De bestreden uitingen
Het betreft de volgende mededelingen op de website www.beterstoken.nl van Stichting Nederlandse Haarden- en Kachelbranche.
- “Beter stoken doe je zo. Een groep Zwitserse studenten ontdekte een manier om zo optimaal mogelijk het vuur aan te steken, met zo weinig mogelijk rook.”
- “Hout aansteken is niet moeilijk, maar góéd en verantwoord hout stoken vergt wat meer aandacht. Hoe je dat doet? Met de Zwitserse stookmethode. Lees hier hoe je die toepast en waarom deze methode beter stoken mogelijk maakt. Wij zijn helemaal voor beter stoken. Want dat is beter voor:
? Het milieu
? Je houtkachel of houthaard
? De veiligheid
? Je omgeving’ - “De Zwitserse stookmethode is makkelijk toe te passen. Volg onderstaande zes stappen om je haardhout zo optimaal mogelijk te stoken met zo min mogelijk rook en emissies tot gevolg.”
- (in een video die op de website kan worden afgespeeld): “Steek je jouw haard of kachel efficiënt en eenvoudig aan met zo min mogelijk rookontwikkeling (…) Het vuur brandt vrijwel zonder rook. (…) Wil je meer informatie kijk op beterstoken.nl voor een specialist bij jou in de buurt.”
- “Tijdens deze avonden krijg je uitleg over onder andere de Zwitserse stookmethode en hoe je deze in jouw haard of kachel kunt toepassen. Experts vertellen je in detail hoe je nog beter stoken kan.”
- “De ouderwetse openhaard heeft een laag rendement, terwijl moderne inbouw- en inzethaarden juist een hoog rendement hebben en een lage uitstoot”
- “Hout is een hernieuwbare bron van energie.”
- “De Duurzame Energie erkenning (DE) is in het leven geroepen door de EU. Zonne-energie systemen, warmtepompen, hout- en pelletkachels zijn allemaal manieren om een huis op een alternatieve wijze te verwarmen. Maar nog lang niet iedereen heeft de kennis van dit soort, soms heel complexe, systemen in huis. Daartoe heeft de EU de lidstaten verplicht om voor ieder van deze hernieuwbare energie toepassingen passende vakopleidingen te ontwikkelen. In 2012 hebben de Nederlandse overheid en brancheverenigingen een opleidings- en certificeringssysteem voor installateurs van duurzame energiesystemen opgezet. Nederland komt hiermee tegemoet aan de Europese richtlijn hernieuwbare energie (RES).”
- “Een houtkachel die voldoet aan Ecodesign brandt aanzienlijk schoner dan een vuur in een oude openhaard of in een vuurkorf. Wil je optimaal verbranden en zo min mogelijk uitstoten, houd je aan de 4 pijlers”.
- “A: Een goede pelletkachel brandt aanzienlijk schoner dan een vuur in een ouderwetse openhaard of een vuurkorf. Houd desondanks als checklist altijd de 4 pijlers aan”.
- “B: Vakkundig geïnstalleerd door een DE erkende installateur.”
Samenvatting van de klacht
In de bestreden uitingen staan onterechte milieuclaims waardoor de consument ernstig wordt misleid. Houtstook veroorzaakt altijd toxische emissies en is daardoor schadelijk. De consument zal geen luchtvervuilend en schadelijk product kopen, als hij hierover juist wordt geïnformeerd. In het oordeel zal nader op de onderbouwing van de klacht per uiting worden ingegaan.
Samenvatting van het verweer
De website waarover wordt geklaagd heeft niet een commerciële, maar een voorlichtende functie. Zo wordt voor hout- en pelletkachels verwezen naar DE-erkende bedrijven. De DE-erkenning vloeit voort uit een verplichting uit een Europese Richtlijn. Verweerder zet zich in om de consument op de noodzaak van een kwalitatieve installatie te wijzen. De Zwitserse stookmethode komt voort uit onderzoek in Zwitserland in opdracht van de stad Luzern. Het effect van deze methode is onderzocht en in samenhang met kennis en gedrag van de stoker leidt dit tot een (aanzienlijke) emissiereductie. Verweerder heeft de communicatie deels vertaald en overgenomen uit onafhankelijke publicaties die zij noemt. Uit de documentatie blijkt onomstotelijk dat stoken verbonden dient te zijn aan gedragsregels, kennis en vaardigheden met het oog op het sterk terugdringen van emissies. Verweerder heeft het effect van beter stoken laten testen. Daarbij is een sterke fijnstofreductie aangetoond door gebruik van de Zwitserse stookmethode. Klager toont niet aan dat moderne haarden geen beter rendement en/of een lagere uitstoot zouden hebben dan de oudere toestellen waarnaar wordt verwezen. Verweerder meent te mogen zeggen dat hout een hernieuwbare energiebron is en verwijst daarbij naar Richtlijn (EU) 2018/2001. Wel heeft klager een punt met betrekking tot de klacht tegen uiting 2, omdat de tekst hier in een stellende zin is beschreven. Verweerder bedoelt hier te zeggen “meer verantwoord hout stoken”, in vergelijking met slechte en verouderde methoden en onvoldoende kennis. Op dat punt is de tekst van de website inmiddels aangepast.
Samenvatting van de beslissing van de voorzitter van 20 februari 2024
De voorzitter heeft geoordeeld dat de bestreden uitingen reclame betreffen in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De uitingen 1 tot en met 10 bevatten naar het oordeel van de voorzitter milieuclaims zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR), nu daarin im- of expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten van houtstook, althans een bepaalde vorm van houtstook (de Zwitserse stookmethode die ook wordt aangeduid als ‘beter stoken’) en tevens moderne houtkachels worden aangeprezen. Uiting 11 bevat daarentegen geen specifieke milieuclaim, nu hierin enkel het installeren van een kachel wordt genoemd.
Ten aanzien van de uitingen sub 1, 3, 4 en 5 heeft de voorzitter – kort samengevat – geoordeeld dat het is toegestaan in reclame voor houtstook erop te attenderen dat een bepaalde wijze van houtstook (in dit geval de Zwitserse stookmethode) de voorkeur verdient boven andere vormen van houtstook, ook als daarbij wordt gezegd dat dan zo weinig mogelijk rook en emissies ontstaan en in dat opzicht sprake is van ‘beter stoken’. Verweerder mag op deze voordelen wijzen, mits niet wordt geclaimd of gesuggereerd dat houtstook als milieuvriendelijk kan worden beschouwd. De uitingen 1, 3, 4 en 5 gaan dit kader niet te buiten en voldoen aan artikel 6 CDR en artikel 7 CDR. De uitingen 6, 9 en 10 zien specifiek op een bepaald soort houtkachels. De voorzitter acht het op basis van de totale uitingen voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het in de hier genoemde uitingen ook telkens om een relatief voordeel gaat, dus vergeleken met andere, meer milieubelastende typen houtkachels. De klacht ten aanzien van de uitingen 1, 3, 4, 5, 6, 9 en 10 wordt derhalve afgewezen.
Ten aanzien van uiting 2 heeft de voorzitter geoordeeld dat in deze uiting niet (voldoende) duidelijk wordt gemaakt dat het hier gaat om een vergelijking met andere, schadelijkere vormen van houtstook waardoor de uiting door de gemiddelde consument als een absolute claim kan worden opgevat die niet wordt waargemaakt. Om die reden is uiting 2 in strijd met artikel 3.1 CDR en artikel 4 CDR. Nu verweerder heeft gesteld dat de uiting zal worden aangepast, zal de aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken op dit punt worden gedaan voor zover nog nodig.
Ten aanzien van uiting 7 heeft de voorzitter verwezen naar dossier 2023/00099 waarin is geoordeeld dat wanneer hout (een vorm van biomassa) als energiebron wordt gebruikt, dat wordt gerekend tot hernieuwbare energie. De aanduiding hernieuwbaar mag hier daarom worden gebruikt in relatie tot houtstook.
Ten aanzien van de klacht tegen uiting 8, verwijst de voorzitter naar het oordeel in dossier 2022/00091 waaruit volgt dat hout niet kan worden gepresenteerd als ‘duurzame’ energie. In uiting 8 wordt houtstook desondanks direct in verband gebracht met duurzame energie door houtstook aan te duiden als onderwerp van de “Duurzame Energie erkenning” waarbij de installatie plaatsvindt door installateurs van “duurzame energiesystemen”. De gemiddelde consument zal hierdoor aannemen dat houtstook als een duurzame energiebron kan worden gezien. Nu verweerder de juistheid van het gebruik van de term ‘duurzaam’ in dit kader niet heeft aangetoond, acht de voorzitter deze uiting in strijd met de artikelen 3.1 en 4 CDR.
Het bezwaar van klager tegen de beslissing van de voorzitter
Het bezwaar van klager wordt als volgt samengevat.
Ten aanzien van uitingen 1, 3, 4 en 5
Volgens klager is het niet juist dat er door de Zwitserse Stookmethode sprake is van ‘beter stoken’, omdat geen enkele stooktip de uitstoot van houtkachels zo kan verlagen dat de uitstoot fors vermindert. Klager verwijst in dat verband naar een onderzoek van Royal HaskoningDHV en een onderzoek van het Vlaamse Agentschap voor Zorg & Gezondheid. Hieruit volgt onder meer dat stooktips geen invloed hebben op de uitstoot van schadelijke stoffen buiten de woning en dat de Zwitserse stookmethode niet toepasbaar is op elk type kachel. Bovendien geeft de Zwitserse stookmethode alleen effect op de startfase en niet op de verdere verloop en duur van het verbrandingsproces. Daarom kan niet gezegd worden dat er bij de Zwitserse Stookmethode zo weinig mogelijk rook en emissies ontstaan.
Ten aanzien van uitingen 6, 9 en 10
Het vergelijken van de emissie van de ene soort houtkachel met een andere soort houtkachel is hetzelfde als appels met peren vergelijken. Zo is de subsidie op de pelletkachel bijvoorbeeld afgeschaft door de milieuschade die deze veroorzaakt. Ecodesignkachels stoten juist weer veel meer ultrafijnstof uit dan oude kachels. De uitstoot hiervan is dus zeker niet lager, zoals verweerder beweert. Klager verwijst in dat verband naar diverse bronnen.
Ten aanzien van uiting 7
Klager licht onder verwijzing naar diverse bronnen toe dat houtstook niet meer hernieuwbaar kan worden genoemd, onder meer doordat brandhout in Nederland schaars is en hout uit het buitenland moet worden gehaald. Verweerder toont niet aan waarom houtstook hernieuwbaar is en onder welke omstandigheden en volgens welke richtlijnen. De uiting suggereert dat alle vormen van houtstook hernieuwbaar zijn. Houtstook mag echter alleen hernieuwbaar worden genoemd als het voldoet aan bepaalde voorwaarden.
Ten aanzien van uiting 11
De gemiddelde consument zal bij de slogan “Vakkundig geïnstalleerd door een DE erkende installateur” denken dat zijn houtkachel voldoet aan duurzaamheidseisen.
De reactie van adverteerder op het bezwaar
Met de Beter Stoken campagne zet verweerder zich in om beter stookgedrag en alternatieve stookvormen onder de aandacht van de consument te brengen. Dit sluit aan op landelijk beleid en communicatie van onder meer Milieu Centraal.
De beweringen van klager over de effectiviteit van de Zwitserse stookmethode zijn onjuist. Verweerder legt meerdere rapporten over waarin het effect van deze stookmethode is bewezen. De emissiewinst van de Ecodesign- en pelletkachels ten opzichte van oude stookvormen (open haarden en vuurkorven) is ook evident. Hiernaar is ruimschoots onderzoek gedaan in onder meer Frankrijk, Duitsland en Noorwegen.
“DE erkende installateur” is de naam van een kwaliteitsregeling welke reeds in 2011 is opgezet in het kader van EU RES2009/28 en RES2018-2001, met een geaccrediteerde vakopleiding in de basis. Deze kwaliteitsregeling is destijds omarmd door de Nederlandse overheid en wordt tot op dit moment gebruikt om aan te tonen dat Nederland als voldoet aan voornoemde EU-richtlijnen.
De mondelinge behandeling
Verweerder heeft haar standpunt nader toegelicht aan de hand van een (overgelegde) pleitnota. Klager was niet aanwezig ter zitting, maar heeft vooraf een pleitnota toegestuurd die als hier ingelast wordt beschouwd. Voor zover nodig wordt op hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen, ingegaan in het oordeel van de Commissie.
Het oordeel van de Commissie
1. De Commissie gaat ten eerste in op het bezwaar van klager tegen uiting 11. Volgens klager zal de gemiddelde consument op basis van deze uiting ten onrechte denken dat zijn houtkachel voldoet aan duurzaamheidseisen. De uiting verwijst naar de installatie van een kachel door een “DE erkende installateur”. Dat in de uiting wordt benoemd dat een houtkachel geïnstalleerd wordt door een installateur die een erkende opleiding heeft gevolgd die aan bepaalde (wettelijke) eisen voldoet, brengt nog niet mee dat hierin reeds de suggestie besloten ligt dat de houtkachel tevens aan duurzaamheidseisen voldoet. De uiting gaat immers enkel over de kwalificaties van de installateur en niet over de houtkachel op zich. De voorzitter heeft in dat verband geoordeeld dat uiting 11 geen specifieke milieuclaim bevat, hetgeen de Commissie onderschrijft. Het bezwaar kan op dit punt dan ook niet slagen.
2. Met betrekking tot de overige bestreden uitingen is van belang dat deze uitingen (duurzaamheids)reclame betreffen en tevens milieuclaims bevatten in de zin van artikel 1 CDR. De website www.beterstoken.nl, waarvan de uitingen deel uitmaken, strekt immers tot aanprijzing van (een bepaalde methode van) houtstook in combinatie met (bepaalde moderne) houtkachels waarbij wordt gerefereerd aan het effect hiervan op het milieu. Gelet op het voorgaande heeft de voorzitter deze uitingen terecht aan de CDR getoetst.
3. Klager maakt bezwaar tegen de uitingen over het ‘beter stoken’ door toepassing van de Zwitserse stookmethode (uitingen 1, 3, 4 en 5). Deze uitingen zijn volgens klager misleidend, omdat het niet waar is dat er bij de Zwitserse stookmethode zo weinig mogelijk rook en emissies ontstaan en dus geen sprake kan zijn van ‘beter stoken’. De Commissie overweegt hierover als volgt. Niet ter discussie staat dat houtstook niet milieuvriendelijk kan worden genoemd. Dit neemt niet weg dat bepaalde vormen van houtstook relatief gezien beter kunnen zijn voor het milieu dan andere vormen van houtstook. Naar het oordeel van de Commissie ligt in de bestreden uitingen niet de suggestie besloten dat houtstook milieuvriendelijk is en zal de gemiddelde consument de uitingen ook niet in die zin opvatten. Het is duidelijk dat de website www.beterstoken.nl, waar de uitingen op zijn gepubliceerd, bedoeld is om de consument informatie te geven over “beter stoken” en dat de Zwitserse stookmethode wordt aangeprezen als een verbeterde vorm van houtstook doordat bij de toepassing daarvan minder rook en emissies ontstaan. Dat sprake is van ‘beter stoken’ in deze relatieve zin, acht de Commissie voldoende aannemelijk gemaakt. Verweerder heeft meerdere rapporten overgelegd waaruit volgt dat bij de juiste toepassing van de Zwitserse stookmethode de uitstoot van rook en emissies gereduceerd kan worden. De uitingen betreffen in dat verband tips, of verwijzen naar te ondernemen stappen, om de Zwitserse stookmethode op de juiste manier toe te passen om dit effect te bereiken. De uitingen 1, 3, 4 en 5 zijn dan ook niet misleidend of anderszins in strijd met de CDR.
4. Verder maakt klager bezwaar tegen de uitingen over de houtkachels (uitingen 6, 9 en 10). Volgens klager zijn deze uitingen onjuist, omdat er geen schone houtkachels bestaan en ook moderne houtkachels niet goed zijn voor het milieu. De Commissie acht het op basis van de bestreden uitingen en de context waarin de informatie wordt verstrekt, om vergelijkbare redenen als overwogen onder randnummer 3, voldoende duidelijk dat de uitingen zijn bedoeld om de consument te wijzen op het feit dat moderne toestellen (waaronder de genoemde EcoDesign en pelletkachels) relatief “schoner” zijn in vergelijking met oudere, meer vervuilendere stookvormen (open haarden en vuurkorven). Nu in de uitingen verder niet wordt gesuggereerd dat moderne houtkachels ‘schoon’ zijn, zoals klager lijkt te veronderstellen, acht de Commissie het bezwaar tegen de uitingen 6, 9 en 10 ongegrond.
5. Klager maakt tenslotte bezwaar tegen uiting 7, omdat houtstook volgens klager niet meer hernieuwbaar kan worden genoemd in Nederland. De Commissie stelt bij de beoordeling voorop dat in de bestreden uiting niet staat dat ‘houtstook’ hernieuwbaar is, zoals klager stelt. In de uiting staat immers “Hout is een hernieuwbare bron van energie”. Wanneer hout (een vorm van biomassa) als energiebron voor houtstook wordt gebruikt, kan dit worden beschouwd als een hernieuwbare bron van energie. Zoals de voorzitter reeds heeft overwogen onder verwijzing naar dossier 2023/00099 is het kenmerk van biomassa immers dat deze weer terug kan groeien en in dat opzicht hernieuwbaar is. Dit geldt ook voor hout, dat afkomstig is van bomen en daardoor op natuurlijke wijze kan worden vernieuwd door het planten van nieuwe bomen. Gelet op het voorgaande kan het bezwaar met betrekking tot uiting 7 ook geen doel treffen.
6. Gelet op het voorgaande beslist de Commissie als volgt.
De beslissing
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter tot afwijzing van de klacht.
Hieronder volgt de voorzittersbeslissing d.d. 20 februari 2024:
De bestreden uitingen
Het betreft de volgende mededelingen op de website www.beterstoken.nl van Stichting Nederlandse Haarden- en Kachelbranche.
- “Beter stoken doe je zo. Een groep Zwitserse studenten ontdekte een manier om zo optimaal mogelijk het vuur aan te steken, met zo weinig mogelijk rook.”
- “Hout aansteken is niet moeilijk, maar góéd en verantwoord hout stoken vergt wat meer aandacht. Hoe je dat doet? Met de Zwitserse stookmethode. Lees hier hoe je die toepast en waarom deze methode beter stoken mogelijk maakt. Wij zijn helemaal voor beter stoken. Want dat is beter voor:
? Het milieu
? Je houtkachel of houthaard
? De veiligheid
? Je omgeving’ - “De Zwitserse stookmethode is makkelijk toe te passen. Volg onderstaande zes stappen om je haardhout zo optimaal mogelijk te stoken met zo min mogelijk rook en emissies tot gevolg.”
- (in een video die op de website kan worden afgespeeld): “Steek je jouw haard of kachel efficiënt en eenvoudig aan met zo min mogelijk rookontwikkeling (…) Het vuur brandt vrijwel zonder rook. (…) Wil je meer informatie kijk op beterstoken.nl voor een specialist bij jou in de buurt.”
- “Tijdens deze avonden krijg je uitleg over onder andere de Zwitserse stookmethode en hoe je deze in jouw haard of kachel kunt toepassen. Experts vertellen je in detail hoe je nog beter stoken kan.”
- “De ouderwetse openhaard heeft een laag rendement, terwijl moderne inbouw- en inzethaarden juist een hoog rendement hebben en een lage uitstoot”
- “Hout is een hernieuwbare bron van energie.”
- “De Duurzame Energie erkenning (DE) is in het leven geroepen door de EU. Zonne-energie systemen, warmtepompen, hout- en pelletkachels zijn allemaal manieren om een huis op een alternatieve wijze te verwarmen. Maar nog lang niet iedereen heeft de kennis van dit soort, soms heel complexe, systemen in huis. Daartoe heeft de EU de lidstaten verplicht om voor ieder van deze hernieuwbare energie toepassingen passende vakopleidingen te ontwikkelen. In 2012 hebben de Nederlandse overheid en brancheverenigingen een opleidings- en certificeringssysteem voor installateurs van duurzame energiesystemen opgezet. Nederland komt hiermee tegemoet aan de Europese richtlijn hernieuwbare energie (RES).”
- “Een houtkachel die voldoet aan Ecodesign brandt aanzienlijk schoner dan een vuur in een oude openhaard of in een vuurkorf. Wil je optimaal verbranden en zo min mogelijk uitstoten, houd je aan de 4 pijlers”.
- “A: Een goede pelletkachel brandt aanzienlijk schoner dan een vuur in een ouderwetse openhaard of een vuurkorf. Houd desondanks als checklist altijd de 4 pijlers aan”.
- “B: Vakkundig geïnstalleerd door een DE erkende installateur.”
Samenvatting van de klacht
In de bestreden uitingen staan onterechte milieuclaims waardoor de consument ernstig wordt misleid. Houtstook veroorzaakt altijd toxische emissies en is daardoor schadelijk. De consument zal geen luchtvervuilend en schadelijk product kopen, als hij hierover juist wordt geïnformeerd.
In het oordeel zal nader op de onderbouwing van de klacht per uiting worden ingegaan.
Samenvatting van het verweer
De website waarover wordt geklaagd heeft niet een commerciële, maar een voorlichtende functie. Zo wordt voor hout- en pelletkachels verwezen naar DE-erkende bedrijven. De DE-erkenning vloeit voort uit een verplichting uit een Europese Richtlijn. Verweerder zet zich in om de consument op de noodzaak van een kwalitatieve installatie te wijzen. De Zwitserse stookmethode komt voort uit onderzoek in Zwitserland in opdracht van de stad Luzern. Het effect van deze methode is onderzocht en in samenhang met kennis en gedrag van de stoker leidt dit tot een (aanzienlijke) emissiereductie. Verweerder heeft de communicatie deels vertaald en overgenomen uit onafhankelijke publicaties die zij noemt. Uit de documentatie blijkt onomstotelijk dat stoken verbonden dient te zijn aan gedragsregels, kennis en vaardigheden met het oog op het sterk terugdringen van emissies. Verweerder heeft het effect van beter stoken laten testen. Daarbij is een sterke fijnstofreductie aangetoond door gebruik van de Zwitserse stookmethode. Klaagster toont niet aan dat moderne haarden geen beter rendement en/of een lagere uitstoot zouden hebben dan de oudere toestellen waarnaar wordt verwezen. Verweerder meent te mogen zeggen dat hout een hernieuwbare energiebron is en verwijst daarbij naar Richtlijn (EU) 2018/2001. Wel heeft klaagster een punt met betrekking tot de klacht tegen uiting 2, omdat de tekst hier in een stellende zin is beschreven. Verweerder bedoelt hier te zeggen “meer verantwoord hout stoken”, in vergelijking met slechte en verouderde methoden en onvoldoende kennis. Op dat punt is de tekst van de website inmiddels aangepast.
Het oordeel van de voorzitter
1) Klaagster maakt bezwaar tegen diverse mededelingen op de website van verweerder die volgens haar inhouden of impliceren dat houtstook voordelen heeft voor het milieu, althans dat houtstook niet schadelijk is voor het milieu. Voor zover verweerder met haar verwijzing naar de aard van de website (volgens haar in feite voorlichting) bedoelt te stellen dat geen sprake is van reclame, oordeelt de voorzitter anders. De bestreden mededelingen zijn afkomstig van een brancheorganisatie voor haarden en kachels. De mededelingen maken deel uit van een website waarop onmiskenbaar (een specifieke vorm van) houtstook in combinatie met houtkachels wordt aangeprezen en dragen aan deze aanprijzing bij. Nu geen sprake is van objectieve informatie, is voldaan aan de definitie van reclame in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
2) Gelet op de grondslag van de klacht, dient te worden onderzocht of de uitingen milieuclaims bevatten zoals gedefinieerd in artikel 1 van de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR), en zo ja, of de uitingen voldoen aan de eisen van deze code. Ten aanzien van uiting sub 11 oordeelt de voorzitter dat deze uiting geen specifieke milieuclaim bevat. De uiting noemt enkel het installeren van een kachel. Dat daarbij wordt gesproken over een “DE erkende installateur” is onvoldoende om de uiting als een milieuclaim te kwalificeren. Ten aanzien van de overige uitingen kan, naar niet is betwist, wel telkens van een milieuclaim in de zin van de CDR worden gesproken nu daarin im- of expliciet wordt gerefereerd aan milieuaspecten van houtstook, althans een bepaalde vorm van houtstook (de Zwitserse stookmethode die ook wordt aangeduid als ‘beter stoken’) en tevens moderne houtkachels worden aangeprezen. Deze uitingen zullen aan de CDR worden getoetst.
3) Ten aanzien van de uitingen sub 1, 3, 4, 5 wordt vooropgesteld dat het is toegestaan in reclame voor houtstook erop te attenderen dat een bepaalde wijze van houtstook (in dit geval de Zwitserse stookmethode) de voorkeur verdient boven andere vormen van houtstook, ook als daarbij wordt gezegd dat dan zo weinig mogelijk rook en emissies ontstaan en in dat opzicht sprake is van ‘beter stoken’. Anders dan klaagster lijkt te veronderstellen is het geven van dergelijke stooktips niet bij voorbaat in strijd met de CDR (vgl. dossier 2020/00618, oordeel ad 4). Dat volgens klaagster de genoemde voordelen van houtstook deels subjectief zijn en ook niet wetenschappelijk zijn onderbouwd, en houtstook per definitie schadelijk is voor mens en milieu, acht de voorzitter tegenover hetgeen verweerder gemotiveerd stelt onvoldoende om te oordelen dat de beweerdelijke relatieve voordelen van de Zwitserse stookmethode niet bestaan. Verweerder mag op die voordelen wijzen, mits niet wordt geclaimd of gesuggereerd dat houtstook als milieuvriendelijk kan worden beschouwd. De uitingen 1, 3, 4 en 5 gaan dit kader niet te buiten en voldoen aan artikel 6 CDR en artikel 7 CDR. De voorzitter acht het voor de gemiddelde consument voldoende duidelijk dat het hier uitsluitend om een relatief voordeel van de Zwitserse stookmethode gaat, dus ten opzichte van andere, meer milieubelastende vormen van houtstook. In feite is het nuttig om gebruikers van een houtkachel op een voor het milieu minder belastende wijze van houtstook te wijzen.
4) Uitingen 6, 9 en 10 zien specifiek op een bepaald soort houtkachels. Verweerder mag in dat kader op een relatief milieuvoordeel in de vorm van een lage(re) uitstoot wijzen als duidelijk is dat dit wordt gerelateerd aan andere houtkachels met minder gunstige eigenschappen. De voorzitter acht het voor de gemiddelde consument op basis van de totale uitingen voldoende duidelijk dat het in de hier genoemde uitingen telkens om een relatief voordeel gaat, dus vergeleken met andere, meer milieubelastende typen houtkachels. Om vergelijkbare redenen als vermeld onder 3), wordt de klacht ten aanzien van de hier genoemde uitingen afgewezen.
5) Ten aanzien van uiting 2 heeft verweerder erkend dat deze uiting onvoldoende genuanceerd is doordat daarin staat: “Hout aansteken is niet moeilijk, maar góéd en verantwoord hout stoken vergt wat meer aandacht.” Deze tekst, in combinatie met de tekst “Want dat is beter voor: ? Het milieu, (…) ? De veiligheid ? Je omgeving“ wekt de indruk dat “verantwoord hout stoken” als zodanig mogelijk is en dat daarmee in absolute zin een positieve bijdrage aan het milieu kan worden geleverd. Weliswaar wordt ook hier de Zwitserse stookmethode genoemd, maar niet of onvoldoende op een wijze die het voorgaande nuanceert, dat wil zeggen de mededelingen plaatst in het kader van een vergelijking met andere, schadelijkere vormen van houtstook. Verweerder heeft verklaard dat zij de uiting op dit punt inmiddels heeft aangepast door duidelijk te maken dat het hier gaat om een vergelijking met slechte en verouderde methoden en kennis. Dat neemt niet weg dat de uiting zoals deze luidde ten tijde van het indienen van de klacht door het ontbreken van deze nuancering door de gemiddelde consument als een absolute claim kon worden opgevat die niet wordt waargemaakt. Om die reden is uiting 2 in strijd met artikel 3.1 CDR en artikel 4 CDR. Wel zal, gelet op hetgeen verweerder (overigens niet onderbouwd met een screenshot van de gewijzigde uiting) heeft gesteld, de aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken op dit punt worden gedaan voor zover nog nodig.
6) Ten aanzien van de klacht tegen uiting 7 (met name het woord ‘hernieuwbaar’), verwijst de voorzitter naar het oordeel in dossier 2023/00099. Wanneer hout (een vorm van biomassa) als energiebron wordt gebruikt, wordt dat gerekend tot hernieuwbare energie. Kenmerk van biomassa is immers dat deze weer terug kan groeien en in dat opzicht hernieuwbaar is. Verweerder mag de aanduiding hernieuwbaar daarom gebruiken in relatie tot houtstook. Dit is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2018/2001. Uiting 7 blijft hiertoe beperkt. De uiting vermeldt of suggereert niet dat hout een duurzame vorm van energie is, zoals gebeurde in de eerdere zaken die klaagster noemt.
7) Ten aanzien van uiting 8 stelt klaagster, voor zover hier van belang, dat de gemiddelde consument door deze uiting zal denken dat men duurzaam bezig is door hout te verbranden. De voorzitter verwijst naar het oordeel ad 1 in dossier 2022/00091. Uit dit oordeel volgt dat hout ook in het kader van een erkenningsregeling zoals bedoeld in Richtlijn (EU) 2018/2001, niet kan worden gepresenteerd als ‘duurzame’ energie. In uiting 8 wordt houtstook desondanks direct in verband gebracht met duurzame energie door houtstook aan te duiden als onderwerp van de “Duurzame Energie erkenning” waarbij de installatie plaatsvindt door installateurs van “duurzame energiesystemen”. Daarbij wordt houtstook bovendien op één lijn geplaatst met “zonne energie systemen, warmtepompen”. De gemiddelde consument zal op grond van het voorgaande aannemen dat houtstook als een duurzame energiebron kan worden gezien. Nu verweerder de juistheid van het gebruik van de term ‘duurzaam’ in dit kader niet heeft aangetoond, acht de voorzitter deze uiting in strijd met de artikelen 3.1 en 4 CDR.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van hetgeen onder 5) en 7) is vermeld, acht de voorzitter de uitingen 2 en 8 in strijd met het bepaalde in de artikelen 3.1 en 4 CDR. De voorzitter beveelt verweerder (ten aanzien van uiting 2 voor zover nodig) aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.