De bestreden uiting
Het betreft een radiocommercial waarin wordt gezegd: “Elk jaar worden er in Nederland tienduizenden vluchtelingen vergast of afgeschoten. Wilde ganzen die niets anders gedaan hebben, dan wat ze van hun moeder hebben geleerd. Ze worden gelokt met levende soortgenoten, waarna ze worden beschoten. Gewoon voor de lol. Steun De Faunabescherming in haar strijd tegen dit zinloos geweld. Kom snel naar Faunabescherming.nl”
De klacht
Het is niet meteen duidelijk dat het in de commercial gaat over de jacht op ganzen. Op deze manier wordt misbruik gemaakt van de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. De commercial is kwetsend voor mensen die in de oorlog dierbaren zijn verloren en onnodig confronterend voor Joodse Nederlanders.
Gelet op het voorgaande acht klager de commercial in strijd met artikel 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).
Het verweer
Op geen enkele manier wordt in de commercial naar de Tweede Wereldoorlog verwezen. Direct na de eerste zin in de commercial, wordt deze zin gespecificeerd.
Voorts is nergens bepaald dat het woord ‘vluchteling’ uitsluitend mag worden gebruikt voor mensen. Adverteerder verwijst naar het bij haar verweer gevoegde ‘Beleidskader Faunabeheer’ van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2003). Hieruit blijkt dat, op grond van het beleid van de overheid, ganzen voortdurend uit bepaalde gebieden moeten worden verjaagd, waarbij ook geschoten mag worden. In de ogen van adverteerder zijn de ganzen ‘vluchtelingen’ in eigen land geworden. Met betrekking tot het gebruik van de termen ‘afschieten’ en ‘vergassen’, deelt adverteerder mee dat de ganzen daadwerkelijk worden afgeschoten of door middel van een verstikkend gas om het leven gebracht.
Gelet op het voorgaande acht adverteerder de commercial geenszins kwetsend. Voorts betwist adverteerder dat in de commercial op enige manier de link wordt gelegd met de Tweede Wereldoorlog.
De mondelinge behandeling
Namens adverteerder licht A.P. de Jong voornoemd haar standpunt nader toe.
Het oordeel van de Commissie
Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend is, stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria.
Adverteerder heeft toegelicht dat de uiting is bedoeld om de aandacht te vestigen op het feit dat jaarlijks in Nederland vele ganzen door plezierjagers worden afgeschoten of door middel van gas door verstikking om het leven worden gebracht. Met de eerste zin wordt op enigszins indringende wijze de aandacht van de luisteraar getrokken, waarna direct duidelijk wordt waar deze commercial over gaat. De Commissie is van oordeel dat het hierbij toelaatbaar moet worden geacht dat adverteerder heeft gekozen voor een wijze van adverteren die door sommigen wellicht als confronterend wordt ervaren. Adverteerder heeft daarbij naar het oordeel van de Commissie de grenzen van het toelaatbare niet overschreden.
Op grond van het voorgaande kan niet worden gezegd dat de uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen, terwijl evenmin kan worden gezegd dat de tekst nodeloos kwetsend is jegens personen die dierbaren hebben verloren in de Tweede Wereldoorlog. De klacht faalt derhalve.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.