De bestreden uiting
Het betreft de uitgave “Gezond Verstand”, nummer 1, 30 september 2020, die klager via verspreiding huis-aan-huis ontvangen heeft. Op de voorzijde van deze uitgave (hierna ook: “het blad”) staat onder de aanhef “GEZOND VERSTAND” onder meer:
“NUMMER 1 ? 30 SEPTEMBER 2020 ? € 3,60 ? OPLAGE 1 MILJOEN EXEMPLAREN
NORMALE
PRIJS € 3,60
NU AANGEBODEN
DOOR STICHTING
GEZOND
VERSTAND”
en
als aankondiging van drie artikelen in het blad de titels:
“Dit is Nederland”, “Anatomie van een kunstmatige pandemie” en “Voor God spelen in Davos”.
De voor- en achterzijde van het blad, pagina 2 en de (in dossier 2020/00526, betreffende een soortgelijke klacht overgelegde) pagina’s 26 en 27 zijn in kopie aan deze uitspraak gehecht.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Klager maakt bezwaar tegen de uiting, omdat er volgens hem sprake is van (het verspreiden van) misleidende informatie over het coronavirus, opruiende artikelen gericht tegen de
gevestigde media in Nederland en pseudo-wetenschappelijke desinformatie tegen klimaatbeleid
(ontkenning klimaatverandering).
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Uit het feit dat Gezond Verstand op deze klacht reageert, mag niet worden afgeleid dat Gezond Verstand erkent dat zij op enigerlei wijze aan de beslissingen van de Commissie gebonden zou zijn. Zij behoudt zich het recht voor om zich op ieder moment uit de procedure terug te trekken, waarbij met name valt te denken aan de situatie dat naar haar oordeel niet meer kan worden gesproken van een fair trial.
‘Gezond Verstand’ is een magazine dat het nieuws analyseert en becommentarieert op een
andere wijze dan de Main Stream Media dat plegen te doen. De eerste editie van Gezond Verstand is op bepaalde plekken in Nederland huis aan huis verspreid.
Gezond Verstand heeft door middel van radiocommercials reclame voor haar blad gemaakt.
De klacht betreft de inhoud van het magazine, niet die van de commercial. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht. Het ontgaat Gezond Verstand waarom de voorzitter van de Commissie de klacht niet aanstonds op die grond zelf afdoet.
Voor het geval de Commissie hierover anders zou oordelen, wordt subsidiair het volgende aangevoerd.
Ingevolge artikel 7 van de Grondwet heeft niemand voorafgaand verlof nodig om door de
drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid
volgens de wet. Gezond Verstand oefent haar recht op vrijheid van drukpers uit door het
uitgeven van haar magazine en door daar reclame voor te maken. Gezond Verstand
verkondigt opvattingen die ingaan tegen de heersende opvattingen. Dat staat haar vrij.
Er is geen wettelijke bepaling die aan het verkondigen van afwijkende opvattingen in de weg
staat. Klager voert het tegendeel ook niet aan.
Ook hier ontgaat het Gezond Verstand waarom de voorzitter de klacht niet aanstonds zelf afdoet.
Gezond Verstand concludeert dat de Commissie de klacht dient af te wijzen.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van verweerder is nader toegelicht. Op die toelichting zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
Ter zitting is namens verweerder meegedeeld dat de onderhavige uitgave, nummer 1 van “Gezond Verstand”, met een oplage van 1 miljoen exemplaren huis aan huis is verspreid, daar waar de vrijwilligers wonen, die het blad hebben bezorgd. Het doel van deze verspreiding is, aldus verweerder, om het blad “Gezond Verstand” te lanceren en ontvangers de mogelijkheid te bieden abonnee te worden.
Aldus is er sprake van een systematische, directe aanprijzing van een goed, namelijk het blad “Gezond Verstand”, door een adverteerder en daarmee van reclame als bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Meer in het bijzonder valt deze vorm van reclame maken onder de definitie van huissampling als bedoeld in artikel 1 onder B van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR), namelijk -voor zover hier van belang- “het huis aan verspreiden van goederen (…) zonder dat daarvoor enige tegenprestatie word verlangd”.
De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat klager bezwaar maakt tegen de onderhavige aanprijzing van het blad “Gezond Verstand”, omdat hij zich niet kan vinden in de inhoud van dat blad; klager maakt kritische opmerkingen over die inhoud. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
Zij stelt voorop dat het verweerder op zichzelf genomen vrij staat om reclame te maken voor haar product, het blad “Gezond Verstand”. Voor wat betreft de wijze waarop “Gezond Verstand” in dit geval wordt aangeprezen, overweegt de Commissie het volgende.
Ten eerste stelt zij vast dat de onderhavige klacht geen betrekking heeft op de wijze van verspreiden van voornoemd blad, waarbij bijvoorbeeld kan worden gedacht aan het al dan niet ordelijk bezorgen van dit blad ofwel “(on)geadresseerd verspreid reclamemateriaal” als bedoeld in artikel 12 CBR.
Klagers bezwaar is uitsluitend gericht tegen (de inhoud van) het blad ofwel het aangeprezen product. De Commissie heeft echter tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de NRC en acht zich niet bevoegd om het aangeprezen product zelf (inhoudelijk) te beoordelen.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.
De bestreden uiting
Het betreft de uitgave “Gezond Verstand”, nummer 1, 30 september 2020, die klager via verspreiding huis-aan-huis ontvangen heeft. Op de voorzijde van deze uitgave (hierna ook: “het blad”) staat onder de aanhef “GEZOND VERSTAND” onder meer:
“NUMMER 1 ? 30 SEPTEMBER 2020 ? € 3,60 ? OPLAGE 1 MILJOEN EXEMPLAREN
NORMALE
PRIJS € 3,60
NU AANGEBODEN
DOOR STICHTING
GEZOND
VERSTAND”
en
als aankondiging van drie artikelen in het blad de titels:
“Dit is Nederland”, “Anatomie van een kunstmatige pandemie” en “Voor God spelen in Davos”.
De voor- en achterzijde van het blad, pagina 2 en de (in dossier 2020/00526, betreffende een soortgelijke klacht overgelegde) pagina’s 26 en 27 zijn in kopie aan deze uitspraak gehecht.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Klager maakt bezwaar tegen de uiting, omdat er volgens hem sprake is van (het verspreiden van) misleidende informatie over het coronavirus, opruiende artikelen gericht tegen de
gevestigde media in Nederland en pseudo-wetenschappelijke desinformatie tegen klimaatbeleid
(ontkenning klimaatverandering).
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Uit het feit dat Gezond Verstand op deze klacht reageert, mag niet worden afgeleid dat Gezond Verstand erkent dat zij op enigerlei wijze aan de beslissingen van de Commissie gebonden zou zijn. Zij behoudt zich het recht voor om zich op ieder moment uit de procedure terug te trekken, waarbij met name valt te denken aan de situatie dat naar haar oordeel niet meer kan worden gesproken van een fair trial.
‘Gezond Verstand’ is een magazine dat het nieuws analyseert en becommentarieert op een
andere wijze dan de Main Stream Media dat plegen te doen. De eerste editie van Gezond Verstand is op bepaalde plekken in Nederland huis aan huis verspreid.
Gezond Verstand heeft door middel van radiocommercials reclame voor haar blad gemaakt.
De klacht betreft de inhoud van het magazine, niet die van de commercial. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht. Het ontgaat Gezond Verstand waarom de voorzitter van de Commissie de klacht niet aanstonds op die grond zelf afdoet.
Voor het geval de Commissie hierover anders zou oordelen, wordt subsidiair het volgende aangevoerd.
Ingevolge artikel 7 van de Grondwet heeft niemand voorafgaand verlof nodig om door de
drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid
volgens de wet. Gezond Verstand oefent haar recht op vrijheid van drukpers uit door het
uitgeven van haar magazine en door daar reclame voor te maken. Gezond Verstand
verkondigt opvattingen die ingaan tegen de heersende opvattingen. Dat staat haar vrij.
Er is geen wettelijke bepaling die aan het verkondigen van afwijkende opvattingen in de weg
staat. Klager voert het tegendeel ook niet aan.
Ook hier ontgaat het Gezond Verstand waarom de voorzitter de klacht niet aanstonds zelf afdoet.
Gezond Verstand concludeert dat de Commissie de klacht dient af te wijzen.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van verweerder is nader toegelicht. Op die toelichting zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
Ter zitting is namens verweerder meegedeeld dat de onderhavige uitgave, nummer 1 van “Gezond Verstand”, met een oplage van 1 miljoen exemplaren huis aan huis is verspreid, daar waar de vrijwilligers wonen, die het blad hebben bezorgd. Het doel van deze verspreiding is, aldus verweerder, om het blad “Gezond Verstand” te lanceren en ontvangers de mogelijkheid te bieden abonnee te worden.
Aldus is er sprake van een systematische, directe aanprijzing van een goed, namelijk het blad “Gezond Verstand”, door een adverteerder en daarmee van reclame als bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Meer in het bijzonder valt deze vorm van reclame maken onder de definitie van huissampling als bedoeld in artikel 1 onder B van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR), namelijk -voor zover hier van belang- “het huis aan verspreiden van goederen (…) zonder dat daarvoor enige tegenprestatie word verlangd”.
De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat klager bezwaar maakt tegen de onderhavige aanprijzing van het blad “Gezond Verstand”, omdat hij zich niet kan vinden in de inhoud van dat blad; klager maakt kritische opmerkingen over die inhoud. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
Zij stelt voorop dat het verweerder op zichzelf genomen vrij staat om reclame te maken voor haar product, het blad “Gezond Verstand”. Voor wat betreft de wijze waarop “Gezond Verstand” in dit geval wordt aangeprezen, overweegt de Commissie het volgende.
Ten eerste stelt zij vast dat de onderhavige klacht geen betrekking heeft op de wijze van verspreiden van voornoemd blad, waarbij bijvoorbeeld kan worden gedacht aan het al dan niet ordelijk bezorgen van dit blad ofwel “(on)geadresseerd verspreid reclamemateriaal” als bedoeld in artikel 12 CBR.
Klagers bezwaar is uitsluitend gericht tegen (de inhoud van) het blad ofwel het aangeprezen product. De Commissie heeft echter tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de NRC en acht zich niet bevoegd om het aangeprezen product zelf (inhoudelijk) te beoordelen.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.
De bestreden uiting
Het betreft de uitgave “Gezond Verstand”, nummer 1, 30 september 2020, die klager via verspreiding huis-aan-huis ontvangen heeft. Op de voorzijde van deze uitgave (hierna ook: “het blad”) staat onder de aanhef “GEZOND VERSTAND” onder meer:
“NUMMER 1 ? 30 SEPTEMBER 2020 ? € 3,60 ? OPLAGE 1 MILJOEN EXEMPLAREN
NORMALE
PRIJS € 3,60
NU AANGEBODEN
DOOR STICHTING
GEZOND
VERSTAND”
en
als aankondiging van drie artikelen in het blad de titels:
“Dit is Nederland”, “Anatomie van een kunstmatige pandemie” en “Voor God spelen in Davos”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Klager maakt bezwaar tegen de uiting, omdat er volgens hem sprake is van (het verspreiden van) misleidende informatie over het coronavirus, opruiende artikelen gericht tegen de
gevestigde media in Nederland en pseudo-wetenschappelijke desinformatie tegen klimaatbeleid
(ontkenning klimaatverandering).
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Uit het feit dat Gezond Verstand op deze klacht reageert, mag niet worden afgeleid dat Gezond Verstand erkent dat zij op enigerlei wijze aan de beslissingen van de Commissie gebonden zou zijn. Zij behoudt zich het recht voor om zich op ieder moment uit de procedure terug te trekken, waarbij met name valt te denken aan de situatie dat naar haar oordeel niet meer kan worden gesproken van een fair trial.
‘Gezond Verstand’ is een magazine dat het nieuws analyseert en becommentarieert op een
andere wijze dan de Main Stream Media dat plegen te doen. De eerste editie van Gezond Verstand is op bepaalde plekken in Nederland huis aan huis verspreid.
Gezond Verstand heeft door middel van radiocommercials reclame voor haar blad gemaakt.
De klacht betreft de inhoud van het magazine, niet die van de commercial. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn klacht. Het ontgaat Gezond Verstand waarom de voorzitter van de Commissie de klacht niet aanstonds op die grond zelf afdoet.
Voor het geval de Commissie hierover anders zou oordelen, wordt subsidiair het volgende aangevoerd.
Ingevolge artikel 7 van de Grondwet heeft niemand voorafgaand verlof nodig om door de
drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid
volgens de wet. Gezond Verstand oefent haar recht op vrijheid van drukpers uit door het
uitgeven van haar magazine en door daar reclame voor te maken. Gezond Verstand
verkondigt opvattingen die ingaan tegen de heersende opvattingen. Dat staat haar vrij.
Er is geen wettelijke bepaling die aan het verkondigen van afwijkende opvattingen in de weg
staat. Klager voert het tegendeel ook niet aan.
Ook hier ontgaat het Gezond Verstand waarom de voorzitter de klacht niet aanstonds zelf afdoet.
Gezond Verstand concludeert dat de Commissie de klacht dient af te wijzen.
De mondelinge behandeling
Het standpunt van verweerder is nader toegelicht. Op die toelichting zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
Ter zitting is namens verweerder meegedeeld dat de onderhavige uitgave, nummer 1 van “Gezond Verstand”, met een oplage van 1 miljoen exemplaren huis aan huis is verspreid, daar waar de vrijwilligers wonen, die het blad hebben bezorgd. Het doel van deze verspreiding is, aldus verweerder, om het blad “Gezond Verstand” te lanceren en ontvangers de mogelijkheid te bieden abonnee te worden.
Aldus is er sprake van een systematische, directe aanprijzing van een goed, namelijk het blad “Gezond Verstand”, door een adverteerder en daarmee van reclame als bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Meer in het bijzonder valt deze vorm van reclame maken onder de definitie van huissampling als bedoeld in artikel 1 onder B van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR), namelijk -voor zover hier van belang- “het huis aan verspreiden van goederen (…) zonder dat daarvoor enige tegenprestatie word verlangd”.
De Commissie begrijpt de klacht aldus, dat klager bezwaar maakt tegen de onderhavige aanprijzing van het blad “Gezond Verstand”, omdat hij zich niet kan vinden in de inhoud van dat blad; klager maakt kritische opmerkingen over die inhoud. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
Zij stelt voorop dat het verweerder op zichzelf genomen vrij staat om reclame te maken voor haar product, het blad “Gezond Verstand”. Voor wat betreft de wijze waarop “Gezond Verstand” in dit geval wordt aangeprezen, overweegt de Commissie het volgende.
Ten eerste stelt zij vast dat de onderhavige klacht geen betrekking heeft op de wijze van verspreiden van voornoemd blad, waarbij bijvoorbeeld kan worden gedacht aan het al dan niet ordelijk bezorgen van dit blad ofwel “(on)geadresseerd verspreid reclamemateriaal” als bedoeld in artikel 12 CBR.
Klagers bezwaar is uitsluitend gericht tegen (de inhoud van) het blad ofwel het aangeprezen product. De Commissie heeft echter tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de NRC en acht zich niet bevoegd om het aangeprezen product zelf (inhoudelijk) te beoordelen.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.