De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial voor een autoverzekering van adverteerder. In de commercial zijn verschillende personen te zien die van daken van hoge gebouwen af­springen. In de commercial wordt, onder begeleiding van muziek, onder meer gezegd:

“Het afsluiten van een autoverzekering voelt vaak als een sprong in het diepe. Kijk en vergelijk op allsecur.nl. Dan weet je zeker dat je goed terecht komt.”

Aan het slot van de commercial is te zien dat de personen die naar beneden springen

op een grote berg zachte kussens terechtkomen.

De klacht

De reclame zet aan tot zelfmoord en doet denken aan de ter­ro­ristische aanslagen op de Twin Towers van 11 september 2001. Dit is schokkend om te zien en daarom nodeloos kwetsend en een bedreiging van de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid. Ook wordt zonder te rechtvaardigen redenen geappelleerd aan gevoelens van angst.

Het verweer

De boodschap van de commercial is dat het afsluiten van een nieuwe autoverzekering vaak aanvoelt als “een sprong in het diepe”, maar bij adverteerder toch veilig en voorde­lig is voor de consument. Adverteerder heeft in verband daarmee gekozen voor de meta­foor dat per­sonen vanaf hoge daken springen en vervolgens zacht landen op witte kus­sens, die symbool staan voor adverteerder. De personen die springen stralen geen pa­niek uit, maar sprin­gen onder begeleiding van vrolijke muziek op weloverwogen en sier­lijke wijze naar be­neden. De commercial heeft voor de overgrote meerderheid van de kijkers een positieve sfeer en uitstraling. De beelden van de personen die op deze wijze naar beneden springen zijn, rekening houdend met de terughoudende wijze waar­op de Commissie dergelijke kwesties beoordeelt, niet no­deloos kwetsend en even­min een be­dreiging van de gees­telijke en/of lichamelijke gezondheid. Ook appelle­ren de beelden niet aan angstgevoelens. Er is geen kans op navolging, terwijl de commercial evenmin aanzet tot zelfmoord. De beelden zijn immers duidelijk niet realistisch bedoeld.

De mondelinge behandeling

Adverteerder heeft vóór en na het uitzenden van de commercial onderzoek gedaan naar de vraag hoe personen deze waarderen. In beide onderzoeken beoordeelt de overgrote meerderheid van de ondervraagden de commercial positief. Het is inherent aan de wijze waarop de metafoor is gevisualiseerd dat deze niet door iedereen wordt gewaardeerd.

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie stelt voorop dat zij zich bij de beoor­de­ling van de vraag of een re­clame-uiting nodeloos kwet­send is, terughoudend opstelt, dit gelet op het subjectieve karakter van dit criterium.

2. In de commercial zijn personen te zien die van daken van hoge ge­bou­wen springen. Het enkele feit dat dit in beeld wordt gebracht, brengt nog niet mee dat spra­ke is van onnodig kwetsende of anderszins ontoelaat­bare beelden. Er dient immers ook te wor­den gelet op de con­text waarin deze beelden worden getoond. In dat verband is van be­lang dat de personen die van dichtbij zijn ge­filmd met kennelijk plezier en op sierlijke of speel­se wij­ze naar beneden springen, waaruit blijkt dat er geen sprake is van paniek of zelf­moord. Tijdens de commer­cial is vrolijke mu­ziek te horen en aan het einde van de com­mercial is te zien dat de per­so­nen die naar bene­den zijn gesprongen op een grote berg zachte kus­sens terechtkomen. Het zal naar het oordeel van de Commissie de televi­sie­kijker niet ontgaan dat de beelden niet realistisch zijn bedoeld, maar als boodschap heb­ben dat men zich veilig bij adver­teerder kan verzekeren. Dit blijkt ook uit het begelei­den­de commentaar, te weten dat het afsluiten van een auto­verze­kering een sprong in het diepe is, maar dat men bij adverteerder goed terechtkomt.

3. Op grond van het voorgaande kan niet wor­den geoordeeld dat de commercial node­loos kwetsend is of de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid bedreigt. Evenmin kan wor­­den gezegd dat de commercial appelleert aan angstgevoelens. Voor zover door de beel­den van springende mensen associaties mogelijk zijn met terroristische aan­slagen of zelf­moord, blijkt uit de commercial duidelijk dat zo’n situatie niet aan de orde is. De Commissie heeft er overigens wel begrip voor dat de commercial gezien deze mogelijke associatie niet door iedereen wordt gewaardeerd, maar de grenzen van het toe­laatbare zijn blij­kens het voorgaande niet overschreden. Tot slot acht de Commissie het niet aan­nemelijk dat de commercial men­sen er toe aanzet om van ge­bou­wen af te springen. De klacht wordt daarom afgewezen.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.