De bestreden uiting
Het betreft een uiting op www.stokertje.nl.
Daarin staat onder meer het volgende:
Onder het kopje “Houtkachel”:
“Een houtkachel is echt wat voor u als u wilt genieten van de geur van een echt houtvuur en een schitterend vlammenspel, maar toch ook op uw energiekosten wilt besparen. Hout is namelijk een natuurlijke brandstof die door het duurzaam aanplanten van bossen weer aangevuld wordt. Hout als brandstof is, met een mooi woord, hernieuwbaar. Stoken op hout met een houtkachel is dus niet alleen kostenbesparend, maar óók een milieubewuste keuze. Kijk voor meer hierover op de site houtkachel-bespaart”.
Onder het kopje “Houtkachel stoken is CO2-neutraal”:
“Hout is een natuurlijke brandstof die door het duurzaam aanplanten van bossen weer aangevuld wordt. Hout staat in harmonie met de natuur omdat het evenveel CO2 vrijgeeft als het voor zijn groeiproces gebruikt. Daarom is hout als brandstof in een houtkachel met een hoogstaande verbrandingstechniek vrijwel CO2-neutraal. Met slinkende gasvoorraden en stijgende gas- en energieprijzen is de houtkachel dus een goede en milieubewuste keuze. Bovendien kunt u met een houtkachel enorm op uw stookkosten besparen!”
Onder het kopje “Hoogrendementhoutkachel”:
“Tegenwoordig moeten houtkachels aan allerlei eisen voldoen zodat ze niet onnodig belastend zijn voor het milieu. Dat is natuurlijk een goede zaak! Vrijwel alle nieuwe kachels die ’t Stokertje levert zijn zogenaamde hoogrendementskachels”.
De klacht
Uitgaande van de in klagers brief van 1 maart 2017 genoemde “termen” waarvoor, zoals klager in deze brief heeft gesteld, zijn “bezwaar geldt”, wordt de klacht als volgt samengevat.
Klager maakt bezwaar tegen de termen (a) “hernieuwbaar”, (b) “milieubewuste keuze”, (c) “CO-2 neutraal” en (d) “houtkachels moeten aan allerlei eisen voldoen zodat ze niet belastend zijn voor het milieu”. Hij stelt dat hout stoken vervuilender is dan gas verbranden. Hij acht de reclame in strijd met de waarheid als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), onjuist, en misleidend als bedoeld in artikel 8 NRC. Klager licht zijn bezwaar als volgt nader toe.
Ad a.
Het begrip “hernieuwbaar” bij hout stoken is naar klagers mening uiterst discutabel; hiervoor moet aan strikte voorwaarden worden voldaan, en het is zeer de vraag of dit in een volstrekt onoverzichtelijke markt (op wereldschaal) gebeurt.
Ad b.
De zinsnede “milieubewuste keuze” is in lijn met termen als bijvoorbeeld “milieuvriendelijk” en “goed voor milieu”. Dit zijn absolute claims die gefundeerd behoren te zijn. Klager verwijst naar de uitspraak van de Commissie in dossier 2016/00400.
Ad c.
Voor het gebruik van de term “CO2 neutraal” verwijst klager naar dossier 2016/00397.
Ad d.
Er bestaan op dit moment geen milieueisen voor houtkachels in Nederland. Om die reden deugt de uiting niet.
Ter verdere onderbouwing van zijn klacht verwijst klager naar de uitspraken van de Commissie in de dossiers 2012/01141, 2016/00397, 2016/00399, 2016/00400 en 2016/00401.
Het verweer
Verweerder heeft onder meer het volgende meegedeeld.
Verweerder ziet de bestreden teksten als informatie, niet als reclame. Op verweerders website staat veel informatie over allerlei soorten verwarming, zoals pelletkachels, gaskachels, elektrische haarden en houtkachels. De meeste pagina’s hebben een informatief karakter, met uitzondering van de productcatalogus.
Helaas heeft elke vorm van verwarming consequenties voor het milieu. Bij het verstrekken van informatie baseert verweerder zich op algemeen beschikbare informatie, afkomstig van Nederlandse onderzoeken, publicaties op internet, uitingen van de overheid en diverse instanties en branche-organisaties. Verweerder verzint niets, maar probeert de beschikbare informatie zo duidelijk en objectief mogelijk te verspreiden.
Om duidelijk te maken dat verweerder haar uiterste best doen om objectieve informatie te verstrekken, wijst verweerder op een aantal in het verweer genoemde artikelen op www.stokertje.nl, inhoudende kanttekeningen bij het stoken van hout en maatregelen die nodig zijn om het klimaat leefbaar te houden. Verweerder organiseert ook regelmatig stookcursussen, omdat zij wil bijdragen aan het bewustzijn rondom verantwoord stookgedrag.
Zolang het in Nederland nog is toegestaan om te stoken met gebruikmaking van open haarden en tuinhaarden/terraskachels, waarbij het rendement nihil is en het enige oogmerk gezelligheid en luxe is, vindt verweerder alle ‘aanvallen’ op houtkachels, bedoeld voor de verwarming van woningen, “een stap te ver”.
Met betrekking tot de verschillende bezwaren merkt verweerder -samengevat- het volgende op.
Ad a.
Het klopt dat hout slechts onder strikte voorwaarden als brandstof hernieuwbaar is.
In de bewuste tekst staat dan ook dat bossen duurzaam beplant moeten worden om de energiebron weer aan te vullen.
Ad b.
Gesteld wordt dat het stoken op hout een milieubewuste keuze is. Dit is niet hetzelfde als milieuvriendelijk. Bewustzijn wordt omschreven als een situatie waarbij men nadenkt over zijn handelingen. Klager heeft in het klachtenformulier gesteld dat houtstoken vervuilender is dan gas. Dat mag wellicht zo zijn in relatie tot fijnstof, maar het milieu gaat om meer dan dat alleen. Zoals eerder vermeld heeft elke vorm van verwarming gevolgen voor het milieu. Klager geeft blijkbaar de voorkeur aan verbranding van gas, maar gas is niet hernieuwbaar en zeker niet duurzaam en milieuvriendelijk. Het gaat immers om een fossiele brandstof die steeds minder beschikbaar is en waarvan de consequenties in Groningen momenteel bijna niet te overzien zijn.
Ad c.
In de bestreden uiting staat:
“Daarom is hout als brandstof in een houtkachel met hoogstaande verbrandingstechniek vrijwel CO2 neutraal”.
Deze terminologie wordt in de branche regelmatig gebruikt. Uiteraard is het wel van belang dat hierbij aangegeven wordt dat een houtkachel met hoogstaande verbrandingstechniek een voorwaarde is. Dat hout stoken pas na 50 jaar als CO2 neutraal kan worden aangemerkt, zoals klager in het klachtenformulier heeft gesteld, is naar de mening van verweerder niet relevant. Een bepaald tijdframe wordt ook niet genoemd.
Verweerder geeft de volgende nadere informatie:
Hout stoken is minder belastend voor het milieu dan het stoken van fossiele brandstoffen, zoals kolen, aardgas of olie. De fossiele brandstoffen zijn eindig en het duurt dan ook miljoenen jaren om ze aan te wassen. Bomen kunnen opnieuw worden geplant en houtresten kunnen dan ook goed gebruikt worden als brandstof. In Frankrijk wordt bijvoorbeeld zelfs subsidie gegeven op houtkachels om verantwoord stoken te stimuleren. Gedurende hun groei nemen bomen CO2 op uit de lucht. Deze opgenomen hoeveelheid CO2 komt weer vrij als de boom afsterft. Deze CO2 die wordt uitgestoten door dode of wegrottende bomen kan weer door andere bomen worden opgenomen.
Dit gebeurt ook bij het verbranden van houtpellets. De hoeveelheid die vrijkomt is zelfs gelijk aan de opgenomen hoeveelheid CO2. Deze kringloop herhaalt zich alleen als er een volledige verbranding plaatsvindt. Anders wordt er meer CO2 uitgestoten dan de boom had opgenomen.
Ad d.
In de uiting staat:
“Tegenwoordig moeten houtkachels aan allerlei eisen voldoen zodat ze niet onnodig belastend zijn voor het milieu”.
Het klopt dat er momenteel nog geen milieueisen zijn waaraan kachels moeten voldoen. Het gaat echter om het tweede deel van de zin. Om niet onnodig belastend te zijn voor het milieu, moeten houtkachels wel degelijk aan allerlei eisen voldoen.
De bewustwording hieromtrent is groter dan ooit in de branche van verweerder. Verweerder heeft zelfs al twee keer een SKH stimuleringsprogramma opgezet samen met de branche-organisatie. Hierbij is sprake van een soort subsidie voor aankopen van kachels die nu al aan de eisen van 2022 voldoen.
Voor meer informatie verwijst verweerder naar http://www.stimuleringhoutstook.nl/.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat de bestreden uiting moet worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Deze uiting houdt immers duidelijk een openbare aanprijzing in van houtkachels, door verweerder.
Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.
Ad a.
Volgens klager moet in geval van hout stoken aan “strikte voorwaarden” worden voldaan, om “hout” “hernieuwbaar” te kunnen noemen. Welke voorwaarden dat zijn, heeft klager niet nader toegelicht.
Dit bezwaar geeft de Commissie niet voldoende aanleiding om de bestreden uiting in strijd met de NRC te achten, voor zover daarin staat: “Hout als brandstof is, met een mooi woord, hernieuwbaar”. Deze volzin moet worden gezien in de context van de daaraan voorafgaande tekst waarin staat:
“Hout is (….) een natuurlijke brandstof die door het duurzaam aanplanten van bossen weer aangevuld wordt”.
Overigens heeft verweerder meegedeeld dat het klopt dat hout slechts onder strikte voorwaarden als brandstof hernieuwbaar is en dat in de bewuste tekst dan ook staat dat bossen duurzaam beplant moeten worden om de energiebron weer aan te vullen.
Ad b.
In de bestreden uiting komt de zinsnede “een milieubewuste keuze” twee maal voor, namelijk:
(i) in de volzin “Stoken op hout met een houtkachel is dus niet alleen kostenbesparend, maar óók een milieubewuste keuze” en
(ii) in de volzin “Met slinkende gasvoorraden en stijgende gas- en energieprijzen is de houtkachel dus een goede en milieubewuste keuze”.
Over deze zinsneden oordeelt de Commissie respectievelijk als hieronder. Zij stelt daarbij voorop dat zij de woorden “milieubewuste keuze” minder absoluut acht dan de door klager genoemde milieuclaims “milieuvriendelijk” en “goed voor milieu”.
Ad i.
De volzin “Stoken op hout met een houtkachel is dus niet alleen kostenbesparend, maar óók een milieubewuste keuze” moet worden gezien in de context van de daaraan voorafgaande tekst waarin staat:
“Hout is namelijk een natuurlijke brandstof die door het duurzaam aanplanten van bossen weer aangevuld wordt. Hout als brandstof is, met een mooi woord, hernieuwbaar”.
Bovenbedoelde “hernieuwbaarheid” van hout als brandstof rechtvaardigt naar het oordeel van de Commissie nog niet de conclusie “Stoken op hout met een houtkachel is dus (….) óók een milieubewuste keuze”. De Commissie overweegt daartoe dat klager in het klachtenformulier heeft gesteld dat hout stoken vervuilender is dan gas verbranden, en dat verweerder bij verweer onder meer heeft meegedeeld dat dit het geval is in relatie tot fijnstof. In zoverre acht de Commissie de woorden “een milieubewuste keuze” te absoluut en daardoor in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Milieu Reclame Code.
Ad ii.
De volzin “Met slinkende gasvoorraden en stijgende gas- en energieprijzen is de houtkachel dus een goede en milieubewuste keuze” moet worden gezien in de context van de voorafgaande tekst waarin staat:
“(….) is hout als brandstof in een houtkachel met een hoogstaande verbrandingstechniek vrijwel CO2-neutraal”.
De mededeling “vrijwel CO2-neutraal” rechtvaardigt naar het oordeel van de Commissie nog niet de conclusie “Met slinkende gasvoorraden en stijgende gas- en energieprijzen is de houtkachel dus een goede en milieubewuste keuze”. De Commissie overweegt daartoe dat klager in het klachtenformulier heeft gesteld dat hout stoken vervuilender is dan gas verbranden, en dat verweerder bij verweer onder meer heeft meegedeeld dat dit het geval is in relatie tot fijnstof. In zoverre acht de Commissie de woorden “een milieubewuste keuze” te absoluut en daardoor in strijd met de artikelen 2 en 3 van de Milieu Reclame Code.
Ad c.
In de uiting staat het kopje: “Houtkachel stoken is CO2-neutraal”. De juistheid van deze absolute milieuclaim heeft verweerder niet aannemelijk gemaakt. In zoverre acht de Commissie de woorden “Houtkachel stoken is CO2-neutraal” te absoluut en daardoor in strijd met de artikelen 2 en 3 van de MRC.
Dat in de tekst onder het bewuste kopje -minder absoluut- wordt gesproken over “vrijwel CO2-neutraal”, maakt bovenstaand oordeel niet anders.
Ad d.
In de uiting staat niet dat houtkachels aan “milieu eisen” moeten voldoen, maar aan “allerlei eisen (…) zodat ze niet onnodig belastend zijn voor het milieu”. In zoverre mist de klacht feitelijke grondslag.
Verder heeft klager niet, althans niet voldoende onderbouwd betwist dat dergelijke (“allerlei”) eisen zouden gelden.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Gelet op het oordeel onder Ad b en c acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC. Zij beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.