De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de volgende uitingen op de website van NHK: https://stichting-nhk.nl.
1.
Een uiting op https://stichting-nhk/de-erkenning, waarin staat:
“De Europese Unie heeft in haar Richtlijn 2009/28 de zogenaamde Renewable Energy Sources
(RES) Directive 2009/28 bepaald, dat er in de lidstaten wetgeving moet komen die de opleiding
en certificering van installateurs van apparaten voor hernieuwbare energie regelt. Hernieuwbare
energie noemt men ook wel duurzame energie, vandaar de afkorting DE. Naast warmtepompen
en zonnepanelen vallen hier ook de biomassa toestellen zoals hout- en pelletkachels en haarden
onder. Ieder EU land is dus verplicht om dit te regelen. De Richtlijn gaat uit van het certificeren
van installateurs. Bedrijven die werken met gekwalificeerde installateurs en lid zijn van de NHK
zijn als DE-erkend bedrijf in het DE bedrijvenregister opgenomen. Dat register wordt namens de
overheid, in samenwerking met de branches, ingericht en bijgehouden. In Nederland doet InstallQ
dat. Het register vind je hier bij het Centraal Register Techniek (CRT) of bij de Stichting-EVIS.”
2.
Een uiting op https://stichting-nhk.nl/wp-content/uploads/2019/04/Huiselijke houtstook-moet-in-2030-50-procent-minder-emissies-uitstoten.pdf, waarin staat:
“We hebben maatregelen voor elk van de pijlers die we de komende jaren gaan implementeren.
Zodat we met droge ogen kunnen beweren dat houtstook een goede, en mooie bijdrage kan leveren in de energietransitie. We erkennen dat er overlastsituaties zijn, en we willen met die mensen in gesprek om aan de hand van onze oplossingen tot werkbare oplossingen voor hen te komen.”
en
“Biomassa kan in de transitieperiode voordat we volledig overgaan op zon en wind een goede CO2-neutrale bijdrage leveren, mits je ervoor zorgt dat het hout duurzaam is. Als we het op duurzame wijze inrichten, kan houtstook een mooie bijdrage leveren.”.
3.
Een uiting op https://stichting-nhk.nl/wp-content/uploads/2020/10/Rapport-Basis-voor-beleid houtrook-en-luchtkwaliteit-NHK-2020.pdf, waarin staat:
“Ook komt de brandstof van kachels en haarden niet uit de Amazone of Noord Amerika maar voor
99% uit ons eigen land en verzamelt de stoker het stookhout veelal zelf uit de directe omgeving.
Slechts een fractie wordt uit EU-landen geïmporteerd.”
en
“Dan blijft het aangekochte hout. Dat vertegenwoordigt 45% van het totaal. Dan gaat het dus om
circa 360.000 ton aan haardhout. Pratende met de diverse marktpartijen blijkt dat circa 99% hiervan eveneens afkomstig is uit eigen land. Dit hout is onder andere afkomstig van: Staatsbosbeheer (Jaarlijkse Haardhoutdagen op circa 20 locaties in het land), Natuurmonumenten (verkoopt lokaal hout), van kleine boseigenaren en landgoederen die jaarlijks hout verkopen, fruitbomen die gerooid worden, gemeentes die lokaal hout verkopen etc. Van de totale haardhout en pellet stroom komt dus het overgrote deel uit eigen land.”
en
“De derde discussie gaat over de hernieuwbaarheid en duurzaamheid van het haardhout. Wat
beschouwen wij als duurzaam? Een veel gebezigde definitie is de volgende; “Duurzame energie is
energie opgewekt uit duurzame energiebronnen”. Deze energiebronnen raken nooit op, zoals zon, wind en blomassa. Duurzame energie wordt ook wel groene energie genoemd. Dat geldt ook voor
haardhout en houtpellets tenminste als je ervoor zorgt dat de CO2 balans blijft en je dus oudere
bomen vervangt door nieuwe met groelpotentieel.”
en
“’Bedrijven zoals de tuinbouw willen ook steeds duurzamer worden en doen dat steeds vaker door
verwarmingsinstallaties op houtsnippers of pellets. En dan zijn er natuurlijk ook nog de
energiecentrales die bijstoken met pellets om het aandeel hernieuwbare energie te vergroten”.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Naar aanleiding van eerdere klachten tegen reclame van NHK oordeelde de Commissie (in dossier 2021/00049 en vervolgens in dossier 2021/00618) dat de aanduiding van een houtkachel als “duurzame hernieuwbare energiebron” in strijd is met de artikelen 2 en 3 van de Milieu Reclame Code (MRC), omdat de juistheid van deze absolute milieuclaim niet aannemelijk was gemaakt.
Op 15 januari 2022 heeft klager de website van NHK geraadpleegd en het blijkt dat nog steeds vermeld wordt dat houtstook duurzaam is en een hernieuwbare energiebron betreft. Ook biomassa wordt in deze zin aangeduid. Klager concludeert dat adverteerder zich niet gehouden heeft aan “de beslissing” van de Commissie.
Verder wordt in uiting 3 gesuggereerd dat de brandstof voor haarden en kachels voor 99% uit Nederland komt. Klager trekt dit in twijfel, omdat één van de grootste brandhoutverkopers in Nederland zegt dat hout tegenwoordig meestal uit de Belarus wordt ingekocht en per vrachtwagen naar Nederland wordt vervoerd. Hij verwijst naar bijlage 3 bij de klacht. Naar zijn mening is uiting 3 misleidend.
Alle houttransporten brengen ook extra CO2-uitstoot met zich, net zoals brandhout dat ovengedroogd in bijvoorbeeld bouwmarkten wordt verkocht, zo stelt klager. Dat houtverbranding niet duurzaam is, is in voornoemde dossiers en in het onderhavige voldoende uitgelegd. Alleen al doordat de verbranding van hout veel sneller gaat dan de aangroei van nieuw hout, loopt de balans tussen CO2-uitstoot en opname ervan scheef, aldus klager.
Klager verzoekt de Commissie om adverteerder aan te bevelen om geen reclame meer te maken dat houtstook duurzaam, hernieuwbaar en dergelijke is, dan wel passende maatregelen te treffen indien adverteerder zich niet aan de beslissingen van de Commissie houdt.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
In een eerdere zaak heeft de NHK door middel van het compliance formulier te kennen gegeven de gewraakte zinsneden hetzij te verwijderen, hetzij aan te passen. Een en ander is destijds uitgevoerd conform de eerdere uitspraak / compliance.
NHK betreurt het dat klager de reacties op klagers brief kennelijk niet serieus wil nemen. In die reacties stelde NHK onder andere dat de door klager aangehaalde links geen actieve links op adverteerders website meer zijn. Ook deelde NHK mee dat de DE-erkenning een erkenningsregeling is die buiten adverteerders macht valt, en zelfs een initiatief is vanuit de EU. Met de onderhavige zaak wordt de Commissie onnodig aan het werk gezet, aldus NHK.
Met betrekking tot de verschillende uitingen en daartegen gerichte bezwaren merkt adverteerder het volgende op.
Ad 1.
In de bestreden tekst voert NHK geen duurzaamheidsclaim, maar verwoordt slechts wat anderen schrijven. Intussen is RES2009/28 achterhaald door RES2018/2001, met op
hoofdlijnen dezelfde aanbevelingen aan de lidstaten waar het gaat om het bevorderen van
kwaliteit van installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen. Verwezen wordt naar het RES document in de bijlage bij het verweer, samen met de daaruit gedestilleerde artikelen waaruit de positie van houtstook onverminderd blijkt, aldus adverteerder. Overigens ligt ook de naamvoering van de DE-erkenning, gebaseerd op zowel de eerdere als de actuele RES, buiten de macht van NHK, zo stelt zij.
Ad 2 en 3.
In beide gevallen gebruikt klager, ondanks een eerdere reactie aan hem waarin adverteerder dit reeds te kennen gaf, een verouderde (niet werkende) link achter adverteerders website.
Het oordeel van de voorzitter
Met betrekking tot de verschillende uitingen en daartegen gerichte bezwaren overweegt de voorzitter het volgende.
Ad 1.
Adverteerder heeft het verweer gevoerd dat zij geen duurzaamheidsclaim voert, maar slechts verwoordt wat anderen schrijven. Ervan uitgaande dat de tekst een verwoording door adverteerder is van wat “anderen” schrijven, betekent dit niet dat adverteerder niet verantwoordelijk is voor hetgeen in uiting 1 wordt gesteld. Door de betreffende mededelingen op te nemen op haar website, heeft adverteerder deze (ook) tot de hare gemaakt.
Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument het tekstgedeelte “Hernieuwbare
energie noemt men ook wel duurzame energie, vandaar de afkorting DE. Naast warmtepompen
en zonnepanelen vallen hier ook de biomassa toestellen zoals hout- en pelletkachels en haarden
onder” opvatten in die zin dat hout- en pelletkachels en haarden vormen van “duurzame energie” zijn.
Klager heeft de juistheid van de aanduiding “duurzame energie” waar het betreft houtstook gemotiveerd weersproken. In dit verband heeft hij gewezen op de beslissingen van de Commissie van 20 mei en 4 augustus 2021 in de dossiers 2021/00049 respectievelijk 2020/00518, waarin de aanduiding van een houtkachel als “duurzame hernieuwbare energiebron” in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC werd bevonden, omdat de juistheid van deze absolute milieuclaim niet aannemelijk was gemaakt. Verder heeft klager gesteld dat houttransporten extra CO2-uitstoot met zich brengen en dat, doordat de verbranding van hout veel sneller gaat dan de aangroei van nieuw hout, de balans tussen CO2-uitstoot en opname ervan scheef loopt.
Gelet op klagers gemotiveerde betwisting lag het op de weg van adverteerder om de juistheid van haar uiting, die moet worden aangemerkt als een milieuclaim als bedoeld in artikel 1 MRC, aan te tonen. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder hierin niet geslaagd, ook niet door haar verwijzing naar het bij het verweer overgelegde document “RES2018-2001” ofwel “Directive (eu) 2018/2001 of the european parliamant and the counciL of 11 december 2018 on the promotion of the use of energy from renewabe sources”.
De Commissie stelt vast dat adverteerder, anders dan in de onderhavige uiting, in (de hierna te beoordelen) uiting 3 een toelichting geeft van “duurzaamheid van haardhout”; gesteld wordt:
“De derde discussie gaat over de hernieuwbaarheid en duurzaamheid van het haardhout. Wat
beschouwen wij als duurzaam? Een veel gebezigde definitie is de volgende; “Duurzame energie is
energie opgewekt uit duurzame energiebronnen”. Deze energiebronnen raken nooit op, zoals zon, wind en biomassa. Duurzame energie wordt ook wel groene energie genoemd. Dat geldt ook voor
haardhout en houtpellets tenminste als je ervoor zorgt dat de CO2 balans blijft en je dus oudere
bomen vervangt door nieuwe met groeipotentieel.”
Aan het slot van deze toelichting wordt in het kader van “duurzame energie” en “haardhout en houtpellets” gesproken over de voorwaarde dat “de CO2 balans blijft”. In het onderhavige geval heeft klager echter onweersproken meegedeeld dat, doordat de verbranding van hout veel sneller gaat dan de aangroei van nieuw hout, de balans tussen CO2-uitstoot en opname ervan scheef loopt.
Nu adverteerder de juistheid van de aanduiding “duurzame energie” met betrekking tot “hout- en pelletkachels en haarden”, zoals gevoerd in uiting 1, niet heeft aangetoond, acht de voorzitter deze uiting in zoverre in strijd met artikel 3 MRC.
Ad 2.
Adverteerder heeft als verweer gevoerd dat klager “een verouderde (niet werkende) link achter” adverteerders website gebruikt. Daarmee heeft zij echter niet weersproken dat klager de bestreden uiting nog heeft aangetroffen op het moment van indienen van de onderhavige klacht. De voorzitter ziet dan ook geen aanleiding om dit klachtonderdeel niet te behandelen.
De voorzitter gaat ervan uit dat klagers bezwaar tegen uiting 2 betrekking heeft op het tekstgedeelte: “Biomassa kan in de transitieperiode voordat we volledig overgaan op zon en wind een goede CO2-neutrale bijdrage leveren, mits je ervoor zorgt dat het hout duurzaam is. Als we het op duurzame wijze inrichten, kan houtstook een mooie bijdrage leveren”.
Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument dit tekstgedeelte
opvatten in die zin dat houtstook duurzaam kan zijn. Gelet op klagers gemotiveerde betwisting, dat houtverbranding duurzaam zou (kunnen) zijn, lag het op de weg van adverteerder om de juistheid van haar uiting, die moet worden aangemerkt als een milieuclaim als bedoeld in artikel 1 MRC, aan te tonen. Daarin is adverteerder niet geslaagd, reeds omdat hij niet inhoudelijk op dit klachtonderdeel heeft gereageerd.
Nu adverteerder de juistheid van voornoemd tekstgedeelte niet heeft aangetoond, acht de voorzitter uiting 2 in zoverre in strijd met artikel 3 MRC.
Ad 3.
Ook hier heeft adverteerder als verweer gevoerd dat klager “een verouderde (niet werkende) link achter” adverteerders website gebruikt. Daarmee heeft zij echter niet weersproken dat klager de bestreden uiting nog heeft aangetroffen op het moment van indienen van de klacht. De voorzitter ziet dan ook geen aanleiding om dit klachtonderdeel niet te behandelen.
Klager heeft, onder verwijzing naar een bij zijn klacht overgelegd krantenartikel, gemotiveerd weersproken dat “de brandstof van kachels en haarden (…) voor 99% uit ons eigen land” ofwel Nederland komt. Het lag op de weg van adverteerder om de juistheid van deze mededeling aan te tonen. Daarin is adverteerder niet geslaagd, reeds omdat hij niet inhoudelijk op dit klachtonderdeel is ingegaan.
Nu adverteerder de juistheid van voornoemde mededeling niet heeft aangetoond, acht de voorzitter uiting 3, die moet worden aangemerkt als een milieuclaim als bedoeld in artikel 1 MRC, in zoverre in strijd met artikel 3 MRC.
Voor overige oordeelt de voorzitter als volgt.
In uiting 3 wordt, zoals hierboven bij de beoordeling van uiting 1 overwogen, in het kader van “duurzame energie” en “haardhout en houtpellets” gesproken over de voorwaarde dat “de CO2 balans blijft”. In het onderhavige geval heeft klager echter onweersproken meegedeeld dat, doordat de verbranding van hout veel sneller gaat dan de aangroei van nieuw hout, de balans tussen CO2-uitstoot en opname ervan scheef loopt.
Nu adverteerder de juistheid van de aanduiding “duurzame energie” met betrekking tot “haardhout en houtpellets” niet heeft aangetoond, acht de voorzitter deze uiting in zoverre in strijd met artikel 3 MRC.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter acht de bestreden uitingen in strijd met artikel 3 MRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.