Omschrijving:Het betreft geadresseerde brievenbusreclame van UPC Nederland B.V. bestaande uit een brief over digitale televisie. In deze brief worden onder meer voordelen opgesomd van digitale televisie van UPC en wordt de toezending van een MediaBox aangekondigd die gratis in bruikleen wordt gegeven en waarmee drie maanden gratis digitale televisie gekeken kan worden. |
De klachtKlager wenst geen digitale televisie en geen MediaBox en klager heeft dit enige weken voor toezending van de bewuste brief reeds aan adverteerder medegedeeld tijdens een telemarketing gesprek. Klager heeft bezwaar tegen de ongevraagde toezending van de MediaBox. Voorts heeft klager bezwaar tegen de wijze waarop adverteerder tracht een overeenkomst tot stand te laten komen. Adverteerder stelt in de brief immers dat men na afloop van de gratis drie maanden voor UPC Digital TV per maand € 2,16 dient te betalen indien men de MediaBox niet terugzendt. Klager vindt dit een agressieve en onfatsoenlijke verkoopmethode. |
Het verweerAdverteerder gaat er van uit dat klager bedoelt dat adverteerder in strijd met artikel 7 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR) heeft gehandeld. |
De repliek Het verweer is niet correct. Klager werkt voltijd en er is geen promo-agent bij klager aan de deur geweest. |
De dupliek Toen het promoteam bij haar aan de deur kwam was klager kennelijk niet thuis.
|
De mondelinge behandelingDesgevraagd verklaart de heer Parren dat in de onderhavige campagne de verkeerde brief is gebruikt. Er is dus sprake van een misverstand. Hij legt de brief over die had moeten worden verzonden en waarin onder meer staat dat de MediaBox de komende week wordt aangeboden en dat men deze in ontvangst mag nemen indien men een abonnement op UPC Digital TV neemt.
|
Het oordeel van de Commissie Adverteerder heeft erkend dat aan klager een brief is gezonden waarin toezending van de MediaBox wordt aangekondigd en niet een brief waarin staat dat een promoagent zal langskomen. |
De beslissingOp grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: artikel 7 NRC |