn. De mededeling “Bijv. witte of bruine bollen” neemt deze indruk niet weg. Adverteerder beroept zich erop dat uit de mededeling “Bijv. witte of bruine” duidelijk blijkt dat de krentenbollen niet voor € 0,85 verkrijgbaar zijn, doch de gemiddelde consument zal daaruit niet opmaken dat de krentenbollen niet voor € 0,85 verkrijgbaar zijn, te minder daar de prijs van de krentenbollen niet is vermeld.
Blijkens het voorgaande is onduidelijke informatie verstrekt ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.