De bestreden reclame-uiting
Het betreft de prijsvermelding in de reserveringsmodule voor kaartjes voor “Disney’s The Lion King” op adverteerders website www.stage-entertainment.nl.
De klacht
In het begin van het reserveringsbestand worden de kaartjes per datum aangeboden voor vanafprijzen, bijvoorbeeld voor 10 november 2016 “v.a. € 24,-”. Na het klikken op deze datum selecteerde klager in het volgende scherm twee kaartjes voor de 5e rang. Bij deze rang staat de prijs van € 24,- per kaartje. Onder het schema met de prijzen per rang staat dat de ticketprijzen exclusief servicekosten en transactiekosten zijn. Bij het verder winkelen blijkt dat de servicekosten € 6,85 per ticket bedragen en de transactiekosten € 1,80 per boeking. De vanafprijs van € 24,- is dus verhoogd naar € 31,75, voor minder kan dit ticket niet worden gekocht, aldus klager. Volgens hem moeten in ieder geval de altijd bijkomende kosten van € 6,85 in de vanafprijs van het ticket zijn opgenomen. Klager verwijst in dit verband naar de uitspraak van de voorzitter van de Commissie in dossier 2016/00166, waarin is geoordeeld dat Stage Entertainment de bijkomende kosten moet verdisconteren in de vermelde prijs, aldus klager.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
De door klager genoemde uitspraak in dossier 2016/00166 heeft betrekking op het niet verdisconteren van transactiekosten in de ticketprijzen die werden genoemd in adverteerders Electronic Direct Mailings (EDM). Dit werd in strijd geoordeeld met artikel 8.4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Adverteerder houdt inmiddels bij het opstellen van haar EDM’s rekening met deze uitspraak. De onderhavige klacht heeft volgens adverteerder echter geen betrekking op de door Stage Entertainment gebruikte EDM’s, maar op de stijl en opmaak van adverteerders reserveringssysteem. Adverteerder veronderstelt dat klager de opmaak van het reserveringssysteem in strijd vindt met artikel 8.4 NRC.
Deze klacht kan volgens adverteerder niet slagen, omdat volgens haar in dit geval – in tegenstelling tot de eerder beoordeelde EDM’s – geen sprake is van een uitnodiging tot aankoop als bedoeld in artikel 8.4 NRC, maar van een situatie waarin de consument op eigen initiatief of via een EDM kaarten probeert te boeken in het reserveringssysteem. Indien de Commissie het reserveringssysteem wel als uitnodiging tot aankoop beschouwt, dan geldt dat de uiting niet misleidend is, aldus adverteerder. Het reserveringssysteem geeft een overzicht van de beschikbaarheid van kaarten op verschillende dagen, met een indicatie van de te rekenen prijs. Op dezelfde pagina staat, onder het kopje “Toon alle Toegangsprijzen”, duidelijk vermeld: “Kaartprijzen zijn in euro’s exclusief € 6,85 servicekosten (per kaart) en max. € 2,55 transactiekosten (per boeking)”. Als de consument doorklikt op een bepaalde dag, wordt bij elke stap wederom vermeld dat ticketprijzen exclusief servicekosten en transactiekosten zijn. Het is dus helder voor consumenten hoe de prijs op de betaalpagina wordt berekend. Op grond van het voorgaande dient de klacht naar het oordeel van adverteerder te worden afgewezen.
Het oordeel van de Commissie
1. De klacht betreft de prijsvermelding in de reserveringsmodule op adverteerders website www.stage-entertainment.nl. Klager stelt dat een ticket niet voor de geadverteerde prijs kan worden gekocht, omdat altijd sprake is van bijkomende kosten die niet in de prijs zijn verdisconteerd of niet zijn vermeld. Adverteerder voert aan dat de onderhavige uiting, anders dan in dossier 2016/00166 het geval was, geen uitnodiging tot aankoop betreft, en dat bovendien in het reserveringssysteem voldoende duidelijk wordt gemaakt dat sprake is van bijkomende kosten.
2. In de bestreden uiting zijn in kalendervorm de data van twee maanden weergegeven met bij iedere datum de toepasselijke vanafprijs voor een ticket. Het is de Commissie gebleken dat door op een link bij een bepaalde datum/prijs te klikken, een volgend scherm verschijnt waarin een rang (met bijbehorende prijs) kan worden geselecteerd en het gewenste aantal kaarten kan worden ingevuld. De op het eerste scherm genoemde vanafprijs komt overeen met de prijs van de goedkoopste rang. Op deze pagina wordt vermeld dat de ticketprijzen exclusief servicekosten en transactiekosten zijn. Op het laatste scherm wordt het totaal verschuldigde bedrag vermeld, inclusief de servicekosten van € 6,85 per ticket en de transactiekosten van € 1,80 per boeking (in geval van E-tickets).
3. De Commissie volgt adverteerder niet in haar standpunt dat de bestreden uiting geen uitnodiging tot aankoop betreft. Blijkens de toelichting bij artikel 8.4 NRC wordt onder uitnodiging tot aankoop verstaan: “een commerciële boodschap die de kenmerken en de prijs van het product op een aan het gebruikte medium aangepaste wijze vermeldt en de consument aldus in staat stelt een aankoop te doen. Als de reclame een antwoord- of bestelmechanisme bevat, is altijd sprake van een uitnodiging tot aankoop.”
In de bestreden uiting worden datum en vanafprijs per ticket vermeld en kunnen door het aanklikken van een link bij een bepaalde datum kaarten worden besteld. De uiting moet daarom aangemerkt worden als een uitnodiging tot aankoop in de zin van artikel 8.4 NRC, meer specifiek een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand.
4. Zoals ook overwogen door de voorzitter in dossier 2016/00166 moet in een dergelijke uiting een ‘totale prijs’ worden vermeld als bepaald in artikel 8.4 aanhef en onder i NRC. Dit houdt in dat sprake moet zijn van een prijs waarin, voor zover mogelijk, alle kosten en belastingen zijn verdisconteerd. Indien het niet mogelijk is bepaalde kosten en belastingen in de totale prijs te verdisconteren, moet de consument afzonderlijk over deze kosten worden geïnformeerd.
5. Gebleken is dat adverteerder per kaartje € 6,85 servicekosten in rekening brengt. Nu dit kosten betreft die op voorhand bekend zijn en per kaartje worden berekend, mogen deze kosten niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, maar moeten deze in de (vanaf)prijs van het kaartje worden opgenomen. Nu adverteerder dit niet heeft gedaan, is de uiting in strijd met het bepaalde in artikel 8.4 aanhef en onder i NRC.
6. Verder is gebleken dat per bestelling transactiekosten in rekening worden gebracht, die in het geval van E-tickets € 1,80 bedragen. Nu deze kosten per bestelling zijn verschuldigd en niet tevoren bekend is hoeveel kaartjes per bestelling worden gekocht, kunnen de transactiekosten niet in de ticketprijs worden verdisconteerd. Wel dient echter naar het oordeel van de Commissie bij de geadverteerde vanafprijzen reeds informatie te zijn opgenomen over het feit dat deze kosten verschuldigd zijn en wat de hoogte daarvan is, zodat de consument zich een beeld kan vormen van de totale prijs. In de reserveringsmodule van adverteerder wordt pas in het tweede scherm melding gemaakt van transactiekosten, en pas in het laatste scherm blijkt wat de hoogte van deze kosten is. Deze informatie ontbreekt echter bij de in de bestreden uiting geadverteerde vanafprijzen. De uiting is daarom ook op dit punt in strijd met artikel 8.4 aanhef en onder i NRC. Dat de informatie over bijkomende kosten kan worden gevonden onder de tab “Toon alle Toegangsprijzen”, doet hieraan niet af. Door deze aanduiding wordt de gemiddelde consument er niet op attent gemaakt dat sprake is van kosten die bovenop de geadverteerde vanafprijzen komen.
7. Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 8.4 aanhef en onder i NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.