De bestreden reclame-uitingen
Het betreft een reclame-uiting op de website van Coolblue voor een Sony Camera, in de vorm van een afbeelding met de volgende tekst:
“Sony: tot 400 euro cashback
Wanneer je tussen 13-10-2021 en 15-01-2022 de Sony A7 III + 50mm f/1.8 aanschaft, ontvang je tot € 400,- cashback van Sony. Tot 14-02-2022 kun je jouw actieproduct aanmelden voor de actie van Sony. Bekijk de actievoorwaarden (pdf) voor meer informatie.”
Samenvatting van de klacht
In de bestreden uiting en de actievoorwaarden staat niet dat bedrijven zijn uitgesloten van de cashback actie. Volgens Sony zijn bedrijven uitgesloten en wist Coolblue dit ook, omdat cashback acties nooit voor bedrijven toegankelijk zijn. Er staat nergens dat bedrijven uitgesloten zijn van deelname. Er wordt ook niet doorverwezen naar aanvullende voorwaarden van Sony die van toepassing zijn op het uitvoeren van de actie en waarvan bedrijven dus zijn uitgesloten. Dit is misleidend voor ZZP’ers. Dit geldt voor meer acties waar zich hetzelfde voordoet.
Samenvatting van het verweer
Adverteerder betreurt de klacht en erkent dat de bestreden uiting onopzettelijk tot verwarring heeft geleid. Naar aanleiding van de klacht is de template voor de actievoorwaarden van cashback acties aangepast, zodat de informatie in het vervolg duidelijker naar klanten wordt gecommuniceerd. In de aangepaste template staat dat de actie geldig is voor consumenten en verwijst adverteerder naar bijgevoegde template.
Het oordeel van de voorzitter
1) Adverteerder heeft erkend dat de bestreden reclame-uiting verwarring veroorzaakt, doordat niet is opgenomen dat de cashback actie niet geldt voor bedrijven. Door in de bestreden uiting geen melding te maken van aanvullende voorwaarden waarin bedrijven/ niet particuliere kopers van deelname aan de actie zijn uitgezonderd, ontbreekt essentiële informatie die nodig is om een geïnformeerd besluit over de transactie te nemen. Daarom is er sprake van een omissie in de zin van artikel 8.3 c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde bezoeker van de website hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
2) De voorzitter constateert dat adverteerder de voorwaarden bij uiting inmiddels heeft aangepast, zoals blijkt uit een overgelegde bijlage. De voorzitter ziet hierin aanleiding gebruik maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt een aanbeveling voor zover nodig. Daarom wordt beslist als volgt.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter acht de uiting in strijd met artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan — voor zover nodig — om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.