a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2019/00098

Datum:

05-04-2019

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling

Product/dienst:

Uitgeven

Motivatie:

Verspreiding

Medium:

Direct marketing (niet digitaal)

De klacht

Klager heeft ondanks dat hij bij opdrachtgever had aangegeven dat hij geen geadresseerde reclame wenst te ontvangen, dit toch toegezonden gekregen. Naar klagers oordeel is de oorzaak – verkort weergegeven – dat zijn lidmaatschap was opgezegd, dit vervolgens is hersteld en in de tussenliggende periode de instelling bij adverteerder niet juist was waardoor klagers gegevens toch zijn geselecteerd voor een mailing.

 

Het verweer

Opdrachtgever laat weten dat op 31 januari 2019 reeds aan klager is bevestigd dat het toezenden van de betreffende reclame uiting berust op een fout en dat excuses zijn aangeboden. Na het opnieuw activeren van zijn lidmaatschap is zijn eerdere instelling dat hij geen reclame wenst te ontvangen niet automatisch geactiveerd waardoor hij de betreffende mailing heeft ontvangen. Afzender heeft het onderzocht, handmatig aangepast en vertrouwt er op dat klager geen wervende (e)mails meer zal ontvangen van opdrachtgever.

 

Het oordeel van de voorzitter

Niet in geschil is dat klager gebruik heeft gemaakt van het recht van verzet als bedoeld in artikel 14 Code brievenbus reclame, huissampling en direct response advertising (CBR). Op grond hiervan mocht opdrachtgever geen geadresseerde reclame aan klager zenden.

Als erkend is komen vast te staan dat opdrachtgever in januari 2019 per abuis een geadresseerde mailing heeft gezonden aan klager omdat kennelijk naar aanleiding van een misverstand tussen klager en afzender het lidmaatschap was opgezegd en dit moest worden   hersteld en daarbij het recht van verzet niet automatisch was overgenomen. Afzender heeft dit inmiddels (handmatig) hersteld en toegezegd klager geen geadresseerde reclame meer te sturen.

De voorzitter ziet gelet op het voorgaande aanleiding om gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.

 

De beslissing van de voorzitter

Opdrachtgever heeft gehandeld in strijd met artikel 14 CBR.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken