De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiecommercial met Natasha Froger, waarin zij onder meer zegt:
”Lieve allemaal. We zitten midden in een crisis en nou hebben die grote energiebedrijven hun stroomtarieven ook nog eens verhoogd. Dat betekent dus nog meer bezuinigen. Maar gelukkig heb ik goed nieuws voor u. Bij de Nederlandse Energie Maatschappij hebben ze een aanbieding met een enorme prijsverlaging. Dat scheelt u al gauw een paar honderd euro per jaar. Ik zeg doen.”
In de tag-on die bij de commercial hoort zegt Natasha Froger onder meer:
“Kies voor de goedkoopste.”
De klacht
Door het optreden van Natasha Froger in de televisiecommercial worden bepaalde personen (minderbedeelden) op het verkeerde been gezet. Zij zullen de commercial niet als reclame herkennen, maar zullen denken dat het om een eerlijk advies van een meelevend persoon gaat. Dit komt doordat Natasha Froger zich heeft ingezet voor de voedselbank. Ook in een televisieprogramma mocht zij voor weldoenster spelen. Nu Natasha Froger hierdoor is verstrengeld geraakt met goede doelen en liefdadigheidswerk, mag zij niet meer aan commercials als de onderhavige meewerken. Adverteerder maakt in de commercial misbruik van het imago van Natasha Froger. Daar komt bij dat de wijze waarop Natasha Froger de woorden “Ik zeg doen” uitspreekt een dwingend karakter heeft. Zij lijkt in de commercial daadwerkelijk bezorgd te zijn. Daardoor wordt de indruk gewekt dat Natasha Froger c.q. adverteerder het beste met de consumenten voor heeft. Dit is misleidend. Adverteerder is al meermalen bestraft wegens telefonische toezeggingen, maar gaat nu nog een stapje verder door zijn diensten aan te laten prijzen door een vertrouwd persoon.
Het verweer
De Commissie vat het verweer van adverteerder als volgt samen.
Adverteerder heeft Natasha Froger voor de reclamecampagne benaderd wegens haar bekendheid en de sympathie die zij bij een grote vrouwelijke doelgroep heeft, alsook wegens haar betrokkenheid bij het televisieprogramma “Effe geen cent te makken” en haar inzet voor de Voedselbank en “Orange babies”, een goed doel dat door adverteerder wordt gesponsord. Het feit dat Natasha Froger in de televisiecommercial optreedt en de wijze waarop zij dat doet, brengt niet mee dat de commercial misleidend is. Het is duidelijk dat het om reclame gaat. De reclame-uiting heeft geen dwangmatig karakter. De verwijzing door klager naar gevallen van telemarketing waarin adverteerder zou zijn bestraft, is onjuist en doet ook niet ter zake. De Code telemarketing voorziet alleen in een klachtrecht voor personen die menen dat zij in strijd met deze code zijn benaderd. Dit is bij klager niet het geval.
De mondelinge behandeling
Adverteerder licht zijn standpunt toe overeenkomstig de overgelegde notitie. Adverteerder handhaaft zijn standpunt.
Het oordeel van de Commissie
a) De klacht richt zich tegen het optreden van Natasha Froger in de commercial. Ingevolge artikel 11.2 van de Nederlandse Reclame Code, waaraan in dit verband moet worden getoetst, is het verboden om in reclame personen te laten optreden die krachtens hun deelname aan programma’s geacht kunnen worden gezag respectievelijk vertrouwen te hebben bij bepaalde publieksgroepen. De vraag is of Natasha Froger een dergelijk gezag of vertrouwen heeft. Vaststaat dat Natasha Froger heeft deelgenomen aan een real life soap waarin een maand lang te zien was hoe zij en haar gezin leefden op bijstandsniveau. Dat Natasha Froger door veel mensen mogelijk in de eerste plaats met dat televisieprogramma zal worden geassocieerd, is naar het oordeel van de Commissie onvoldoende om te kunnen zeggen dat zij bij een bepaalde publieksgroep een zeker gezag of vertrouwen heeft. Voorts is Natasha Froger bekend door haar werkzaamheden voor goede doelen en haar optreden in andere televisieprogramma’s. Voor zover deze activiteiten betrekking hebben op het leven met een beperkt financieel budget, is ook in zoverre naar het oordeel van de Commissie niet aannemelijk geworden dat Natasha Froger gezag of vertrouwen heeft in de hiervoor bedoelde zin.
b) Het feit dat sommigen de wijze waarop Natasha Froger in de commercial de woorden “Ik zeg doen” uitspreekt in enige mate als dwingend zullen ervaren, is niet in strijd met enige bepaling van de Nederlandse Reclame Code. Duidelijk is immers dat het om een reclame-uiting gaat en dat deze woorden een aanprijzing betreffen in plaats van een onafhankelijk en goed bedoeld advies. Nu geen sprake is van oneerlijke reclame, kan de klacht niet slagen.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af
College van Beroep
Ten onrechte heeft de Commissie het optreden van Natasha Froger in de gewraakte televisiereclame niet ontoelaatbaar bevonden.
De persoon van Natasha Froger, “de goede Fee”, is heel bewust gekozen. Zij heeft veel sympathie van een grote, vrouwelijke doelgroep. Veel vrouwen die de eindjes aan elkaar moeten knopen, kijken naar programma’s waarvan je kunt leren hoe je met een kleine beurs om kunt gaan. Blijkens diverse onderzoeken laten juist mensen die naar zulke programma’s kijken zich snel beïnvloeden door in hun ogen goede/eerlijke mensen.
Ten onrechte heeft de Commissie de klacht, dat de wijze waarop Natasha Froger de woorden “Ik zeg doen” uitspreekt een dwingend karakter heeft, afgewezen. De wijze waarop Natasha Froger het publiek benadert, acht appellant opdringend.
Naast bovenstaande grieven wijst appellant er nog op dat hij meermalen telefonisch is benaderd door “de energie maatschappij” met aanbiedingen om op goedkopere wijze energie af te nemen. In deze telefoongesprekken heeft appellant onder meer gezegd dat hij “niet meer gebeld wenste te worden met misleidende gesprekken”.
Het antwoord in appel
De grieven zijn gemotiveerd weersproken.
Op het antwoord in appel zal -voor zover voor dat oordeel van belang- worden teruggekomen in het oordeel van het College.
De repliek
Appellant heeft zijn standpunt nader toegelicht.
De mondelinge behandeling
Mr. De Heer heeft het standpunt van NLEnergie nader toegelicht.
Het oordeel van het College
Het College stelt voorop dat het betoog van NLEnergie in appel, dat appellant “in zijn vordering niet-ontvankelijk” moet worden verklaard, omdat de mediacampagne met mevrouw Froger enkele weken geleden definitief is beëindigd, niet kan slagen. Dat de campagne op dit moment is beëindigd, laat onverlet dat het College de bevoegdheid heeft om, in geval het College het beroep gegrond acht, NLEenergie aan te bevelen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Ten aanzien van de verschillende grieven overweegt het College het volgende.
Ad I.
Appellant heeft niet bestreden dat -zoals de Commissie heeft overwogen- het optreden van Natasha Froger in de gewraakte televisiereclame moet worden getoetst aan artikel 11.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het College deelt het oordeel van de Commissie dat het in deze bepaling neergelegde verbod, betreffende het in reclame optreden van personen die krachtens hun deelname aan programma’s geacht kunnen worden gezag respectievelijk vertrouwen te hebben bij bepaalde publieksgroepen, niet is overtreden.
Vaststaat dat Natasha Froger bekendheid en een zekere populariteit geniet door haar optreden in twee door appellant genoemde televisieprogramma’s, te weten “Hart in aktie” en “Effe geen cent te makken”. Haar optreden in die programma’s en de aard van die programma’s acht het College echter niet van dien aard, dat kan worden geoordeeld dat Natasha Froger krachtens haar deelname aan die programma’s geacht kan worden gezag respectievelijk vertrouwen te hebben bij bepaalde publieksgroepen. Meer in het bijzonder kan aan Natasha Froger niet een specifieke deskundigheid worden toegeschreven op het gebied van (kosten van) energie.
Ad II.
Het feit dat Natasha Froger zich in de bewuste reclame en bijbehorende tag-on op enigszins indringende wijze tot de kijker richt, betekent niet dat de uiting in strijd is met de NRC.
Voor zover appellant in zijn beroepschrift en repliek bezwaar maakt tegen telefonische benadering door -naar hij stelt- “de energie maatschappij”, betreft het een uitbreiding van de klacht in hoger beroep en komt dit bezwaar, nu hierover in eerste instantie niet is beslist, niet voor behandeling door het College in aanmerking.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.