De bestreden reclame-uitingen
Het betreft de volgende uitingen over het fair travel concept van TUI op de website www.tui.nl/fair-travel:
i)
De vermelding “Fair travel – Groener alternatief voor je vakantie” die te zien is in de zoekbalk van bovengenoemde website.
ii)
De tekst onder de fotobanner op de website, waarin onder meer staat:
“Een duurzamere vakantie voor heel Nederland
Tijdens een duurzamere vakantie ontbreekt het je op geen enkel vlak aan luxe, comfort, klasse en stijl. Alles wat je op een ‘normale’ vakantie mag verwachten, is hier ook. Maar er is hier nagedacht over bepaalde dingen en er zijn zeer bewuste keuzes gemaakt. (…)
Met het boeken van deze vakantie draag je ook bij aan duurzamere vormen van vervoer. Zowel over land als in de lucht. Samen investeren we in biobrandstof voor onze vliegtuigen en in elektrisch vervoer over de weg.
Heb je het idee dat duurzamere vakanties ook duurdere vakanties zijn? Dat klopt niet helemaal. De vakantie zelf is niet duurder, maar onze fair travel accommodaties zijn daadwerkelijk luxer. (…)
Als je een fair travel vakantie boekt bij TUI is dat inclusief een bijdrage van 2,- p.p. en TUI verdubbelt dit tot 4 euro. Wanneer je al deze bijdragen in een jaar bij elkaar optelt, kunnen wij serieus en structureel investeren in een duurzame toekomst.”
iii)
Het filmpje op de website met de titel “Fair travel: (H)eerlijk op reis met oog voor de toekomst”. In het filmpje worden onder andere de drie pijlers (met in totaal negen maatregelen) van het fair travel concept genoemd:
steun aan lokale bevolking en economie
accommodaties met eco-label
investering in de verduurzaming van mobiliteit.
iv)
De tekst die naast bovengenoemd filmpje, onder de kop “Comfortabel en eerlijk” staat: (…) “Maar als we willen dat ook toekomstige generaties blijven genieten van mooie reizen, zullen we iets zuiniger moeten zijn op de wereld. En dus ook iets bewuster op vakantie gaan. Als je een fair travel vakantie boekt, draag je bij aan de lokale economie en verduurzaming van je bestemming. En dus de toekomst van vakantie.”
v)
De mededeling die op de website staat onder het kopje “Verduurzaming van mobiliteit”:
“TUI investeert samen met haar klanten in de verduurzaming van mobiliteit. Deze investering is onder andere voor de productie van nieuwe brandstoffen die minder impact hebben op het milieu. (…)”
De klacht
Het standpunt van klagers, zoals weergegeven in de klacht met de nadere toelichting daarop en in de repliek, wordt als volgt samengevat.
Ad i) vermelding in zoekbalk
De gemiddelde consument zal bij de slogan “Fair travel – Groener alternatief voor je vakantie” verwachten dat dit reisaanbod duurzamer is dan het reguliere aanbod van TUI en daarbij met name milieuaspecten – meer specifiek het klimaat – in gedachten hebben. Hierbij is van belang dat TUI geen luchtvaartmaatschappij is, maar een reisorganisatie. Het fair travel-aanbod omvat echter relatief meer (verre) vliegreizen dan het aanbod op de gewone website van TUI. Hierdoor wordt aan de gemiddelde consument de misleidende boodschap gegeven dat een (verre) vliegreis ook een relatief groene optie kan zijn.
Ad ii) tekst onder de fotobanner
TUI presenteert het fair travel aanbod als “Een duurzamere vakantie voor heel Nederland”.
Zij beweert dat de consument met het boeken van deze vakantie ook bijdraagt aan duurzamere vormen van vervoer en dat TUI met de opgetelde bijdragen van € 2,- per persoon, door TUI verdubbeld naar € 4,-, serieus en structureel kan investeren in een duurzame toekomst.
TUI geeft echter geen goede onderbouwing voor het belangrijkste onderdeel van deze claim: dat met het luttele bedrag van € 2,- p.p. een serieuze en structurele investering in duurzamere vliegtuigbrandstoffen mogelijk is. Dat is van belang nu door haar via fair travel relatief meer (verre) vliegvakanties worden aangeboden. Voor zover TUI doelt op het – op zich goede – initiatief van het investeren in laadpalen voor elektrische auto’s op de vakantiebestemming, geldt dat de met elektrisch rijden ter plaatse te behalen duurzaamheidswinst in het niet valt bij de klimaatimpact van een verre vliegvakantie. TUI schetst met deze uiting een misleidend totaalbeeld.
Ad iii) filmpje
In het filmpje worden de drie pijlers van het fair travel concept genoemd, met binnen elke pijler drie maatregelen. De genoemde maatregelen zijn echter niet voorzien van concrete informatie of een serieuze onderbouwing. Dit geldt met name voor de bij de derde pijler (investering in de verduurzaming van mobiliteit) genoemde maatregel ‘investeren in duurzamere vliegtuigbrandstof’. Voor het bedrag van € 2,- p.p. is serieus en structureel investeren in duurzame vliegtuigbrandstof ook niet mogelijk. Het filmpje, dat ook veel groene beeldtaal bevat (een wereldbol die wordt gedragen door twee handen en een groen logo), bevestigt de indruk dat het boeken van een verre vliegreis via fair travel een heel gangbare optie is voor consumenten die op zoek zijn naar een duurzamere vakantie. Die boodschap is misleidend.
Ad iv) tekst naast het filmpje
Op basis van de huidige stand van de klimaatwetenschap kan TUI niet op een serieuze manier onderbouwen dat het voldoende is om “iets zuiniger” te zijn op de wereld en “iets bewuster” op vakantie te gaan. De tekst is ook misleidend en oneerlijk omdat TUI met het fair travel aanbod zelfs meer verre vliegvakanties onder de aandacht brengt van consumenten met interesse in een duurzame vakantie dan met haar reguliere aanbod.
Ad v) verduurzaming van mobiliteit
Met de mededeling “Deze investering is onder andere voor de productie van nieuwe brandstoffen die minder impact hebben op het milieu” wekt TUI ten onrechte de indruk dat het op serieuze en structurele basis investeren in duurzamere vliegtuigbrandstof voor het luttele bedrag van € 2,- mogelijk is. Deze indruk wordt nog versterkt door de onder ii) genoemde bewering “Heb je het idee dat duurzamere vakanties ook duurdere vakanties zijn? Dat klopt niet helemaal”. Bovendien hebben luchtvaartmaatschappijen te maken met een wettelijke bijmengverplichting voor duurzamere vliegtuigbrandstoffen. Bij reclame voor investeringen in deze brandstoffen zal moeten worden aangetoond dat eventuele investeringen dankzij een bijdrage van klanten een additionele bijdrage vormen, bovenop het verplichte gedeelte.
Klagers concluderen dat de uitingen met betrekking tot het fair travel concept misleidend zijn en in strijd met artikel 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en artikel 3 van de Code voor Duurzaamheidsreclame (CDR).
Het verweer
Het standpunt van TUI, zoals weergegeven in het verweer en de dupliek, wordt als volgt samengevat.
Met het fair travel concept wil TUI consumenten de optie geven om voor reizen en vakanties te kiezen waarbij (meer) oog is voor duurzamere keuzes. Kiest de consument voor het fair travel concept, dan zit een bijdrage van € 2,- p.p. begrepen in de reissom. Daarmee wordt bijgedragen aan de drie in de uitingen transparant toegelichte pijlers van het concept, te weten steun aan de lokale bevolking en economie, accommodaties met een erkend duurzaamheidslabel en investering in de verduurzaming van mobiliteit. De klacht lijkt met name te zijn ingegeven door milieuoverwegingen met een focus op de vorm van transport (vliegen), maar het fair travel concept is dus breder en omvat ook een sociaaleconomische pijler en duurzaamheidscertificering. Daarbij heeft TUI in de eerste plaats ingezet op gebieden waar de meeste van haar klanten naartoe gaan (rond de Middellandse Zee en de Cariben), omdat bij drukbezochte accommodaties met een duurzaamheidscertificering het eenvoudigst een betekenisvolle impact kan worden bereikt.
De bestreden uitingen zijn niet misleidend in de zin van de NRC of de CDR. De uitingen bevatten geen absolute claims, maar genuanceerde mededelingen, zoals bijvoorbeeld “samen een stap in de goede richting”. In de uitingen wordt niet gezegd dat vliegen of reizen binnen het fair travel concept duurzaam is, maar wordt gesproken over een duurzamer alternatief. Dit betreft een (impliciete) vergelijking met het overige reisaanbod van TUI. Uit de informatie, toelichting, context en genuanceerde bewoordingen in de uitingen wordt voldoende duidelijk dat en waarom sprake is van een duurzamer alternatief.
Klagers hebben niet onderbouwd waarom de bijdrage van consumenten aan het fair travel concept van € 2,- p.p., die door TUI wordt verdubbeld, geen substantiële duurzame bijdrage zou opleveren. In het vakantieseizoen van winter 2021/2022 en zomer 2022 heeft het fair travel concept een totaalbedrag van bijna 2,4 miljoen euro opgebracht. Dit bedrag levert een betekenisvolle bijdrage, zowel aan de programma’s van de TUI Care Foundation als middels projecten die verduurzaming van mobiliteit als doelstelling hebben. Er is ook sprake van een impactvolle reductie. In 2022 waren er 1126 hotels met een duurzaamheidslabel, waarin 7,9 miljoen klanten verbleven.
TUI heeft naar aanleiding van de klacht – overigens zonder juridische erkenning van schuld aan misleiding – de informatie op de fair travel-pagina op een aantal punten verduidelijkt en aangepast. Zo was het aanvankelijk de bedoeling dat door middel van het (Nederlandse) fair travel concept zou worden bijgedragen aan het investeren in duurzamere vormen van brandstof, ook luchtvaartbrandstof, als belangrijk onderdeel van het verduurzamen van de mobiliteit. Dit aspect is echter veranderd van een initiatief met een lokale insteek (TUI Benelux) naar een initiatief op het niveau van de volledige TUI Group met alle (vijf) daarbij betrokken luchtvaartmaatschappijen. De focus binnen fair travel – en meer specifiek de pijler “verduurzaming van mobiliteit”- is daardoor verschoven naar andere, concrete initiatieven, zoals het plaatsen van 55 laadpalen voor elektrische auto’s op de ABC-eilanden. Waar op de fair travel-pagina eerst stond “Deze investering is onder andere voor de productie van nieuwe brandstoffen die minder impact hebben op het milieu” (uiting v), wordt nu naar dit concrete laadpalenproject verwezen. Verder is ter verduidelijking de aanduiding “eco-label” voor accommodaties vervangen door “erkend duurzaamheidslabel”, met in de uiting een link naar “meer info over de criteria”.
De mondelinge behandeling
Partijen hebben, mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen, hun standpunten nader toegelicht, waarbij zij ook vragen van de Commissie hebben beantwoord.
Op hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen zal in het hiernavolgende voor zover nodig worden ingegaan.
Het oordeel van de Commissie
1) Kern van de klacht is dat de bestreden uitingen op de website van TUI misleidend zijn ten aanzien van de duurzaamheidsaspecten van het geadverteerde fair travel concept. Dat de uitingen duurzaamheidsclaims (milieuclaims) betreffen in de zin van de Code voor Duurzaamheidsreclame staat niet ter discussie. De Commissie zal toetsen aan deze code, waarbij zij de uitingen beoordeelt zoals deze luidden ten tijde van het indienen van de klacht. De aanpassingen in de uitingen die daarna door TUI zijn aangebracht, blijven bij deze beoordeling buiten beschouwing.
2) Bij de beoordeling van de uitingen gaat de Commissie uit van het volgende.
Blijkens de uitingen onderscheidt het fair travel aanbod zich van het reguliere reisaanbod van TUI door de volgende drie ‘pijlers’:
1) steun aan lokale bevolking en economie,
2) accommodaties met eco-label en
3) investering in de verduurzaming van mobiliteit.
Het filmpje (uiting iii) noemt binnen elke pijler drie maatregelen, te weten:
Pijler 1: Opleiden lokale bewoners; inkoop en promotie van streekproducten; investeren in
onderwijs en milieukennis bij kinderen.
Pijler 2: Met duurzame energieoplossingen; slim en bewust omgaan met water en afval;
stimuleren van lokale werkgelegenheid.
Pijler 3: Investeren in duurzamere brandstof voor onze vliegtuigen; elektrische transfers op
de vakantiebestemming; laadpalen installeren bij hotels.
Bij verweer en ter zitting heeft TUI meegedeeld dat het investeren in duurzamere vliegtuigbrandstof naar “het hogere niveau van TUI Group” is getild, waardoor binnen pijler 3 van het fair travel concept (verduurzaming van mobiliteit) de focus is verschoven van het investeren in duurzamere vliegtuigbrandstof naar andere, concrete initiatieven, zoals het plaatsen van laadpalen op de ABC-eilanden.
Uitgaande van het voorgaande, overweegt de Commissie met betrekking tot de verschillende bestreden uitingen als volgt.
3) Groener alternatief (uiting i)
De klacht is in de eerste plaats gericht tegen de vermelding “Fair travel – Groener alternatief voor je vakantie” in de zoekbalk van de fair travel-webpagina (uiting i). Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument de aanduiding “groener” betrekken op het milieu en daardoor, mede gelet op de totale reclame-uiting en de context waarin deze vermelding wordt gedaan, in de veronderstelling verkeren dat onder het fair travel concept reizen worden aangeboden die (veel) minder schadelijk voor het milieu zijn dan de overige door TUI aangeboden reizen. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de brandstof. Elders op de fair travel-pagina staat immers: “Met het boeken van deze vakantie draag je ook bij aan duurzamere vormen van vervoer. Zowel over land als in de lucht. Samen investeren we in biobrandstof voor onze vliegtuigen en in elektrisch vervoer over de weg” (uiting ii), “Investeren in duurzamere brandstof voor onze vliegtuigen” (uiting iii, pijler 3) en “TUI investeert samen met haar klanten in de verduurzaming van mobiliteit. Deze investering is onder andere voor de productie van nieuwe brandstoffen die minder impact hebben op het milieu” (uiting v).
Zoals hiervoor is vastgesteld, wordt via het fair travel concept niet geïnvesteerd in verduurzaming van vliegtuigbrandstoffen. Ook is niet gesteld of gebleken dat fair travel vliegreizen worden uitgevoerd met gebruikmaking van (meer) duurzamere brandstoffen dan de buiten dit concept door TUI aangeboden vliegreizen. De brandstof kan daarom de aanduiding ‘groener’ niet rechtvaardigen.
Datzelfde geldt voor de overige maatregelen binnen het fair travel concept. Het gaat immers om kleinschalige projecten die op geen enkele wijze opwegen tegen de schadelijke gevolgen van vliegreizen voor het milieu. TUI mag op die projecten wijzen, maar dan in het kader van enige beperking van die schadelijke gevolgen in plaats van dat het om een ‘groener alternatief’ gaat. Dit suggereert meer dan wordt waargemaakt.
Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de aanduiding van het fair travel concept als “groener alternatief” niet voldoet aan artikel 3.1 CDR, waarin is bepaald dat een duurzaam-heidsclaim de gemiddelde consument niet mag misleiden over de duurzaamheidsaspecten van het aangeprezen product en zo de consument ertoe brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. De claim “groener alternatief” kan de gemiddelde consument op het verkeerde been zetten ten aanzien van de voordelen van fair travel reizen voor het klimaat, waardoor hij besluit tot het boeken van een fair travel reis wat hij anders wellicht niet had gedaan.
4) Investeren in duurzamere vliegtuigbrandstof (uitingen ii, iii, v)
Hiervoor is reeds geconcludeerd dat de mededelingen over de bijdrage die met het fair travel concept wordt geleverd aan investeringen in duurzamere vliegtuigbrandstof onjuist zijn. In het filmpje (uiting iii) wordt de mededeling nog versterkt door beelden van een vliegtuig en de afbeelding van het icoontje van een vliegtuig. Op grond van het voorgaande voldoen uiting ii (“Met het boeken van deze vakantie draag je ook bij aan duurzamere vormen van vervoer. Zowel over land als in de lucht. Samen investeren we in biobrandstof voor onze vliegtuigen”), uiting iii (“Investeren in duurzamere brandstof voor onze vliegtuigen”, begeleid door beeld en afbeelding van een vliegtuig) en uiting v (“Deze investering is onder andere voor de productie van nieuwe brandstoffen die minder impact hebben op het milieu”) niet aan het in artikel 3.1 CDR gestelde vereiste dat duurzaamheidsclaims geen mededelingen mogen bevatten waardoor de gemiddelde consument kan worden misleid en ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen.
5) Investeren in duurzame toekomst (uiting ii)
In de uiting wordt gesteld dat TUI dankzij de bijdrage van € 2,- p.p. van consumenten die een fair travel reis boeken ”structureel en serieus [kan] investeren in een duurzame toekomst”.
Niet valt in te zien dat met het boeken van (verre) vliegreizen, die immers een substantieel deel van het fair travel aanbod uitmaken, wordt bijgedragen aan een duurzame toekomst. Vliegreizen hebben onvermijdelijk een negatieve impact op het klimaat en deze impact kan niet worden tenietgedaan door een (geringe) financiële bijdrage per passagier, laat staan dat dit kan leiden tot “een duurzame toekomst”. Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uiting misleidend in de zin van artikel 3.1 CDR. Tevens is sprake van strijd met artikel 4 CDR, nu de juistheid van de claim dat wordt geïnvesteerd in een duurzame toekomst niet aannemelijk is gemaakt.
6) “Iets zuiniger zijn op de wereld. En dus ook iets bewuster op vakantie gaan” (uiting iv)
De volledige tekst van de uiting met de kop “Comfortabel en eerlijk” luidt:
“Reizen maakt je wereld groter en verruimt je blik. Maar als we willen dat ook toekomstige generaties blijven genieten van mooie reizen, zullen we iets zuiniger moeten zijn op de wereld. En dus ook iets bewuster op vakantie gaan. Als je een fair travel vakantie boekt, draag je bij aan de lokale economie en verduurzaming van je bestemming. En dus de toekomst van vakantie.”
In deze uiting kunnen de eerste twee pijlers van het fair travel concept, te weten steun aan lokale (bevolking en) economie en accommodaties met eco-label, worden gelezen. De tekst moet echter worden bezien binnen de ruimere context van de fair travel-pagina, waarop ook vliegreizen worden aangeboden. Zo wordt de totale indruk gewekt dat men (ook) door het boeken van een fair travel vliegreis “zuiniger op de wereld” en goed bezig is voor de toekomst. Deze suggestie staat naar het oordeel van de Commissie op een dermate gespannen voet met de impact van een vliegreis op het klimaat, dat sprake is van misleiding ten aanzien van duurzaamheidsaspecten in de zin van artikel 3.1 CDR. TUI mag wijzen op haar bijdrage aan lokale projecten, maar – binnen de gehele context van de respectieve uitingen – moet voldoende duidelijk zijn dat deze projecten los staan van de schadelijke gevolgen van de te boeken vliegreis. Dit betekent dat de duurzaamheidsclaims die in dit verband worden gemaakt niet gekoppeld mogen worden aan de (vlieg)reis. De bedoelde projecten hebben immers alleen tijdens het verblijf slechts een (lokaal) effect en/of beperken de impact van de vliegreis op het milieu niet of slechts in zeer beperkte mate.
7) Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie acht de uitingen aangeduid met i t/m v in strijd met artikel 3.1 CDR. Uiting ii acht zij tevens in strijd met artikel 4 CDR. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.