De bestreden reclame-uiting
Het betreft een radiocommercial die onderdeel uitmaakt van een campagne van adverteerder waarbij gebruik wordt gemaakt van het geluid van het luchtalarm zoals dit bij wijze van test op iedere eerste maandag van de maand om twaalf uur in Nederland te horen is. Daarbij wordt door een stem vermeld dat het een ‘prijsalarm van Dirk’ betreft en men wordt opgeroepen naar de winkel van adverteerder te komen.
In de ‘hoofdspot’ deelt de voice-over mee: “Dirk luidt het prijsalarm. Sluit ramen en voordeur, vlucht met fiets of auto naar Dirk en meldt u met een kar vol verbazingwekkend veel voordeel bij de kassa. Blijf je verbazen. Dirk.”
In diverse tag-ons worden diverse aanbiedingen van specifieke producten door de voice-over genoemd, gelijktijdig met het luchtalarm, waaronder bijvoorbeeld de volgende voice-over: “Nu bij Dirk: prijsalarm voor Mars, Snickers en Twiks. Drie pakken van 3 stuks voor maar 2 euro. Meer hoeft het echt niet te kosten. Snel naar Dirk dus.”.
De klacht
Het gebruik van het luchtalarm in de uiting zorgt voor stress, mede omdat klager woonachtig is in, zoals hij stelt, de Vinexwijk Middelveldse Aker Polder in Amsterdam Nieuw West met een hoge concentratie aan incidenten van welk vlak dan ook en bovendien op de vluchtroute van luchthaven Schiphol. Adverteerder maakt daarbij oneigenlijk gebruik van hetzelfde alarmsignaal als hetgeen door de Rijksoverheid wordt gebruikt om burgers te waarschuwen
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Adverteerder acht de kans op verwarring niet reëel omdat vanaf aanvang ervan voldoende duidelijk is dat het een reclame uiting betreft. Voorafgaand en tijdens het horen van het alarm is de voice-over te horen die onmiskenbaar duidelijk maakt dat het om een commercial van Dirk gaat. Adverteerder heeft bedoeld om op humoristische wijze consument te ‘waarschuwen’ voor aanbiedingen in de supermarkten van adverteerder.
Het oordeel van de Commissie
Nu regelgeving inhoudende een verbod op het gebruik van alarmgeluiden als deze in reclame-uitingen ontbreekt, dient de Commissie te beoordelen of de uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in de artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. De Commissie beoordeelt of de uiting naar de huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Gelet op de uitwerking van de uiting waarbij direct duidelijk wordt gemaakt dat het een ‘prijs alarm’ van adverteerder betreft waarna uitleg plaatsvindt over de reden om naar adverteerders supermarkt te gaan, de plaatsing van de uiting in een reclameblok en het op humoristisch bedoelde wijze opsommen van de gelet op dit prijsalarm te ondernemen acties, kan naar het oordeel van de Commissie – met inachtneming van voornoemde terughoudendheid – niet worden gezegd dat de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. De Commissie heeft er overigens begrip voor dat niet iedereen – door persoonlijke of andere omstandigheden – de uiting zal kunnen waarderen. Dit kan echter niet tot een ander oordeel leiden.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.