Omschrijving:Het betreft de advertentie Imgroma B.V., waarin onder het kopje: |
De klacht Blijkens een in 2006 in het “New England Journal of Medicin” gepubliceerd verslag van een vergelijkend onderzoek is er, wat betreft de pijn, geen verschil tussen de toepassing van glucosamine en een placebo. Voorts was van aanmaak van kraakbeen geen sprake. Er bestaat geen wetenschappelijk bewijs dat glucosamine de gewrichten soepel houdt en de aanmaak van kraakbeen ondersteunt. |
Het verweer De aanduiding “nieuw” ziet op de vernieuwde samenstelling van het product en op een nieuwe grotere verpakking. Klager trekt een onjuiste conclusie uit het onderzoek. In het door klager genoemde onderzoek staat dat bij zware vormen van artrose in de knie de combinatie van glucosamine en chondroïtine niet beter werkt dan een placebo. In de conclusie wordt gesuggereerd dat eerdergenoemde combinatie bij lichte en milde vormen van artrose wel een effect zou hebben. |
De repliek Klager handhaafde de klacht en lichtte deze nader toe. |
Mondelinge behandeling De heer Reijalt licht zijn standpunt nader toe.
|
Het oordeel van de Commissie (26 april 2007) Dat de uiting is goedgekeurd door de Keuringsraad KOAG/KAG maakt het oordeel van de Commissie niet anders. In de Bijzondere Reclame Code onder a van de Nederlandse Reclame Code is bepaald dat de Commissie rekening kàn houden met het oordeel van de KAG, maar daartoe bestaat geen verplichting. De Commissie heeft een zelfstandige beoordelingsbevoegdheid ten aanzien van de vraag of een reclame-uiting misleidend is. |
De beslissingOp grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. |
Regeling: artikel 7 NRC |
De grieven Deze kunnen als volgt worden samengevat. Ten onrechte heeft de Commissie de gewraakte advertentie misleidend bevonden en daartoe overwogen dat Imgroma geen wetenschappelijke bewijs heeft overgelegd betreffende de in de uiting genoemde werking van het product Roter Glucosamine. Tijdens de behandeling van de klacht bij de Commissie zijn verschillende bewijzen geleverd van het feit dat aan de stof glucosamine werkzame eigenschappen kunnen worden toegeschreven. Ook is bewijs geleverd van het feit dat in Roter Glucosamine tabletten voldoende glucosamine is verwerkt. Imgroma verwijst in dit verband met name naar de door haar overgelegde publicatie in The Lancet van 27 januari 2001. |
Het antwoord in appel De grieven zijn gemotiveerd weersproken. |
Het oordeel van het College Het College stelt voorop dat, anders dan Imgroma veronderstelt, de “Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen” eerst vanaf 1 juli 2007 van toepassing is. Het College deelt het oordeel van de Commissie dat de gewraakte advertentie misleidend is en overweegt daartoe het volgende. Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
|
De beslissing Het College bevestigt de beslissing van de Commissie. |