De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
a) een televisiecommercial met Natasha Froger, waarin zij onder meer zegt:
”Lieve allemaal. We zitten midden in een crisis en nou hebben die grote energiebedrijven hun stroomtarieven ook nog eens verhoogd. Dat betekent dus nog meer bezuinigen. Maar gelukkig heb ik goed nieuws voor u. Bij de Nederlandse Energie Maatschappij hebben ze een aanbieding met een enorme prijsverlaging. Dat scheelt u al gauw een paar honderd euro per jaar. Ik zeg doen.”
In de tag-on die bij de commercial hoort zegt Natasha Froger onder meer:
“Kies voor de goedkoopste.”
b) colportage voor het product van adverteerder.
De klacht
Adverteerder beweert de goedkoopste te zijn, maar:
1) sluit valse abonnementen af,
2) zendt een veel te hoge afrekening bij het oversluiten van contracten onder het mom van een strenge winter,
3) laat Natasha Froger misleidende reclame maken, waardoor veel oude mensen worden misleid en
4) maakt op agressieve wijze reclame door middel van colporteurs die beweren dat ze van het energiebedrijf zijn en die zeggen dat ze geld komen brengen, zodat men denkt dat het om de eigen energieleverancier gaat.
De reclame-uitingen van adverteerder zijn op grond van het voorgaande in strijd met de
Wet op de colportage, misleidend, maken misbruik van oude en gehandicapte mensen en hebben betrekking op een nepproduct.
Het verweer
De Commissie vat het algemene verweer van adverteerder als volgt samen.
Adverteerder richt zich met een generiek product (energie) op een algemene markt, te weten alle kleinverbruikers van energie in Nederland. De belangrijkste manier waarop adverteerder zich op deze markt kan onderscheiden is de energieprijs. In de televisiecommercial wordt verwezen naar de website van adverteerder, waar consumenten meer informatie kunnen vinden over de tarieven van adverteerder. De Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft aan adverteerder meegedeeld dat de advertenties van adverteerder “helemaal klopten”. De mededeling dat adverteerder de goedkoopste is, is gebaseerd op objectief meetbare factoren. Er is geen sprake van misleiding. Adverteerder heeft Natasha Froger voor de reclamecampagne benaderd wegens haar bekendheid en de sympathie die zij bij een grote vrouwelijke doelgroep heeft, alsook wegens haar betrokkenheid bij het televisieprogramma “Effe geen cent te makken” en haar inzet voor de Voedselbank en “Orange babies”, een goed doel dat door adverteerder wordt gesponsord.
De Commissie vat het verweer ten aanzien van de afzonderlijke onderdelen van de klacht als volgt samen:
1) De stelling van klager dat adverteerder valse abonnementen afsluit is ongemotiveerd, onjuist en heeft geen betrekking op een reclame-uiting.
2) De klacht dat adverteerder een veel te hoge afrekening verstuurt bij oversluiten, heeft geen betrekking op een reclame-uiting. De klacht is bovendien onjuist. Adverteerder handelt overeenkomstig de Ministeriële Regeling d.d. 29 november 2006, houdende regels over het beëindigen van het transport naar of de levering van elektriciteit en gas aan een kleinverbruiker (WJZ 6101739).
3) Het feit dat Natasha Froger in de televisiecommercial optreedt, maakt deze commercial niet misleidend. Het is duidelijk dat het om reclame gaat.
4) Colportagewerkzaamheden vallen niet onder de bevoegdheid van de Commissie, omdat er geen openbare aanprijzing plaatsvindt. Colportage geschiedt op individuele basis door middel van een huisbezoek. Er is geen bijzondere Reclame Code voor colportage. Adverteerder betwist dat zijn colporteurs zich zouden presenteren als colporteurs van een ander energiebedrijf. De colporteurs noemen juist uitdrukkelijk de naam van adverteerder aan het begin van elk bezoek. De bedrijfslogo’s van adverteerder zijn bovendien duidelijk zichtbaar op de verkoopmaterialen en op de oranje kleding die de colporteurs gedurende hun werkzaamheden dienen te dragen.
De mondelinge behandeling
Adverteerder licht zijn standpunt toe overeenkomstig de overgelegde notitie. Adverteerder heeft getoond welke kleding de door hem ingeschakelde colporteurs dienen te dragen. Adverteerder handhaaft zijn standpunt.
Het oordeel van de Commissie
a) Voor zover klager bezwaar maakt tegen de mededelingen in de commercial en de tag-on die inhouden dat adverteerder de goedkoopste is, oordeelt de Commissie als volgt. De Commissie stelt voorop dat het gebruik van een superlatief als “de goedkoopste” alleen is toegestaan, indien adverteerder de juistheid daarvan aantoont. De Commissie verwijst in dit verband naar de Algemene aanbevelingen sub e van de Nederlandse Reclame Code. Het gaat immers om een objectieve claim die een wezenlijk aspect van de dienst betreft. Adverteerder onderbouwt zijn claim dat hij de goedkoopste is door te verwijzen naar een e-mail d.d. 10 april 2009 van de Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. In deze e-mail wordt namens deze instantie op een vraag van adverteerder onder meer geantwoord: “Ik heb ten overstaan van de sector benadrukt dat wij jouw advertenties volledig hebben doorgerekend en dat ze helemaal klopte. Ook heb ik aangegeven dat de advertentie (op een klein detail bij de transportkosten na) geheel aan de richtsnoeren informatieverstrekking voldoet.” De Commissie leidt uit deze e-mail af dat de reclame-uitingen van adverteerder volgens de Energiekamer feitelijk juist zijn, ook voor zover adverteerder stelt dat zijn product het goedkoopste is. Op de website van adverteerder, waarnaar in de tag-on wordt verwezen, kan de consument de prijzen van adverteerder vergelijken met die van enkele concurrenten. Hoewel de Commissie bij gebreke van andere gegevens niet zelf kan controleren of deze gegevens juist zijn, ziet zij op grond van de mededeling van de Energiekamer geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de claim “de goedkoopste”. Nu de commercial en de tag-on niet onjuist of misleidend kunnen worden geacht, kan de hier bedoelde klacht kan niet slagen. Dit geldt ook voor zover klager stelt dat adverteerder valse abonnementen afsluit en een te hoge rekening verstuurt bij het oversluiten van contracten. Niet gebleken is dat deze klachten betrekking hebben op een reclame-uiting. De Commissie is daarom niet bevoegd over deze klachten te oordelen. De klachten sub 1) en 2) kunnen niet slagen.
b) Ten aanzien van het optreden van Natasha Froger in de commercial waartegen klacht 3) zich richt, oordeelt de Commissie als volgt. Ingevolge artikel 11.2 van de Nederlandse Reclame Code, waaraan in dit verband moet worden getoetst, is het verboden om in reclame personen te laten optreden die krachtens hun deelname aan programma’s geacht kunnen worden gezag respectievelijk vertrouwen te hebben bij bepaalde publieksgroepen. De vraag is of Natasha Froger een dergelijk gezag of vertrouwen heeft. Vaststaat dat Natasha Froger heeft deelgenomen aan een real life soap waarin een maand lang was te zien hoe zij en haar gezin leefden op bijstandsniveau. Dat Natasha Froger door veel mensen mogelijk in de eerste plaats met dat televisieprogramma zal worden geassocieerd, is naar het oordeel van de Commissie onvoldoende om te kunnen zeggen dat zij bij een bepaalde publieksgroep een zeker gezag of vertrouwen heeft. Voorts is Natasha Froger bekend door haar werkzaamheden voor goede doelen en haar optreden in andere televisieprogramma’s. Voor zover deze activiteiten betrekking hebben op het leven met een beperkt financieel budget, is ook in zoverre naar het oordeel van de Commissie niet aannemelijk geworden dat Natasha Froger gezag of vertrouwen heeft in de hiervoor bedoelde zin. Ook klacht 3) kan niet slagen.
c) Ten aanzien van de stelling van klager dat adverteerder op agressieve wijze en in strijd met de Colportagewet reclame maakt door middel van colporteurs, heeft adverteerder als primair verweer gevoerd dat colportagewerkzaamheden niet onder de bevoegdheid van de Commissie vallen, omdat er geen openbare aanprijzing plaatsvindt. Deze stelling is in dit geval onjuist. Adverteerder heeft op verzoek van de Commissie scripts overgelegd die, naar de Commissie uit de scripts afleidt, mede betrekking hebben op de wijze waarop colporteurs het product van adverteerder dienen aan te prijzen. Nu aldus een grote groep consumenten op dezelfde wijze wordt benaderd, is naar het oordeel van de Commissie sprake van aanprijzing in het openbaar. De colportagegesprekken die aan het sluiten van de overeenkomst voorafgaan, dienen derhalve als reclame te worden aangemerkt.
d) Adverteerder heeft uitdrukkelijk gesteld dat bij de gemiddelde consument geen verwarring kan bestaan over het feit dat de colporteurs namens hem handelen. Adverteerder stelt in dit verband dat de colporteurs aan het begin van het gesprek duidelijk zijn naam dienen te noemen. Ook beschikken de colporteurs over opvallende oranje kleding met daarop het bedrijfslogo van adverteerder. Dit logo staat ook op de verkoopmaterialen. Adverteerder heeft ter vergadering een voorbeeld getoond van de kleding die zijn colporteurs gedurende de werkzaamheden dienen te dragen. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder aldus voldoende aannemelijk gemaakt dat er bij de consument geen verwarring zal bestaan over het feit dat de colporteurs in zijn opdracht handelen. Ook klacht 4) faalt derhalve.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af