Omschrijving: |
De klacht Klaagster maakt bezwaar tegen de uiting omdat de SuperSmoker nicotine bevat en nicotine verslavend is en nadelige gevolgen heeft voor de hersenen en de rest van het lichaam. Naar de mening van klaagster wordt ten onrechte de indruk gewekt dat het product geen kwaad kan. Klaagster acht de uiting misleidend. |
De voorzitter van de Code Commissie De voorzitter heeft besloten gebruik te maken van zijn bevoegdheid neergelegd in artikel 12 lid 1 aanhef en onder a van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, inhoudende dat de voorzitter een klacht kan toewijzen indien degene tegen wie de klacht is gericht geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om schriftelijk verweer te voeren en de voorzitter van oordeel is dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een onderhandse aanbeveling te doen. Naar aanleiding van een reclame-uiting voor een elektronische sigaret heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij monde van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), de adverteerder bij brief van 29 januari 2008 meegedeeld dat, voorlopig uitgaande van de veronderstelling dat het om een geneesmiddel gaat waarvoor geen handelsvergunning is afgegeven, voor deze elektronische sigaret geen reclame meer mag worden gemaakt. De voorzieningenrechter te Alkmaar heeft op 8 februari 2008 (KG 08/136) geoordeeld dat geenszins valt uit te sluiten dat de bewuste elektronische sigaret moet worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van de richtlijn 2001/83/EG en in de zin van de Geneesmiddelenwet. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter van de Commissie dient ook de onderhavige sigaret te worden aangemerkt als geneesmiddel. Nu niet is gebleken dat voor dit geneesmiddel een handelsvergunning is verleend, is het op grond van artikel 84 lid 1 van de Geneesmiddelenwet verboden daarvoor reclame te maken. De voorzitter beslist als volgt: |
Het verweerAdverteerder heeft tegen de klacht geen verweer gevoerd. |
Regeling: NRC art. 2 |