Omschrijving:

Het betreft de volgende via internet verspreide uiting op www.vivifico.com van Vivifico.com, waarin bij de aanprijzing van het product Puro Q10 Supreme onder het kopje “Gezond tandvlees” onder meer staat: “Q10 versnelt de energieomzetting in het tandvlees met als gevolg dat de tanden weer muurvast zitten. Dankzij Q10 heeft het tandvlees weer een gezonde kleur, bloed het niet meer en sluit het weer prima aan.”

Het verweer

De website van adverteerder zal met ingang van 14 november 2007 niet meer benaderbaar zijn. Er wordt gewerkt aan een nieuwe website met daarop de producten die adverteerder gaat voeren. Het merk Puro behoort daar niet toe.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie heeft nota genomen van de mededeling van adverteerder dat de gewraakte uiting vanaf 14 november 2007 niet meer op de website zal staan. Dit staat echter niet in de weg aan een inhoudelijke beoordeling door de Commissie van de uiting zoals deze aan de Commissie is voorgelegd en die –naar niet is weersproken- van de website van adverteerder afkomstig is.

Q10 Supreme wordt in de vorm van capsules in de handel gebracht en kan om die reden worden aangemerkt als een voor orale nuttiging bestemd middel als bedoeld in de Warenwet. Ingevolge artikel 20 lid 2 sub a van de Warenwet is het verboden eet- of drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. De in de uiting gebezigde claim “Q10 versnelt de energieomzetting in het tandvlees met als gevolg dat de tanden weer muurvast zitten. Dankzij Q10 heeft het tandvlees weer een gezonde kleur, bloedt het niet meer en sluit het weer prima aan” dient te worden opgevat als een verboden claim in de zin van artikel 20 lid 2 sub a van de Warenwet. De uiting is derhalve in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Nu door adverteerder niet aannemelijk is gemaakt dat Q10 Supreme de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven, acht de Commissie de uiting tevens misleidend.

Naar het oordeel van de Commissie kan niet worden gesteld dat de uiting een schending van de geloofwaardigheid van reclame inhoudt, noch dat deze appelleert aan angstgevoelens of misleidende wetenschappelijke termen bevat. De term “paradentose” komt in de onderhavige uiting niet voor.

De beslissing

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst zij de klacht af.

artikelen 2 en 7 NRC