Omschrijving:Louwman & Parqui maakt in een televisiecommercial reclame voor een auto van het merk Toyota, model Prius. In beeld verschijnt onder meer de volgende tekst: “Omdat hij zo compleet is… |
De klacht In de commercial wordt een verbruik van 1 op 23 genoemd. Niet vermeld is welk uitgangspunt voor dit opgegeven verbruik is gehanteerd. Voor zover wordt gesuggereerd dat het om een gemiddeld verbruik gaat, is het opgegeven verbruik misleidend. Klager heeft een jaar lang het verbruik van zijn Toyota Prius bijgehouden. Klager rijdt ongeveer 30.000 kilometer per jaar. In de praktijk heeft de auto een gemiddeld verbruik van (omgerekend) 1 op 16,66, hetgeen aanzienlijk ongunstiger is dan de door adverteerder opgegeven waarde. |
Het verweerDe in publicaties van adverteerder vermelde verbruiksgegevens zijn bepaald volgens wettelijk vastgestelde normen. Dit brandstofverbruik wordt door de fabriek vastgesteld in een testopstelling waarbij een bepaalde rit wordt gesimuleerd. De condities waaronder dit gebeurt, zijn vastgelegd in Europese richtlijnen. Op deze wijze geeft iedere autofabrikant een brandstofverbruik op dat onder dezelfde omstandigheden is gemeten. De toegepaste norm is wettelijk goedgekeurd en dus niet onwaar of misleidend. |
Het oordeel van de Commissie Adverteerder stelt dat het door hem opgegeven verbruik van 1 op 23 voldoet aan de wettelijk vastgestelde normen en is bepaald onder condities die zijn vastgelegd in Europese richtlijnen. Klager heeft dit niet betwist. De Commissie gaat er daarom van uit dat de opgave door adverteerder voldoet aan artikel 2 CVP. Dit oordeel sluit overigens niet uit dat de reclame misleidend is in de zin van de NRC. Dienaangaande is, gelet op de inhoud van de klacht, het volgende van belang. De Commissie merkt op dat adverteerder in zijn commercial niet toelicht dat het verbruik is gemeten volgens Europese normen. De Commissie acht de uiting daardoor te absoluut. Dit geldt te meer, daar er, zoals in het onderhavige geval, een substantieel verschil kan zijn tussen het volgens de Europese richtlijnen gemeten verbruik, en het verbruik zoals de individuele consument dat ervaart. Het had daarom op de weg van adverteerder gelegen om in de advertentie aan te geven dat het genoemde verbruik van 1 op 23 een verbruik betreft dat is gemeten volgens Europese normen, alsmede welke normen het betreft. Het verbruik betreft een wezenlijk element in de zin van artikel 8.2 NRC (nieuw). Doorgaans zal de gemiddelde consument bij zijn overweging om al dan niet een transactie met betrekking tot een personenauto aan te gaan veel belang hechten aan het opgegeven brandstofverbruik en de wijze waarop dat is vastgesteld. Adverteerder heeft blijkens het voorgaande op dit punt niet aan zijn informatieverplichting als bedoeld in artikel 8.2 NRC voldaan. Meer specifiek is geen duidelijke of ondubbelzinnige informatie verstrekt over op het product verrichte tests als bedoeld in hetgeen sub b van dat artikel. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht zou kunnen worden om het product aan te schaffen, een besluit dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC (nieuw). |
De beslissingOp grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (nieuw). Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: artikel 7 NRC |