Het College van Beroep [2 februari 2016]
De grieven
Het College geeft deze als volgt weer.
Vitaminesperpost.nl verwijst naar het ‘Richtsnoerdocument’ dat volgens haar een afspraak weergeeft tussen de Keuringsraad KOAG/KAG en de brancheorganisatie NPN. Op pagina 22 van dit document staat dat claims voor “botanicals’’ onder het overgangsregime vallen. Alle relevante claims uit de zogenaamde ‘oude CAG lijst’ zijn toegestaan mits “niet onaannemelijk”. Vitaminesperpost.nl stelt dat zij de claim aannemelijk kan maken. Zij verwijst naar de “Master file van CFK” met betrekking tot Camellia Folium Sinensis (groene thee extract). Het product van Vitaminesperpost.nl bevat een effectieve aanbevolen dosering ‘EGCG’ voor het stimuleren van de vetverbranding. De Commissie Keuring Fytoproducten oordeelt op basis van wetenschappelijk onderzoek in een “Master file” als volgt: “Level of evidence: the fact that several human studies consistently report a positive effect on fat metabolism, thermogenesis, and energy expenditure in combination with further substantiation from in vitro and in vivo research of these effects, support the conclusion of the CKF that the level of evidence for fat metabolism and body weight management is at Passclaim level: convincing evidence”. Verder legt Vitaminesperpost.nl diverse ‘abstracts’ over en noemt zij de “Claim id“ nummers ter zake waarvan gezondheidsclaims voor groene thee (extract) in relatie tot gewichtsbeheersing/vetverbranding volgens haar onder een overgangsregime vallen. Het betreft de nummers 1544 “Epigallo-catechin-3-gallate (EGCG) / Green tea extract, rich in EGCG”, 3698 “Camelia sinensis (green tea)”, 1112 “Catechins – Green tea (camellia sinensis)” en 1124 “Green Tea”. Daarnaast legt zij stukken over met betrekking tot ID nummer 1118 “Colon Health”. Vitaminesperpost.nl stelt dat zij op grond van het voorgaande gebruik mag maken van de claim dat de groene thee in het aangeprezen product de vetverbranding kan stimuleren, zodat geen sprake is van misleiding.
Het antwoord in appel
Geïntimeerde heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Hierop zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.
De mondelinge behandeling
Meegedeeld wordt dat het product waarvoor de gezondheidsclaim wordt gebruikt ‘Groene koffie Plus’ heet, en groene koffie is ook het hoofdbestanddeel. Omdat voor groene koffie geen gezondheidsclaim mag worden gebruikt, voegt Vitaminesperpost.nl groene thee en artisjok aan het product toe in een mate die minimaal overeenstemt met de conditions of use. Het gaat om hoog gedoseerde groene thee. Vitaminesperpost.nl heeft geen bewijsstukken met betrekking tot de werking van artisjok overgelegd omdat zij de werking van artisjok minder overtuigend acht dan die van groene thee.
Het oordeel van het College
1. In deze zaak gaat het om de claim “stimuleert de vetverbranding” voor een product dat (het extract van) groene thee, groene koffie en artisjok bevat. Deze claim betreft een gezondheidsclaim in de zin van Verordening (EG) 1924/2006 (de Claimsverordening). Claims met betrekking tot afvallen en gewichtsbeheersing, waartoe ook het stimuleren van de vetverbranding kan worden gerekend, dienen immers op grond van deze verordening als gezondheidsclaim te worden beschouwd.
2. Ingevolge de Claimsverordening mogen uitsluitend claims worden gebruikt die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd en zijn geplaatst op de communautaire lijst van toegestane claims als bedoeld in artikel 13 lid 3 Claimsverordening. Van een goedgekeurde claim is in dit geval geen sprake. De Claimsverordening kent echter naast de lijst met toegestane claims ook een categorie producten waarvoor onder bepaalde voorwaarden het gebruik van gezondheidsclaims voorlopig is toegelaten. Dit betreft vooral claims die aan bepaalde botanische stoffen zijn gekoppeld en waarvoor tijdig een aanvraag voor het gebruik van een gezondheidsclaim is ingediend. Deze claims vallen onder een overgangsregeling (staan “on hold”). In artikel 28 lid 5 van de Claimsverordening is in dit verband bepaald: “De in artikel 13, lid 1, onder a) vermelde gezondheidsclaims kunnen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening tot de aanneming van de in artikel 13, lid 3, vermelde lijst onder de verantwoordelijkheid van bedrijfsexploitanten worden gedaan, mits zij stroken met deze verordening en met de toepasselijke nationale bepalingen (…)”
3. De ingrediënten van het onderhavige product zijn botanische stoffen. Beoordeeld dient te worden beoordeeld of voor deze ingrediënten een aanvraag voor een gezondheidsclaim is ingediend. Het College gaat daarbij uit van de lijst met de zogenaamde ID nummers die Vitaminesperpost.nl in beroep heeft overgelegd, die corresponderen met ID nummers van de European Food Safety Authority (EFSA). Vitaminesperpost.nl heeft in beroep haar claim specifiek gebaseerd op groene thee. Onder de volgende ID nummers staan voor ‘weight management’ en ‘fat metabolism’ voor groene thee (of het extract daarvan met EGCG) claims “on hold”: 1112, 1124, 1544, 1806 en 3698. Het College zal daarnaast acht slaan op de ingrediënten Cynara Scolymus (artisjok) en groene koffie die aan het onderhavige product zijn toegevoegd. Voor Cynara Scolymus (artisjok) staat, naar het College constateert, onder het volgende ID nummer voor ‘weight control’ een claim on hold: 4395. Voor Groene koffie extract staat onder het volgende ID nummer voor ‘weight management’ een claim ‘on hold’: 2031. Op deze claims is de overgangsregeling van artikel 28 lid 5 van de Claimsverordening van toepassing.
4. Indien een gezondheidsclaim onder deze overgangsregeling valt, dient deze gedurende de periode dat zij ‘on hold’ staat aan bepaalde eisen te voldoen. Als belangrijke eisen gelden :
• gezondheidsclaims mogen niet misleidend zijn (artikel 3 Claimsverordening),
• gezondheidsclaims dienen te zijn gebaseerd op algemeen geaccepteerd wetenschappelijk bewijs waarbij de adverteerder het gebruik van de claim moet rechtvaardigen (artikel 6 Claimsverordening),
• gezondheidsclaims moeten gedurende de overgangstermijn in overeenstemming zijn met nationale regelgeving (artikel 28 lid 5 Claimsverordening).
5. Het College van Beroep is met de Reclame Code Commissie van oordeel dat zolang de Europese Commissie ten aanzien van bepaalde (bestanddelen van) levensmiddelen niet heeft beslist of een hiervoor ingediende gezondheidsclaim op de communautaire lijst van toegestane claims wordt geplaatst en deze claim “on hold” staat (hierna: de toelatingsprocedure), een adverteerder in reclame gedurende de toelatingsprocedure melding mag maken van die claim. Als de adverteerder echter in reclame in feite vooruitloopt op de uitkomst van de toelatingsprocedure door al tijdens de ‘on hold’ status zonder voorbehoud in reclame een concreet en daadwerkelijk effect te claimen, dient zij deze werking bij een gemotiveerde betwisting, vooruitlopend op de beslissing over het plaatsen van de claim op de communautaire lijst van toegestane claims, aannemelijk te maken. Indien in een uiting voor een levensmiddel op deze wijze een effect op de gezondheid wordt geclaimd dat niet aannemelijk wordt gemaakt, moet de uiting om die reden misleidend worden geacht. Het College betrekt daarbij dat de Claimsverordening een hoog niveau van consumentenbescherming nastreeft (vgl. artikel 1 Claimsverordening) en als uitgangspunt hanteert dat adverteerders claims moeten onderbouwen (vgl. punt 17 considerans Claimsverordening). De gemiddelde consument zal verwachten dat een product waarvan stellig en zonder voorbehoud een bepaalde werking op de gezondheid wordt geclaimd, die werking ook heeft.
Het voorgaande staat niet in de weg aan de mogelijkheid een gezondheidsclaim die ‘on hold’ staat te gebruiken: indien een adverteerder in reclame duidelijk het voorbehoud maakt dat de claim wordt gebruikt terwijl hiervoor nog een toelatingsprocedure loopt, en de claim in dat opzicht dus een voorwaardelijk karakter heeft, ligt het niet voor de hand dat zij de claim tijdens de toelatingsprocedure al aannemelijk dient te maken. In dat geval zal immers op grond van dat voorbehoud voor de consument duidelijk zijn dat het geclaimde effect (nog) niet officieel is vastgesteld.
6. Vitaminesperpost.nl verwijst in haar beroepschrift naar het zogenaamde ‘Richtsnoerdocument’ en naar blz. 22 van dat document, waaruit zou volgen dat claims mogen worden gebruikt indien die “niet onaannemelijk” zijn. Het enkele feit dat een claim onder de overgangsregeling valt brengt echter niet mee dat reeds op grond daarvan bepaalde gevolgtrekkingen mogelijk zijn met betrekking tot de geclaimde werking. Vitaminesperpost.nl stelt verder in het beroepschrift dat zij de claim “aannemelijk” kan maken aan de hand van voorbeelden. Daaruit blijkt dat ook Vitaminesperpost.nl ervan uitgaat dat een betwiste “on hold” claim alsnog aannemelijk dient te worden gemaakt indien, zoals in dit geval, een concreet en daadwerkelijk effect op de gezondheid wordt geclaimd (“stimuleert de vetverbranding”) en dit effect gemotiveerd wordt betwist. Dat Vitaminesperpost.nl wel in enige mate haar claim nuanceert door te stellen dat het aangeprezen product geen wondermiddel is maar een ondersteunend product, doet niet af aan deze eis. Vitaminesperpost.nl claimt immers ook met zoveel woorden dat haar product als zodanig de vetverbranding stimuleert.
7. Op grond van het voorgaande blijft de beoordeling in beroep beperkt tot de vraag of Vitaminesperpost.nl de geclaimde werking “stimuleert de vetverbranding” met betrekking tot een of meer van de drie ingrediënten waarop de claim betrekking heeft voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Dit is niet geval. Integendeel: wat betreft groene thee en groene koffie is gebleken dat de EFSA inmiddels als ‘Scientific Opinion’ heeft gepubliceerd dat er geen “cause and effect relationship” kan worden vastgesteld tussen de consumptie van deze (bestanddelen van) levensmiddelen en de vetverbranding. Dit in feite negatieve oordeel van de EFSA impliceert voor deze claim een inhoudelijke verwerping van de onderbouwing daarvan. Dit doet weliswaar niet af aan de ‘on hold’ status van de claim, maar brengt wel mee dat het geclaimde effect blijkbaar niet kan worden aangetoond. Met betrekking tot de afzonderlijke ‘abstracts’ en de “Master file” van de Commissie Keuring Fytoproducten die Vitaminesperpost.nl in beroep heeft overgelegd, volstaat het College daarom met te oordelen dat deze stukken, gelet op het hiervoor bedoelde oordeel van de EFSA, de claim onvoldoende aannemelijk maken. Met betrekking tot Cynara Scolymus (artisjok) heeft de EFSA nog geen opinie gepubliceerd. Vitaminesperpost.nl acht echter zelf, blijkens hetgeen tijdens de mondelinge behandeling namens haar is verklaard, het effect hiervan op het stimuleren van de vetverbranding niet overtuigend. Het College oordeelt dat Vitaminesperpost.nl daarom ook in zoverre de geclaimde werking niet aannemelijk heeft gemaakt.
8. Nu Vitaminesperpost.nl de geclaimde werking van de ingrediënten niet aannemelijk heeft kunnen maken, gaat haar claim “stimuleert de vetverbranding” verder dan op basis van de aanwezige gegevens gerechtvaardigd kan worden geacht. Het College onderschrijft daarom de beslissing van de Commissie en oordeelt als volgt.
De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt de bestreden beslissing van de Commissie.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [17 november 2015]
De bestreden reclame-uiting
Het betreft reclame voor “Groene Koffie Plus Extra Sterk” op vitaminesperpost.nl. Daarin staat onder meer: “Groene koffie Plus is een krachtige formule voor mensen die de vetverbranding willen stimuleren. Er zit hooggedoseerde Green Coffee extract in, die gestandaardiseerd is op 50% Chlorogeenzuur. Om de werking te versterken van de groene koffie is er speciaal Groene thee extract en Artisjok extract bijgevoegd. (…) LET OP: Wondermiddelen bestaan NIET, dit is een ondersteunend product, u dient altijd ten eerste voldoende te bewegen en gezond en gevarieerd te eten.
Kenmerken:
• (….)
• Stimuleert de vetverbranding
• (….)
Productclassificatie: Dit is een voedingssupplement, en is geen vervanging voor een gevarieerde voeding”.
en
“Groene koffie extract supplement
Groene koffie extract of Green Coffee is een voedingssupplement gemaakt van “niet geroosterde bonen” van de koffie plant. (….). Groene koffie extract kun je meestal in de vorm van capsules, tabletten of poeder kopen. De afslankcapsules bevatten 300mg extract en zijn hooggestandaardiseerd op 50% Chlorogeenzuur.
Green Coffee bevat Chlorogeenzuur.
Een van de belangrijkste redenen waarom sommigen groene koffie-extract kopen is dus om af te vallen en gewicht te verliezen. Het Green coffee extract bevat een natuurlijk voorkomende chemische stof genaamd Chlorogenic zuur, waarvan sommige deskundigen geloven dat die een rol kan spelen in het verminderen van de grootte van cellen vet in het lichaam door middel van het verhogen van de vetverbranding”.
De klacht
De klacht kan als volgt worden samengevat.
Groene Koffie Plus Extra Sterk bestaat uit groene koffie extract, groene thee extract en artisjokken extract. Klaagster legt wetenschappelijke gegevens over betreffende deze verschillende extracten, gepubliceerd op Natural Medicines Comprehensive Database (hierna respectievelijk bijlagen 2, 3, 4). Daarin is niets te vinden over het stimuleren van vetverbranding. De eerste zin van de uiting luidt: “Groene koffie Plus is een krachtige formule voor mensen die de vetverbranding willen stimuleren”. Op pagina twee van de uiting wordt dit niet bevestigd. Daar staat: “Het Green coffee extract bevat een natuurlijk voorkomende chemische stof genaamd Chlorogenic zuur, waarvan sommige deskundigen geloven dat die een rol kan spelen in het verminderen van de grootte van cellen vet in het lichaam door middel van het verhogen van de vetverbranding”. Geldige resultaten van ook maar één experiment op dit gebied worden in bijlage 2 niet gegeven. Volgens bijlage 3 verschillen de effecten van groene thee extract sterk per merk. In bijlage 4 wordt het gebruik van artisjokken om gewicht te verliezen niet eens genoemd. Klaagster acht de uiting misleidend en daardoor oneerlijk.
Informatie Keuringsraad KOAG/KAG
Namens de Keuringsraad KOAG/KAG is onder meer het volgende meegedeeld.
De uiting valt onder de competentie van de KAG en is niet ter preventieve toetsing aan de KAG voorgelegd. Indien dit wel was gebeurd, zou de KAG de uiting niet zonder meer van een toelatingsnummer hebben voorzien, omdat er gebruik wordt gemaakt van gezondheidsclaims die mogelijk in strijd zijn met Verordening 1924/2006. Gezondheidsclaims dienen gekoppeld te worden aan de stoffen waarvoor de claim geautoriseerd is dan wel on hold staat. Omdat het hier gaat om stoffen waarvoor nog geen claims geautoriseerd zijn, hanteert de KAG het beleid dat ‘on hold’ claims (met uitzondering van medische claims) worden beschouwd als waren ze voorlopig toegelaten. De Keuringsraad licht dit beleid nader toe. Indien de uiting aan de Keuringsraad zou worden voorgelegd, zou de Keuringsraad de adverteerder vragen “de claims te koppelen aan de stoffen die nog on hold staan”. Ter onderbouwing hiervan zou worden gevraagd om het IDummer waaronder de claim on hold staat, de conditions of use en de hoeveelheid per dagdosering van het product.
Het verweer
Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.
Volgens veel deskundigen, bedrijven en gebruikers wereldwijd kunnen Groene koffie extract, Groene thee (EGCG) en artisjok extract “mogelijk” een ondersteuning bieden bij gewichtsbeheersing. Deze mechanismen en mogelijke (traditionele) werkingen zijn dan ook ingediend bij de EFSA onder de bij het verweer overgelegde ID’s. Het is onmogelijk om voor alle producten van adverteerder een wetenschappelijke onderbouwing te geven. Het gaat immers om voedingssupplementen, en niet om medicijnen. Adverteerder kan niet beloven dat product X zowel bij persoon A als bij persoon B werkt.
Van misleidende en oneerlijke reclame is geen sprake. Adverteerder verkoopt een product met drie hoog gedoseerde extracten die een ondersteuning kunnen bieden bij de vetverbranding. Adverteerder belooft niemand dat men na het innemen van het product afvalt noch dat er kilo’s afvliegen. Bovendien stelt adverteerder: “LET OP: Wondermiddelen bestaan NIET, dit is een ondersteunend product, u dient altijd ten eerste voldoende te bewegen en gezond en gevarieerd te eten”.
Adverteerder verwijst naar de ID nummers van de ONHOLD database van de EFSA, welke nummers zijn opgenomen in een bijlage bij het verweer en naar “relevante artikelen en onderzoeken”, onder vermelding van links genoemd in die bijlage. Bij e-mail van 16 september 2015 heeft adverteerder “aanvullende informatie over de invloed van de 3 kruiden op o.a. de spijsvertering en gewichtsbeheersing” overgelegd. Bij e-mail van 23 september 2015 heeft adverteerder documenten achter eerder genoemde links aan de Commissie doen toekomen. Adverteerder heeft hierbij opgemerkt dat het slechts om aanvullende stukken over de kruiden gaat en niet om bewijsstukken. Adverteerder verkoopt voedingssupplementen en de stoffen in het onderhavige voedingssupplement kunnen naar de mening van adverteerder (en die van honderden andere leveranciers) worden gebruikt ter ondersteuning voor gewichtsbeheersing en het stimuleren van de spijsvertering.
Het belangrijkste vindt adverteerder dat in de “On Hold claims database” van de EFSA staat dat adverteerder voor onder andere Groene thee en Artisjok haar product in verband mag brengen met gewichtsbeheersing en/of spijsvertering.
Het oordeel van de Commissie
1. De klacht is in het bijzonder gericht tegen de mededelingen: “Groene koffie Plus is een krachtige formule voor mensen die de vetverbranding willen stimuleren”
en
“Kenmerken:
• (….)
• Stimuleert de vetverbranding”.
Naar het oordeel van de Commissie zijn deze mededelingen gezondheidsclaims als bedoeld in artikel 2 lid 5 van de Europese Verordening inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (Claimsverordening), meer in het bijzonder claims met betrekking tot een afslankend effect. Uit de uiting blijkt niet duidelijk op welk(e) specifieke ingrediënt(en) of op welke nutriënt(en) deze claims zijn gebaseerd.
De Commissie ziet, gegeven de informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG en de bij het verweer overgelegde IDnummers met betrekking tot zogenaamde on hold claims geen aanleiding om de onderhavige uiting in strijd met de Claimsverordening te achten. Mogelijk is er sprake van gezondheidsclaims met betrekking tot één of meer stoffen die in het product zijn verwerkt, waarbij die claims vallen onder een overgangsregeling van de Claimsverordening, waardoor deze niet in strijd zijn met die verordening. Dat vorenbedoelde overgangsregeling mogelijk van toepassing is, ontslaat adverteerder echter niet van de verplichting om de werking van het product voldoende aannemelijk te maken. Het feit dat een stof op de ‘on hold’ lijst is geplaatst, impliceert immers nog geen oordeel over de aannemelijkheid van de werking daarvan. Adverteerder dient, zolang een dergelijk oordeel nog niet gegeven is, de werking van het product aannemelijk te maken indien deze, zoals in het onderhavige geval, gemotiveerd wordt betwist.
Dat het aangeprezen product de vetverbranding stimuleert, is door adverteerder niet voldoende aannemelijk gemaakt. Uit de artikelen die adverteerder heeft overgelegd, valt die werking niet, althans niet voldoende op te maken. Ook de verwijzing naar de ‘on hold’ status van stoffen die deel uitmaken van het product vormt onvoldoende grondslag voor de stelling dat het product de vetverbranding stimuleert.
Gelet op het bovenstaande gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Dat de uiting de volgende nuancering bevat: “LET OP: Wondermiddelen bestaan NIET, dit is een ondersteunend product, u dient altijd ten eerste voldoende te bewegen en gezond en gevarieerd te eten” maakt bovenstaand oordeel met betrekking tot het stimuleren van de vetverbranding niet anders.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.