a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

detailhandel (supermarkt etc.)

Dossiernr:

2014/00850

Datum:

22-12-2014

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

detailhandel (supermarkt etc.)

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een reclamefolder van adverteerder geldig in week 48 (zondag 23 t/m zaterdag 29 november 2014) waarin onder meer staat: “PLUS: de goedkoopste supermarkt. Bron: RTL Nieuws Editie NL, uitzending 5 november 2014”. Onder deze mededelingen staan de woord/ beeldmerken van diverse concurrerende supermarkten met het percentage dat zij duurder zouden zijn dan adverteerder.

De klacht

Klager stelt, samengevat, dat de folder ten onrechte suggereert dat adverteerder “de goedkoopste” is. Klager legt een print van een internetpagina over waaruit blijkt dat Hoogvliet de goedkoopste is. De uiting is volgens klager daarom in strijd met de waarheid.

Het verweer

Dit kan als volgt worden samengevat.

Adverteerder verwijst in de reclame-uiting naar de datum van uitzending van RTL Nieuws Editie NL van 5 november 2014. Bovendien heeft adverteerder ook na deze uitzending regelmatig zelf onderzoek gedaan. Hieruit blijkt dat zij de goedkoopste is. Adverteerder legt daartoe kopieën van kassabonnen over naar aanleiding van vijf verschillende steekproeven. Derhalve is geen sprake van misleidende reclame of reclame die in strijd met de waarheid is.

Het oordeel van de voorzitter

1) De voorzitter stelt voorop dat in de bestreden reclame-uiting een directe vergelijking wordt gemaakt met het prijsniveau van met name genoemde concurrenten. De bestreden uiting betreft derhalve vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Vergelijkende reclame is toegestaan indien is voldaan aan de in dit artikel sub a tot en met h omschreven eisen. De voorzitter oordeelt hierover als volgt.

2) De voorzitter begrijpt dat in het nieuwsprogramma op televisie waarnaar de folder verwijst (RTL Nieuws Editie NL van 5 november 2014) adverteerder als de goedkoopste supermarkt is aangemerkt. Klager legt echter bij de klacht een print van een internetpagina over die is

gedateerd 5 november 2014 en blijkbaar afkomstig van http://www.rtlnieuws.nl/editienl.

 

3) De voorzitter neemt, gelet op de samenhang tussen het specifieke internetadres, de inhoud van de geprinte pagina en de naam van het nieuwsprogramma, aan dat deze website hoort bij dat programma. Op deze website staat als “aanvulling” dat adverteerder ten onrechte de goedkoopste supermarkt is genoemd, nu uit een nadere berekening blijkt dat Hoogvliet in werkelijkheid de goedkoopste is. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat adverteerder ten tijde van het verspreiden van de reclamefolder (blijkbaar in of voorafgaand aan de week van 23 tot en met 29 november 2014) niet meer onder verwijzing naar bedoeld nieuwsprogramma nog kon stellen dat zij volgens dat programma de goedkoopste is. In zoverre dient de reclame-uiting misleidend te worden geacht omtrent het prijsvoordeel dat men heeft bij adverteerder als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d NRC, waardoor is gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder a NRC.

4) Adverteerder heeft diverse kassabonnen overgelegd om te onderbouwen dat zij de goedkoopste is. Deze bonnen dateren echter minimaal een week na de uitzending van bedoeld nieuwsitem en betreffen bovendien uitsluitend een vergelijking tussen het prijsniveau van adverteerder en Hoogvliet. Voorts is niet duidelijk of de op deze bonnen vermelde producten qua samenstelling identiek zijn aan de door RTL Nieuws Editie NL gekochte producten die op 5 november 2014 in de prijsvergelijking zijn betrokken. De door adverteerder overgelegde stukken kunnen derhalve niet afdoen aan het oordeel dat de bestreden uiting op grond van het voorgaande in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC dient te worden geacht. Ten overvloede overweegt de voorzitter dat het, mede gelet op HvJ 18 november 2010, zaak C-159/09 (Lidl/Vierzon), de vraag is in hoeverre bedoelde kassabonnen een representatief beeld van het prijsniveau geven, nu diverse producten die geacht kunnen worden te behoren tot de dagelijkse aankopen hierop niet staan vermeld. De voorzitter noemt in dit verband bijvoorbeeld brood, melk, eieren vlees en groente.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder a NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken