De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
• Een advertentie in de Telegraaf van 17 februari 2010. Er staat onder meer:
‘Onze kosten zijn ongekend laag. Daarom bouw je bij Brand New Day voor hetzelfde geld 78.000 meer pensioen op dan met een Delta Lloyd Bank Lijfrente Groeirekening’
En:
‘Consumentenbond Beste Keus februari 2010’
En:
‘Kijk voor details van deze berekening en de test van de Consumentenbond op brandnewday.nl/vergelijk’
En:
‘De fondsen van Brand New Day worden beheerd door Brand New Day Vermogensopbouw N.V. Zowel beheerder als haar fondsen zijn opgenomen in het register van de AFM’.
• Een radiocommercial op Business News Radio. Er wordt onder meer gezegd:
‘Verzekeraars verkochten ons zeven miljoen woekerpolissen. Door hun veel te hoge kosten mis jij later heel veel pensioen. Pik het ook niet langer. Bereken nu op brandnewday.nl hoeveel pensioen je bij ons meer opbouwt en stap vandaag nog over. Brand New Day, van de oprichters van Binck Bank’.
De klacht
De advertentie en de radiocommercial bevatten volgens klager onjuiste en misleidende informatie. De Commissie vat de gronden van de klacht als volgt samen.
1) Adverteerder is geen verzekeraar en heeft geen vergunning van de AFM.
2) Adverteerder spreekt ten onrechte over pensioen, nu geen sprake is van pensioen maar van lijfrente.
3) Op de website wordt een test van de Consumentenbond aangehaald die fouten bevat.
4) In de test van de Consumentenbond wordt gesproken over een bruto rendement
van 6%. Dit zegt echter niets over de (vergelijking van) kosten die door de verschillende verzekeraars worden gemaakt.
5) Adverteerder en de Consumentenbond vergelijken verzekeraars met woekerpolissen terwijl het voor 90% om banksparen gaat.
6) Klager vraagt zich af waaruit blijkt dat adverteerder veel lagere kosten berekent dan banken en verzekeraars.
Het verweer
De Commissie vat het verweer als volgt samen. Adverteerder is geen verzekeraar, hetgeen zij ook nooit heeft gesteld. Adverteerder is beheerder van beleggings-instellingen en heeft daarvoor de benodigde vergunning van de AFM. Op haar website vergelijkt adverteerder bank- en verzekeringsproducten van alle aanbieders.
In het onderhavige geval worden pensioenproducten met elkaar vergeleken. Het pensioen in Nederland bestaat uit drie pijlers, te weten AOW, werkgeverspensioen en individuele pensioenaanvulling. Adverteerder biedt de mogelijkheid tot individuele pensioenaanvulling op basis van het product dat als banksparen bekend staat en waarmee op termijn een lijfrente-uitkering kan worden aangekocht. Adverteerder meent voor de consument duidelijke begrippen te hanteren als ‘pensioen’ en ‘aanvullend pensioen’ wat ‘inkomen voor later’ betekent. In de onderhavige vergelijking vergelijkt adverteerder eenzelfde type product, te weten een bankspaarproduct waarmee pensioen kan worden opgebouwd. Het product van Delta Lloyd waarmee wordt vergeleken is eveneens een bankspaarproduct. Waar adverteerder spreekt over woekerpolissen bedoelt hij dat bij veel financiële producten te hoge kosten in rekening zijn gebracht. De kosten die adverteerder gebruikt voor haar vergelijking, betrekt zij van MoneyView, een aanbieder van onafhankelijke financiële data. Adverteerder merkt op dat hij de laagste kosten in rekening brengt en deze kosten transparant zijn en op de website worden vermeld. De kosten kunnen door een ieder worden vergeleken. Voor zover klager beweert dat het onderzoek van de Consumentenbond fouten bevat, dient hij zich tot deze organisatie te wenden.
Het oordeel van de Commissie
Ad 1
In de betrokken reclame-uitingen wordt niet gezegd of gesuggereerd dat adverteerder een verzekeraar is. Evenmin wordt gesproken over een door de AFM aan adverteerder verleende vergunning, zodat klacht 1 reeds hierom geen doel treft. Adverteerder heeft
overigens voldoende aannemelijk gemaakt dat de door haar gevoerde financiële onderneming is geregistreerd in het register van AFM en dat zij beschikt over een vergunning om financiële producten als de onderhavige te mogen aanbieden. Hieruit volgt dat adverteerder in beginsel ook reclame voor die producten mag maken.
Ad 2
Adverteerder heeft toegelicht dat waar in de uitingen wordt gesproken over “pensioen”, hiermee een financieel product wordt bedoeld dat de mogelijkheid biedt tot een individuele pensioenaanvulling op basis van banksparen, waarmee op termijn een lijfrente-uitkering kan worden gekocht. Dit brengt mee dat de uitingen uitsluitend zijn bedoeld voor werknemers die zijn geïnteresseerd in een aanvullend pensioen. Het feit dat dit niet uit de uitingen blijkt nu daarin slechts wordt gesproken over “pensioen”, brengt naar het oordeel van de Commissie niet mee dat sprake is van misleidende reclame. De personen op wie de uitingen niet van toepassing zijn (werknemers die uitsluitend kiezen voor AOW en een pensioen van de werkgever) zullen immers er niet toe worden gebracht hun pensioen bij adverteerder onder te brengen, nu dat in hun geval niet mogelijk is. Gelet hierop en nu de uitingen uitsluitend een algemene wervende strekking hebben, kan op dit punt van misleidende reclame geen sprake zijn.
Ad 3 + 4
In de printuiting wordt verwezen naar de test van de Consumentenbond. In de uiting wordt niet inhoudelijk ingegaan op het onderzoek van de Consumentenbond. Het ‘brutorendement van 6%’ dat volgens klager in voornoemde test wordt genoemd en waar de klacht zich tegen richt, komt als zodanig dan ook niet in de reclame-uiting voor en kan daarom niet tot het oordeel leiden dat de reclame in strijd is met enige bepaling van de Nederlandse Reclame Code. Dit geldt ook voor zover klager stelt dat het onderzoek van de Consumentenbond bepaalde fouten bevat. Onvoldoende is komen vast te staan dat deze fouten dusdanig zijn, dat adverteerder in reclame-uitingen niet naar de resultaten van dat onderzoek zou mogen verwijzen.
Ad 5
Ten aanzien van de verwijzing door adverteerder naar door verzekeraars verkochte “woekerpolissen”, is de Commissie van oordeel dat het feit dat hierbij niet tevens bank(product)en worden genoemd, niet misleidend is. Ten aanzien van de vergelijking met andere producten heeft adverteerder voldoende aannemelijk gemaakt dat zij op haar website zowel de bank- als verzekeringsproducten van alle aanbieders vergelijkt, welke vergelijking plaatsvindt op basis van gegevens die worden aangeleverd door een onafhankelijke derde (Moneyview). Ook dit onderdeel van de klacht kan niet slagen.
Ad 6
Adverteerder stelt dat haar kosten ‘ongekend laag’ zijn. De Commissie is van oordeel dat een dergelijke uiting door de consument zal worden herkend als een in reclame niet ongebruikelijke overdrijving. Het is vervolgens aan de consument om de tarieven van adverteerder te onderzoeken, waartoe adverteerder op zijn website de nodige faciliteiten biedt en uit welk onderzoek volgens adverteerder zal blijken dat zij de laagste kosten heeft. In het midden kan blijven of dit laatste juist is, nu adverteerder in de reclame-uiting niet specifiek claimt dat zij de laagste prijzen heeft. Ook dit onderdeel van de klacht kan derhalve niet slagen.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.