De bestreden reclame-uiting
Het betreft het volgende tekstgedeelte uit de Animal Welfare Statement die op de website van ABN AMRO staat:
“3. What ABN AMRO expects from its business relations
ABN AMRO expects its business relations to acknowledge the right of animals to be free from hunger and thirst, free from discomfort, free from pain, injury or disease, free to express their normal behaviour and free from fear and distress (also known as the Five Animal Freedoms).”
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
De op consumenten en relaties van ABN AMRO gerichte website van ABN AMRO, inclusief het daarop gepubliceerde dierenwelzijnsbeleid, geldt als reclame in de zin van de Nederlandse Reclame Code (NRC). In het dierenwelzijnsbeleid staat dat ABN AMRO van haar klanten verlangt dat zij “het recht van dieren erkennen om vrij te zijn van honger en dorst, vrij van ongemak, vrij van pijn, verwondingen en ziekte, vrij om normaal gedrag te vertonen en vrij van angst en stress”, oftewel de zogenoemde ‘Vijf Vrijheden’. Aldus doet ABN AMRO het voorkomen dat zij alleen bedrijven financiert die deze vijf vrijheden voor dieren in acht nemen en dat bedrijven die dat niet doen, niet welkom zijn bij ABN AMRO. In de praktijk maakt ABN AMRO dit niet waar. ABN AMRO financiert namelijk de intensieve veehouderij en investeert onder andere op grote schaal in de gangbare varkenshouderij. Varkens in Nood betoogt aan de hand van het door haar overgelegde rapport “120 misstanden in de Nederlandse varkenshouderij anno 2015” dat in de reguliere varkenshouderij veelal niet wordt voldaan aan de vijf vrijheden, die de ondergrens van fatsoenlijk dierenwelzijn vormen. De varkens die daar worden gehouden zijn beslist niet vrij van pijn, angst, stress en ongemakken, honger, dorst en onjuiste voeding en zijn niet of nauwelijks vrij om natuurlijk gedrag te vertonen. De uiting op de website is daarom onjuist, misleidend en oneerlijk, aldus Varkens in Nood.
Het verweer
ABN AMRO voert het volgende aan, verkort en zakelijk weergegeven.
Het Animal Welfare Statement, waarvan de uiting deel uitmaakt, is geen reclame in de zin van artikel 1 NRC, nu geen sprake is van een directe of indirecte aanprijzing van bancaire producten of diensten. Indien de uiting wel als reclame wordt beschouwd, dan stelt ABN AMRO zich op het standpunt dat de uiting een juist, algemeen beeld geeft van de ambities van de bank rond dierenwelzijn in relatie tot haar eigen activiteiten en die van haar zakelijke relaties. ABN AMRO verwacht van haar zakelijke relaties dat zij zich houden aan de lokale wet- en regelgeving met betrekking tot dierenwelzijn. In de Nederlandse wetgeving zijn de vijf vrijheden verankerd. Daarnaast stimuleert ABN AMRO zakelijke relaties ook in financiële zin te voldoen aan een aantal aanvullende criteria en bovenwettelijke maatregelen te nemen op het gebied van dierenwelzijn. Ook toetst de bank bij klantacceptatie, kredietverlening en de jaarlijkse revisie van leningen aan duurzaamheidscriteria, waaronder dierenwelzijn. Bij signalen dat niet aan het dierenwelzijnsbeleid wordt voldaan, maakt ABN AMRO met de klant afspraken en stelt zij een verbeterplan op, dat door haar op voortgang wordt gemonitord. De uiting is een juiste weergave van het beleid dat ABN AMRO en vormt daarom geen misleidende of oneerlijke reclame. ABN AMRO verwijst in dit verband naar de uitspraak van het College van Beroep in dossier 2015/00788, waarin een volgens haar gelijke klacht als de onderhavige tegen de Rabobank is afgewezen.
De mondelinge behandeling.
Partijen hebben hun standpunten toegelicht en vragen van de Commissie beantwoord. Varkens in Nood heeft hierbij pleitnotities overgelegd. Op hetgeen ter zitting is aangevoerd wordt, voor zover nodig, ingegaan in het hierna volgende oordeel.
Het oordeel van de Commissie
1.
De klacht betreft een passage uit het Animal Welfare Statement op de website van ABN AMRO. Gelet op het verweer moet in de eerste plaats worden beoordeeld of de uiting reclame in de zin van de NRC is. Krachtens artikel 1 NRC wordt onder reclame verstaan: iedere openbare en/of systematische directe dan wel indirecte aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden door een adverteerder of geheel of deels ten behoeve van deze, al dan niet met behulp van derden. De uiting bevat weliswaar geen directe aanprijzing van bancaire producten of diensten van ABN AMRO, maar heeft wel een aanprijzend karakter voor ABN AMRO omdat zij daarin naar voren brengt dat zij van haar “business relations expects to acknowledge (…) The Five Animal Freedoms”. Dit in de uiting geformuleerde dierenwelzijnsbeleid van ABN AMRO kan voor consumenten en zakelijke relaties een overweging zijn om bij ABN AMRO te gaan of te blijven bankieren. De uiting moet daarom aangemerkt worden als reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC. Het andersluidende verweer van ABN AMRO is tevergeefs.
2.
In de bestreden uiting zegt ABN AMRO met betrekking tot haar dierenwelzijnsbeleid:
“ABN AMRO expects its business relations to acknowledge the right of animals to be free from hunger and thirst, free from discomfort, free from pain, injury or disease, free to express their normal behaviour and free from fear and distress (also known as the Five Animal Freedoms).”
Centraal staat de vraag of ABN AMRO aldus haar dierenwelzijnsbeleid voorstelt op een wijze die zij in de praktijk ten aanzien van reguliere varkenshouderijen niet waarmaakt, en de uiting daardoor misleidend is voor de gemiddelde consument als bedoeld in artikel 8.2 NRC.
3.
De Commissie volgt Varkens in Nood niet in haar standpunt dat ABN AMRO in de uiting stelt of suggereert dat zij van haar zakelijke relaties naleving van de vijf vrijheden eist en dat alleen bedrijven die deze naleving garanderen klant van ABN AMRO kunnen zijn. Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de uiting zo opvatten dat ABN AMRO van zakelijke relaties “expects to acknowledge” de genoemde rechten van dieren (de vijf vrijheden) en dat ABN AMRO zich daartoe ook zal inspannen. Niet is gebleken dat deze handelwijze in de praktijk niet wordt gevolgd of waargemaakt. ABN AMRO heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in het kader van haar beleid actief bij relaties het dierenwelzijn aan de orde stelt en indien nodig, voorafgaand aan of na toelating van het bedrijf, een verbetertraject voorstelt en de voortgang daarvan monitort.
4.
Varkens in Nood heeft gemotiveerd gesteld dat de invulling die ABN AMRO aan haar dierenwelzijnsbeleid geeft geen waarborg is voor naleving van de vijf vrijheden in de door de bank gefinancierde Nederlandse varkenshouderij. Wat hiervan zij, dit kan niet leiden tot gegrondverklaring van de klacht. Zoals hiervoor is overwogen wordt door ABN AMRO in de bestreden uiting, gezien door de ogen van de gemiddelde consument, niet expliciet gesteld of impliciet gesuggereerd dat haar zakelijke relaties de vijf vrijheden (moeten) naleven. De uiting heeft een beperktere strekking, namelijk dat ABN AMRO zich inspant voor de erkenning van de vijf vrijheden door haar zakelijke relaties.
5.
Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.