Het College van Beroep
De grieven
Deze kunnen als volgt worden samengevat.
Appellant stelt dat de Commissie ten onrechte de klacht heeft afgewezen mede gelet op het feit dat Zeeman heeft besloten om de bestreden televisiecommercial “terug te trekken”. Hieruit blijkt volgens appellant dat hij gelijk heeft met zijn stelling dat in de televisiecommercial wordt gesuggereerd dat diefstal plegen een normale zaak is. Door de televisiecommercial worden hotelgasten aangezet tot diefstal. Indien dat anders zou zijn, hoefde de manager van het hotel niet telkens nieuwe handdoeken te kopen. Appellant heeft ook beroep ingesteld omdat de door hem in deze procedure gemaakte kosten niet zijn teruggestort.
Het oordeel van het College
1. In beroep is geen klacht gericht tegen de wijze waarop de Commissie de klacht heeft geïnterpreteerd. Ook het College vat de klacht zo op dat de bestreden televisiecommercial volgens klager in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen. Bij de toetsing aan deze subjectieve normen heeft de Commissie zich terecht terughoudend opgesteld. Bij dergelijke normen is de invulling immers afhankelijk van de persoonlijke waardering en opvattingen van degene die met de uiting wordt geconfronteerd. In een dergelijk geval dient te worden volstaan met een oordeel over de vraag of naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de uiting de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. Uitgaande hiervan oordeelt het College als volgt.
2. De bestreden televisiecommercial bestaat in feite uit twee scenes. In de eerste scène is te zien hoe een man een groot aantal handdoeken bij een Zeeman filiaal koopt. Deze man wordt door een van de verkoopsters omschreven als “de baas van hotel De Kroon”. Het valt de verkoopsters op dat deze man vaker een groot aantal handdoeken bij hen koopt en zij verwonderen zich hierover. In de volgende scène is te zien hoe een stel, kennelijk gasten van bedoeld hotel, handdoeken in een koffer stopt terwijl de vrouw zegt: ”Zo die nemen we mee. Zulke goeie hebben we thuis niet”, gevolgd door de mededeling “Heel Nederland loopt binnen bij Zeeman” en de mededeling dat “deze week” alle thee- en keukendoeken € 0,99 per stuk kosten.
3. De bedoeling van de televisiecommercial is onmiskenbaar de aandacht te vestigen op de beweerdelijk goede kwaliteit van de handdoeken die Zeeman verkoopt en de genoemde kortingsactie. Anders dan appellant is het College van oordeel dat daarbij niet wordt gesuggereerd dat diefstal in het algemeen of, meer specifiek, diefstal van linnengoed uit een hotel “een normale zaak” is. Het enkele feit dat men beelden ziet van hotelgasten die mogelijk handdoeken ontvreemden, is daartoe onvoldoende. Deze beelden zullen naar het oordeel van het College door de consument ook niet worden opgevat als een instemming met of een aansporing tot dergelijk gedrag. De consument kan immers ook uit de televisiecommercial afleiden dat diefstal van handdoeken uit hotels onverstandig is mede omdat men bij Zeeman voordelig dezelfde handdoeken kan kopen die door de hotelgasten als kwalitatief beter dan als de handdoeken thuis worden ervaren. Dat dit gebeurt in de vorm van een verhaallijn die onmiskenbaar humoristisch is bedoeld maar niet door iedereen zal worden gewaardeerd nu daarin schijnbaar een strafbaar feit wordt getoond, kan in het licht van het voorgaande niet tot het oordeel leiden dat de commercial in strijd zou zijn met de goede smaak en/of het fatsoen. Evenmin doet ter zake dat Zeeman aan de Commissie heeft meegedeeld de bestreden televisiecommercial niet meer te zullen uitzenden.
4. Het College onderschrijft op grond van het voorgaande het oordeel van de Commissie dat de grens van hetgeen maatschappelijke toelaatbaar moet worden geacht in het onderhavige geval niet is overschreden. Derhalve wordt beslist als volgt, waarbij het College nog opmerkt dat bij deze uitkomst van de procedure geen plaats is voor restitutie van de door appellant in bezwaar en beroep betaalde financiële bijdrage.
De beslissing van het College van Beroep [3 april 2014]
Het College bekrachtigt de bestreden beslissing.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie
De bestreden reclame-uiting
Het betreft een televisiereclame. Daarin is te zien dat “de baas van Hotel De Kroon” bij Zeeman een stapel handdoeken koopt. Een verkoopster vraagt zich af “wat hij toch steeds met al die handdoeken doet?” In het hotel zegt een gast die handdoeken in haar koffer doet tegen haar man: “Zo die nemen we mee, zulke goeie hebben we thuis niet”.
De klacht
In deze uiting wordt diefstal aangemoedigd.
De beslissing tot terzijdelegging
De voorzitter heeft de klacht niet in behandeling genomen omdat deze, naar zijn oordeel, de Commissie geen aanleiding zal geven tot het doen van een aanbeveling. De voorzitter heeft -samengevat- overwogen dat in de uiting letterlijk in beeld wordt gebracht dat de handdoeken zo aantrekkelijk zijn, dat zij “om te stelen” zijn. Naar het oordeel van de voorzitter worden mensen door de uiting niet tot diefstal aangezet.
Het bezwaar
In deze spot wordt diefstal als een normale zaak “gezien”.
De reactie van adverteerder
Namens adverteerder is meegedeeld dat het spotje niet meer zal worden uitgezonden.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie vat de klacht op in die zin dat klager de uiting in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) die criteria stelt zij zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan.
Met inachtneming van voornoemde terughoudendheid acht de Commissie de grens van het toelaatbare in dit geval niet overschreden. Met in reclame niet ongebruikelijke en duidelijke overdrijving worden in de onderhavige uiting handdoeken van Zeeman aangeprezen. Niet wordt in ernst gesuggereerd dat het maatschappelijk aanvaardbaar is om handdoeken die men in een hotel aantreft mee naar huis te nemen. Evenmin acht de Commissie het aannemelijk dat de reclame mensen zal aanzetten tot diefstal.
Dat niet iedereen de uiting zal waarderen, leidt niet tot een ander oordeel.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie van 27 januari 2014
De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en wijst de klacht af.