Omschrijving:

Het betreft de aan klager gezonden, geadresseerde brief van International Card Services B.V. (hierna ICS) en ANWB B.V. (hierna ANWB) met de aanhef “Sla een maand over!”.

De klacht

In de brief wordt klager gewezen op de mogelijkheid om één maand “de betaling van dit rekeningoverzicht” over te slaan. Ten onrechte is daarbij niet het rentepercentage van de rente vermeld die over het openstaande bedrag in rekening wordt gebracht.

Het verweer

Allereerst stellen verweerders dat de ANWB VISA Card en daarmee ook de onderhavige uiting geheel voor rekening en verantwoording van ICS komen. Voor zover nodig refereert ANWB zich aan het door ICSingenomen standpunt.
De uiting kan niet los worden gezien van de informatie die de kaarthouder is verstrekt bij het aangaan van de creditcardovereenkomst. Met de onderhavige brief wordt beoogd de kaarthouder van een bestaande faciliteit op de hoogte te stellen en hem ertoe te bewegen daarvan gebruik te maken. In de uiting wordt er uitdrukkelijk op gewezen dat de kaarthouder rente verschuldigd is over het openstaande creditcard saldo. Over de hoogte daarvan is hij geïnformeerd middels de algemene voorwaarden. De kredietvergoeding die in rekening wordt gebracht bedraagt thans 17,75% op jaarbasis (1,48% op maandbasis) hetgeen een wettelijk toegestane en niet ongebruikelijke kredietvergoeding is. Van misleiding is geen sprake.

Het oordeel van de Commissie (21 november 2007)

De ANWB Visa Card is, naar ICS stelt, tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen beide verweerders en gelet op de aanduiding van de creditcard, te weten ANWB Visa Card, en het feit dat beider logo boven de uiting staat, acht de Commissie beide verweerders verantwoordelijk voor de uiting.

In de uiting wordt de kaarthouder “extra financiële ruimte“ geboden. Daarbij wordt weliswaar meegedeeld dat hij rente is verschuldigd over het openstaande bedrag doch nu de prijs van dit aanbod c.q. de hoogte van de rente die hem daarvoor in rekening wordt gebracht niet is vermeld, is de uiting niet voldoende duidelijk in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. Dat een indicatie van de hoogte in de algemene voorwaarden is te vinden en dat men over de exacte hoogte telefonisch informatie kan inwinnen, acht de Commissie onvoldoende reden om in de uiting de hoogte van de rente niet te noemen.

artikel 7 NRC

De grieven

Deze kunnen als volgt worden samengevat.

I.
Ten onrechte heeft de Commissie beide appellanten voor de uiting verantwoordelijk geacht.
De ANWB Visa Card is een creditcard die uitsluitend door en voor rekening en verantwoording van ICS is uitgegeven. Aangezien deze variant van de Visa Card uitsluitend beschikbaar is voor ANWB-leden, draagt deze creditcard mede de naam ‘ANWB’.
Onder de kaarthouders kan er geen misverstand over bestaan dat de uitgifte van de kaard plaatsvindt door ICS. Deze sluiten een overeenkomst met ICS. Ook uit alle uitingen met betrekking tot de ANWB Visa Card, te weten reclame-uitingen, nieuwsbrieven en rekeningoverzichten, blijkt duidelijk dat deze afkomstig zijn van ICS en in deze uitingen wordt ICS als afzender vermeld. Dit geldt ook voor de gewraakte uiting. Deze brief is uitsluitend ondertekend door ICS. Ook de retourenveloppe die bij de brief is gevoegd, is gericht aan ICS.
Het feit dat het logo van ANWB (evenals het logo van Visa) als naamdrager van de ANWB Visa Card in de brief is afgebeeld, doet er niet aan af dat de uiting uitsluitend afkomstig is van ICS.

II.
Ten onrechte heeft de Commissie de uiting misleidend geacht. ICS/ANWB voeren hiertoe het volgende aan.
De uiting voldoet aan de wettelijke eisen die aan ICS zijn opgelegd en
de geadresseerden van de uiting waren op de hoogte van het rentepercentage dat in rekening wordt gebracht.

Ad a.
Krachtens het bepaalde in de Wet op het consumentenkrediet (Wck) en de Wet op het financieel toezicht (Wft) wordt de ANWB Visa Card niet aangemerkt als een geldkrediet, aangezien terugbetaling van het creditcard saldo dient plaats te vinden binnen drie maanden. Mitsdien zijn de in deze wetten en daarop volgende besluiten neergelegde regels met betrekking tot de wijze waarop financiële instellingen reclame mogen maken niet van toepassing en is ICS niet gehouden om in al haar uitingen het exacte rentepercentage te vermelden dat in rekening wordt gebracht. In de praktijk is dit ook niet eenvoudig, omdat de rente van overheidswege kan worden gewijzigd.
Wel gelden er regels met betrekking tot de hoogte van de vergoeding die aan houders van de ANWB Visa Card in rekening mag worden gebracht. Ingevolge artikel 4 van het Besluit kredietvergoeding bedraagt de rentevergoeding ten hoogste de door de overheid jaarlijks vastgestelde wettelijke rente + 12 procentpunten. Daarnaast bepaalt artikel 4:19 Wft dat een door een financiële onderneming aan (potentiële) klanten verstrekte informatie “correct, duidelijk en niet misleidend” is.

Vóór het sluiten van de overeenkomst wordt de kaarthouder gewezen op de rente die in rekening wordt gebracht en wel door middel van artikel 15.4 van de algemene voorwaarden. Hiermee gaat ICS verder dan de meeste andere financiële instellingen die een klant vooraf niet informeren over de rente die in rekening wordt gebracht voor een roodstand van ten hoogste drie maanden op een betaalrekening of creditcard.

Ad b.
De gewraakte uiting is alleen gestuurd aan bestaande houders van de ANWB Visa Card. Deze houders waren op de hoogte van het feit dat rente verschuldigd is in geval van terug betalen van het creditsaldo na 21 dagen. Ook wisten zij welke rente het betrof. Dit alles blijkt uit de met de kaarthouders gesloten overeenkomst.

De verwijzing naar de rentekosten in de gewraakte reclame is niets anders dan een verwijzing naar de bestaande situatie, waarvan de kaarthouder volledig op de hoogte is. Voor zover de kaarthouder niet of niet meer bekend is met het percentage, staat het hem vrij hiernaar nogmaals te informeren bij ICS. Dit laat onverlet dat de kaarthouder op juiste en volledige wijze is geïnformeerd over de eventuele kosten.

Ten aanzien van de verschillende grieven overweegt het College het volgende.

Ad I.
Naar het oordeel van het College dient ANWB mede verantwoordelijk te worden geacht voor de gewraakte uiting. Weliswaar is de van deze uiting deel uitmakende brief ondertekend door het “Hoofd ANWB Visa Servicedesk” van ICS, maar van de uiting in haar geheel, waarin twee maal het logo van ANWB voorkomt, te weten bovenaan de brief en bovenaan de antwoordcoupon, gaat de suggestie uit dat het aanbod “Sla een maand over!” mede door of namens ANWB wordt gedaan, althans dat dit aanbod met instemming van ANWB wordt gedaan. Dat de uitgifte van de ANWB Visa Card door ICS wordt gedaan en dat houders van de ANWB Visa Card een overeenkomst hebben gesloten met ICS, doet niet aan dit oordeel af.

Ad II.
Het College stelt voorop dat de Commissie niet heeft overwogen dat de uiting misleidend is. De Commissie heeft de uiting “niet voldoende duidelijk in de zin van artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code” (hierna: NRC) bevonden en de uiting om die reden in strijd met artikel 7 NRC geacht.

Het College deelt het oordeel van de Commissie dat de uiting niet voldoende duidelijk is als bedoeld in artikel 7 NRC. Weliswaar wordt in de uiting gewezen op het feit dat rente wordt berekend over het openstaande saldo, maar nu ter zake in de uiting geen nadere informatie wordt gegeven, is -zonder dat men zich hierover nog laat informeren- niet voldoende duidelijk dat het hier de rente betreft als bedoeld in artikel 15.4 van de algemene voorwaarden, te weten de rente die verschuldigd is indien het openstaande saldo niet binnen 21 dagen na dagtekening van een rekeningoverzicht volledig wordt voldaan.
Dat er ingevolge de Wet op het consumentenkrediet en de Wet op het financieel toezicht en daarop volgende besluiten geen verplichting bestaat om het exacte rentepercentage te vermelden, doet niet aan dit oordeel af.