De bestreden reclame-uiting
Het betreft een telemarketinggesprek op 2 oktober 2020 tussen Nutsadviesgroep en klager ten behoeve de telefonische verkoop van energie.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Het telemarketinggesprek is om de volgende redenen in strijd met de artikelen 2 lid 1 respectievelijk 5 lid 3 van de Code voor Telemarketing 2020 (CTM):
a.
Klager is gebeld, terwijl hij in het bel-me-niet register staat.
b.
Het nummer waarvandaan is gebeld, geeft geen informatie over de beller.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Om klachten als de onderhavige te voorkomen, heeft er intern een aantal wijzigingen plaatsgevonden, zoals het inschakelen van extra bemanning op de werkvloer en het zorgen voor extra trainingen. Voor zover er toch een klacht wordt ingediend, verwijst adverteerder naar het in de bijlage bij het verweer opgenomen klachtenbeleid, dat in het verweer nader wordt toegelicht.
Adverteerder is gedreven en zet zich optimaal in om de geëiste kwaliteit te waarborgen. Zij vindt het dan ook enorm spijtig dat de onderhavige situatie zich heeft voorgedaan. Een klacht is er al één teveel, aldus adverteerder.
Het oordeel van de voorzitter
Adverteerder heeft niet weersproken dat zij klager telefonisch heeft benaderd door middel van een telemarketinggesprek, ondanks het feit dat klager is opgenomen in het Bel-me-niet register. Gelet hierop en nu niet is gebleken dat zich in dit geval een uitzondering voordoet als bedoeld in artikel 2 lid 2 CTM, heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 2 lid 1 CTM.
Verder begrijpt de voorzitter de klacht aldus dat het telefoonnummer door middel waarvan adverteerder klager benaderd heeft, geen “werkend” telefoonnummer nummer is als bedoeld in artikel 5 lid 3 CTM. Adverteerder heeft ook dit onderdeel van de klacht niet weersproken. Gelet hierop gaat de voorzitter ervan uit dat in het onderhavige geval niet is gehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 lid 3 CTM.
Gelet op het verweer zal de voorzitter een aanbeveling voor zover nog nodig doen.
De beslissing
Gelet op het bovenstaande acht de voorzitter de uiting in strijd met de artikelen 2 lid 1 en 5 lid 3 CTM. Zij beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.