De bestreden reclame-uiting

Het betreft de aankondiging in krantenadvertenties en op billboards van het “538 JingleBall 2012”. In de uiting zijn twee vrouwen te zien die verschillende soorten kerstversiering omgehangen en in hun haar hebben. Zij trekken het T-shirt stuk van een tussen hen in staande man met een snoer kerstverlichting als een krans om zijn hoofd gewikkeld. Over deze afbeelding staat onder meer de tekst “Kerst krijgt ballen!”

De klacht

De uiting is een godslasterlijke manier van reclame maken. De in de uiting afgebeelde man moet Christus voorstellen. De kerstverlichting verwijst naar de doornenkroon die Christus bij zijn kruisiging droeg. De zin “Kerst krijgt ballen” is zeer banaal. De reclame geeft de indruk dat het geloof voor softies is.

Het verweer

De reclame-uiting is gemaakt voor een door 538 te organiseren feest waarin de kenmerken van 538 – rebels, jongensachtig, groots, energiek en humor – terugkomen. Belangrijk onderdeel van dit feest is dat bezoekers wordt gevraagd om zich te verkleden in het teken van het kerstfeest. Met de man in de reclame wordt niet geprobeerd Christus af te beelden, maar wordt met een knipoog (de kerstverlichting om het hoofd) een verwijzing gemaakt naar kerst, het kerstfeest en (met de woordspeling “Kerst krijgt ballen”) de versieringen in de kerstboom.

De afgebeelde personen zijn voorbeelden van hoe deelnemers aan het feest verkleed zouden kunnen gaan binnen het thema kerst. De uiting is zowel in woord als beeld humoristisch bedoeld en in het geheel niet-serieus. Met de uiting worden de grenzen van het toelaatbare niet overschreden, ook niet indien de man in de reclame wel als een afbeelding van Christus zou worden gezien.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie vat klaagsters bezwaar tegen de reclame-uiting aldus op, dat klaagster deze in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend acht als bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gezien het subjectieve karakter daarvan.

De Commissie acht het begrijpelijk dat de in de uiting afgebeelde man door zijn uiterlijk en de wijze waarop hij de kerstverlichting op zijn hoofd draagt geassocieerd wordt met Christus. Tevens wordt door de Commissie onderkend dat de uiting daarom door een aanzienlijke groep mensen niet zal worden gewaardeerd. Niettemin acht de Commissie, met inachtneming van voornoemde terughoudendheid, onvoldoende grond aanwezig voor het oordeel dat de reclame-uiting de grenzen van hetgeen volgens huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar is heeft overschreden. In de uiting wordt niet zozeer een verband gelegd met de religieuze betekenis en beleving van het kerstfeest, als wel – in beeld en tekst – een verband met de bij kerst horende versiering. Naar het oordeel van de Commissie is voldoende duidelijk dat sprake is van een reclame die is afgestemd op het product, het 538 Jingle Ball 2012 feest, en die humoristisch is bedoeld.

Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.