De bestreden reclame-uiting
Het betreft een aan klaagster per e-mail verzonden nieuwsbrief van adverteerder die aanvangt met de tekst:
“Tot 50% korting op Voor Dummies
Onze Voor Dummies-winkel is feestelijk geopend binnen bol.com. Om dat te vieren geven we op de beste titels tot 50% korting.”
De klacht
De klacht luidt, samengevat, als volgt.
Klaagster heeft, nadat zij de avond ervoor nog laat haar mail had gecheckt, de e-mail om 7.35 uur ontvangen. Nog vóór 8.00 uur blijkt de hoogst gegeven korting op de betreffende boeken 21-25% te zijn. Bij navraag werd door adverteerder meegedeeld dat de titels met 50% korting boven verwachting al zouden zijn verkocht.
Dit lijkt klaagster onwaarschijnlijk. Aldus lijkt haar sprake van misleidende reclame.
Het verweer
Adverteerder voert – samengevat – aan dat de actie een looptijd van één maand had en dat gedurende deze maand er titels beschikbaar waren met een korting van tussen de 19% en 50%. Adverteerderheeft in de nieuwsbrief over deze actie tot twee maal toe kenbaar gemaakt dat sprake is van korting ‘tot’ 50% en niet een korting ‘van’ 50%.
Adverteerder betreurt het dat, op het moment dat klaagster de website bezocht, de titels met het kortingspercentage van 50% tijdelijk niet, dan wel niet langer beschikbaar waren. Wel waren er titels met korting beschikbaar.
Gelet op het voorgaande is naar de mening van adverteerder van misleidende reclame geen sprake.
Het oordeel van de Commissie
In de uiting wordt meegedeeld dat ‘tot 50% korting’ wordt gegeven op ‘Voor Dummies’.
Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder niet (voldoende gemotiveerd) weersproken dat reeds bij de aanvang van de actieperiode van een maand geen enkele titel (meer) beschikbaar was waarop 50% korting werd gegeven. Uit de uiting blijkt niet dat de titels met 50% korting slechts beperkt en bij de aanvang van de actie in het geheel niet beschikbaar waren. Deze informatie had naar het oordeel van de Commissie in de uiting moeten staan. Immers is anders niet duidelijk dat de titels waarop 50% korting werd gegeven, op het moment dat men de uiting leest, reeds uitverkocht kunnen zijn.
Nu de bedoelde informatie in de uiting ontbreekt, is de Commissie van oordeel dat sprake is van een omissie zoals bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC).Voorts is de Commissie van oordeel dat hierdoor de gemiddelde consument ertoe gebracht kan worden om een besluit te nemen over een transactie, dat hij anders niet had genomen.
Gelet op het voorgaande is de reclame op dit punt misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.