De bestreden reclame-uiting
Het betreft een post op LinkedIn van de Nederlandse Haarden- en Kachelbranche (NHK), voor zover daarin staat: “Stook jij al volgens de Zwitserse Methode? Bekijk de animatie met tips voor jouw stookmoment zonder rookoverlast.”
In de bijbehorende video wordt door middel van een animatie de desbetreffende stookmethode stapsgewijs toegelicht.
Samenvatting van de klacht
Klaagster maakt bezwaar tegen de bewering dat men hout zou kunnen stoken zonder rookoverlast. Het is volgens klaagster bewezen dat dit onmogelijk is.
Samenvatting van de reactie van adverteerder
Adverteerder heeft besloten de uiting aan te passen, zoals blijkt uit de door haar overgelegde nieuwe versie van de uiting.
Het oordeel van de voorzitter
1) Adverteerder, een brancheorganisatie voor haarden en kachels, claimt dat men met een bepaalde methode kan stoken zonder rookoverlast. In feite stelt adverteerder daarmee dat een bepaalde activiteit (“stoken”) geen invloed heeft op het milieu (“zonder rookoverlast”). Op grond hiervan is sprake van een milieuclaim en is de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR) op de uiting van toepassing. Milieuclaims zijn immers een vorm van duurzaamheidsclaims. Alle duurzaamheidsclaims dienen aantoonbaar juist te zijn. De bewijslast rust op de adverteerder.
2) Klaagster heeft gesteld dat stoken zonder rookoverlast onmogelijk is. Adverteerder heeft niet, in het licht van de gemotiveerde betwisting door klaagster, aangetoond dat de duurzaamheidsclaim aantoonbaar juist is. Het niet leveren van de vereiste onderbouwing voor de claim impliceert dat de claim onjuist dient te worden geacht en om die reden in strijd is met artikel 4 CDR.
3) Adverteerder heeft de uiting aangepast en beweert niet langer dat het mogelijk is te stoken zonder rookoverlast. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande, acht de voorzitter de bestreden reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 4 CDR.