Omschrijving:Het betreft de mailing van NRE Energie B.V. met de aanhef “Actie aanbod consumenten 2006”. |
De klachtIn de uiting wordt ten onrechte de indruk gewekt dat de consument een reële keuze heeft tussen “grijze” en “duurzame” energie. De elektriciteit die door adverteerster wordt geleverd, is echter altijd een mengvorm van beide. Door deze oneigenlijke keuzemogelijkheid te bieden en door het afsluiten van een tweejarig contract te belonen met € 10,-, bedient adverteerster zich van een ongeoorloofde wijze van reclame maken. |
Het verweerAdverteerster heeft -kort samengevat- het volgende tegen de klacht aangevoerd. De term duurzaam opgewekte energie is een correcte en gangbare benaming en is niet misleidend. De uiting biedt de klant de mogelijkheid te kiezen voor duurzame energie, waarmee hij kiest voor een mindere belasting van het milieu. Een klant die kiest voor duurzame elektriciteit draagt daardoor bij aan een toename van het opwekken van duurzame elektriciteit, aangezien -conform de vigerende regelgeving- ten behoeve van de totale hoeveelheid afgenomen stroom een even grote hoeveelheid duurzaam opgewekte stroom door adverteerster wordt ingekocht. Hoe meer klanten voor duurzame energie kiezen des te meer duurzame elektriciteit er wordt opgewekt. Van misleiding is geen sprake. Adverteerster legt daarbij een brief over van de Directie Toezicht Energie (DTe) d.d. 15 september 2006, bevattende de visie van DTe met betrekking tot het gebruik van de termen ”duurzaam” en “groen”. |
De repliek Klaagster handhaaft haar bezwaar dat het de consument laten uitspreken van een keuze geen enkele invloed heeft op de energie die men geleverd krijgt. Het is altijd dezelfde energie, ondanks de voetnoot: “Indien u niets aankruist, gaat NRE Energie over tot levering van grijze elektriciteit en gas”. Tot 1 januari 2005 was het zo, dat naarmate er meer klanten duurzame energie kozen, er meer duurzame energie werd opgewekt, maar in 2006 is daar verandering in gekomen. Klaagster legt daarbij een uitdraai over van www.tegenstroom.nl betreffende de “Ontwikkeling groene stroom”. |
Mondelinge behandeling Klaagster licht haar bezwaar nader toe waarbij zij stelt dat men een schijnkeuze krijgt voorgeschoteld. De vraag naar groene energie is veel groter dan het aanbod. De energiebedrijven hebben een inspanningsverplichting. Zij zijn verplicht zoveel mogelijk groene energie te leveren. De door adverteerster te produceren groene energie neemt niet toe naarmate er meer mensen voor groene energie kiezen.
|
Het oordeel van de Commissie (6 november 2006) Doordat in de uiting aan de klant de mogelijkheid wordt gegeven te kiezen voor grijze dan wel duurzame energie wordt hem de indruk gegeven dat zijn keuze van invloed is op de door adverteerster te leveren en door haar op te wekken energie. Klaagster betwist dat de klant een reële keuze wordt geboden alsook dat zijn keuze van invloed is op de door adverteerster op te wekken energie. Adverteerster heeft klaagsters bij repliek gehandhaafde en ter vergadering nader toegelichte standpunt dat de eventueel door de klant te maken keuze niet van invloed is op de door haar te leveren energie dan wel op de door haar op te wekken energie niet dan wel onvoldoende weerlegd. |
De beslissingOp grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt zij adverteerster aan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: artikel 7 NRC |
De grievenDeze kunnen als volgt worden samengevat. Dat elektriciteit een mengproduct is, is niet van belang. De manier van opwekking van elektriciteit is wel van belang; deze bepaalt of elektriciteit als groen of grijs moet worden aangemerkt. In de aan de Commissie overgelegde brief van DTe van 15 september 2006 staat onder meer dat Garanties van Oorsprong het exclusieve bewijs zijn dat duurzame energie is opgewekt en dat deze het enige bewijs zijn dat duurzame elektriciteit is geleverd aan eindafnemers. Wat betreft DTe biedt het systeem van Garanties van Oorsprong een voldoende basis om te spreken van een keuzemogelijkheid voor eindafnemers tussen niet-duurzame en duurzame elektriciteit. De redenering van Verheijden bij brief van 18 september 2006 aan de Commissie, dat het door NRE in haar verweer geschetste systeem zou hebben gegolden tot 1 januari 2005 en daarna veranderd zou zijn, is onbegrijpelijk. De door Verheijden – onder verwijzing naar de website www.tegenstroom.nl – genoemde afschaffing van de korting op de regulerende energiebelasting (hierna: REB) en vervanging daarvan door de subsidie Milieukwaliteit Elektriciteit Productie (hierna: MEP) heeft er zeker niet toe geleid dat voor een klant die duurzame elektriciteit kiest, geen extra duurzame elektriciteit meer zou worden opgewekt. Het bevreemdt NRE dat de Commissie de stellingen van Verheijden zonder meer heeft geaccepteerd en dat op het verweer en de visie van DTe nauwelijks wordt ingegaan. |
Het antwoord in appel De grieven zijn gemotiveerd weersproken. |
De mondelinge behandelingMevrouw Verheijden heeft haar standpunt nader toegelicht.
|
Het oordeel van het CollegeDoor het gebruik van het niet nader toegelichte begrip “levering” in de zinsneden “Ik kies voor de levering van de volgende producten van NRE Energie voor het hierboven genoemde aansluitadres” en “(Indien u niets aankruist, gaat NRE Energie over tot levering van grijze elektriciteit en gas)” wordt ten onrechte de indruk gewekt dat -al naar gelang de keuze van de consument- op het desbetreffende adres feitelijk alleen grijze respectievelijk duurzame elektriciteit zal worden geleverd. Niet duidelijk is dat in werkelijkheid een mengproduct zal worden geleverd en dat het begrip levering in de uiting slechts ziet op levering in juridische zin, zoals beschreven in de door NRE aan de Commissie en het College overgelegde brief van 15 september 2006 van de DTe. Deze levering bestaat volgens deze brief hierin dat de leverancier van duurzame elektriciteit er voor zorgt dat hij voldoende Garanties van Oorsprong (volgens DTe het exclusieve bewijs dat duurzame energie is opgewekt) heeft ingekocht en afgeboekt, waarmee de te leveren elektriciteit “op papier vergroend wordt” en kan worden aangemerkt als duurzame elektriciteit. Het College deelt niet het oordeel van de Commissie dat -samengevat- ten onrechte wordt gesuggereerd dat de keuze van de consument van invloed is op de door NRE op te wekken energie. NRE heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat mits de consument het hokje “Duurzame elektriciteit” aankruist, zij zorgdraagt voor de opwekking van duurzame elektriciteit. De verwijzing door Verheijden naar de website www.tegenstroom.nl, waarop sprake is van een vervanging per 1 januari 2005 van de korting op de REB door de MEP-subsidie, leidt niet tot een ander oordeel. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissingHet College bevestigt de beslissing van de Commissie, met wijziging van gronden. |