De bestreden reclame-uiting
Het betreft de volgende uitingen op de website www.jandeboerwol.nl:
1) Onder de link “Natuurproducten” de tekstgedeelten die betrekking hebben op
a) Kruidengeneesmiddelen in het algemeen
b) Kruidenolie
c) Ginseng
d) Aloë barbadensis
e) Krauterbalsem en ijsgel.
2) Onder de link “slaapcomfort” de informatie die betrekking heeft op “wollen dekens”.
3) Onder de link “gezondheidsartikelen” de informatie die betrekking heeft op “massage”.
De klacht
Op de bestreden website wordt geen juiste informatie verschaft over de van het gebruik van de aangeprezen producten te verwachten resultaten. Hierdoor kan de gemiddelde consument ertoe gebracht worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Klaagster acht de website daarom misleidend en oneerlijk.
Klaagster heeft met betrekking tot de verschillende onder “de bestreden reclame-uiting” genoemde onderdelen van de website de volgende bezwaren aangevoerd.
Ad 1a: kruidengeneesmiddelen.
Met de tekst “Veel van de huidige geneesmiddelen hebben ongewenste bijwerkingen en sommige zijn zelfs verslavend. Waarom niet terug naar de natuur?” wordt gesuggereerd dat natuurlijke (plantaardige) middelen beter en veiliger zijn dan reguliere geneesmiddelen. Deze suggestie is onjuist en misleidend, omdat ook kruidengeneesmiddelen bijwerkingen kunnen hebben.
Ad 1b: kruidenolie.
Er wordt niet vermeld welke olie en welke (“kostbare”) kruiden worden gebruikt. Daardoor kan niet beoordeeld worden of de kruidenolie de geclaimde medische werking heeft, zoals “voorkoming van verkoudheid”, “voorkoming van parodontose en blaartjes in de mond”, “spierontspannend en pijnstillend bij krampen en spierpijn” en “helpt bij eczeem”.
Het gebrek aan gegevens maakt de uiting misleidend.
Ad 1c: ginseng.
Niet duidelijk is op welke ginsengsoort de uiting betrekking heeft. Uit de verwijzing naar Korea kan worden afgeleid dat het panax ginseng betreft. Uit de door klaagster overgelegde monografie van de Natural Medicines Comprehensive Database over panax ginseng blijkt dat dit middel bij geen enkele aandoening werkzaam of waarschijnlijk werkzaam is. Over een gunstige werking van ginseng voor hart en bloedsomloop of van ginsengcrème bij eczeem en andere huidaandoeningen wordt niets gezegd. De tekst van deze uiting is onjuist en daarom misleidend.
Ad 1d: aloë barbadensis.
In de eerste plaats wordt opgemerkt dat Cleopatra niet 6000 jaar maar ongeveer 2000 jaar geleden leefde. Voorts verwijst klaagster naar de overgelegde monografie over aloë barbadensis, waaruit weliswaar blijkt dat (uitwendige) toepassing van de crème veilig is, maar op grond waarvan niet met zekerheid kan worden gezegd dat de crème goed is bij “verbranding (na zonnebad) en kloven en scheurtjes in de huid”.
Ad 1e: Krauterbalsem en ijsgel.
Bij beide producten worden geen gegevens over de samenstelling vermeld, waardoor niet kan worden beoordeeld of de vermelde medische claims juist zijn. Krauterbalsem zou werkzaam zijn bij “krampen, spierpijnen, verstuikingen, eksterogen en brandende voeten”. Van de ijsgel wordt gezegd: “werkt verkoelend, pijnstillend” en “is ideaal bij de behandeling van sportblessures en ‘rusteloze benen’”.
Ad 2: wollen dekens.
In het tekstgedeelte “De huid is een belangrijk orgaan (ademhaling, nierfunctie, zweten, bloedsomloop); zeker voor de zuurstofopname. Wol is een holle vezel, waardoor er
’s nachts voldoende zuurstof doorheen kan. Zo kan de huidademhaling er optimaal gebruik van maken. Zuurstof is ook ’s nachts erg belangrijk, omdat dit nodig is voor de verbranding, (…)” wordt de functie van de huid onjuist weergegeven. Mogelijk wordt gedoeld op de vochtregulerende werking, maar dit is niet duidelijk.
Voorts ontbreekt bij de prijsvermelding van de wollen dekens het gebruikte gewicht per vierkante meter, waardoor de (hoge) prijzen van adverteerder niet kunnen worden vergeleken met de prijzen van wollen dekens van andere merken. De informatie is onvolledig en daardoor misleidend.
Ad 3: massage.
Niet is bewezen dat de aangeboden trilmatrassen de doorbloeding verbeteren, pijn en stofwisselingsstoornissen verminderen en de afvoer van giftige stoffen bevorderen, zoals in de uiting wordt geclaimd. Het afgebeelde massagekussen voor de voeten wordt ten onrechte aangeduid als geschikt voor “acupressuurvoetmassage”. Bedoeld is een variant van reflexologie. Overigens is zowel acupressuur als reflexologie bewezen onwerkzaam.
De uiting is onjuist en daardoor misleidend.
De reactie van de Keuringsraad KOAG/KAG
De Keuringsraad heeft laten weten dat de bestreden reclame-uiting, voor zover het de kruidengeneesmiddelen betreft, onder de competentie van de Keuringsraad valt, maar niet ter preventieve toetsing aan de Keuringsraad is voorgelegd en derhalve niet van een toelatingsnummer is voorzien. Zou de uiting wel ter beoordeling zijn voorgelegd, dan zou deze niet van een toelatingsnummer zijn voorzien, aangezien gebruik wordt gemaakt van medische claims en er dus sprake is van strijdigheid met artikel 10 van de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten (CAG). In de uiting worden aan de producten geneeskundige eigenschappen toegedicht, wat tevens in strijd is met artikel 6 CAG en artikel 84 van de Geneesmiddelenwet.
Voor zover de uiting betrekking heeft op wollen dekens en massage, valt deze niet onder de competentie van de Keuringsraad.
Het verweer
Adverteerder heeft verweer gevoerd. Voor zover nodig voor de beslissing wordt hierop in het oordeel van de Commissie teruggekomen.
Het oordeel van de Commissie
Ad 1a: kruidengeneesmiddelen.
De Commissie acht het tekstgedeelte “Veel van de huidige geneesmiddelen hebben ongewenste bijwerkingen en sommige zijn zelfs verslavend. Waarom niet terug naar de natuur?” niet onjuist en/of misleidend. Het is een feit van algemene bekendheid dat reguliere geneesmiddelen ongewenste bijwerkingen, waaronder een verslavende werking, kunnen hebben. Anders dan klaagster is de Commissie van oordeel, dat in deze tekst niet de suggestie ligt besloten dat kruidengeneesmiddelen geen bijwerkingen kunnen hebben en daarom beter zouden zijn dan reguliere geneesmiddelen.
Dit onderdeel van de klacht wordt afgewezen.
Bij de beoordeling van de overige onderdelen van de klacht wordt vooropgesteld dat de adverteerder, indien de werking van een aangeprezen product wordt bestreden, op grond van artikel 15 NRC de juistheid en eerlijkheid van de aanprijzing aannemelijk moet maken.
Ad 1b: kruidenolie.
Blijkens de uiting kan de aangeprezen kruidenolie worden gebruikt ter voorkoming van verkoudheid, ter voorkoming van parodontose en blaartjes in de mond, als pijnstillend middel bij krampen en spierpijn en als hulpmiddel bij eczeem. Aldus wordt de kruidenolie op zodanige wijze aanbevolen, dat het product dient te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Op grond van artikel 84 van de Geneesmiddelenwet is het verboden om reclame te maken voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Niet in geschil is dat ten aanzien van de onderhavige kruidenolie een dergelijke vergunning ontbreekt. Om deze reden is de uiting in strijd met artikel 2 NRC.
Tegenover klaagsters stelling dat gegevens over de samenstelling van de kruidenolie ontbreken, waardoor (ook) niet kan worden beoordeeld of de olie de in de uiting geclaimde werking heeft, heeft adverteerder aangevoerd dat de ingrediënten op de verpakking van de kruidenolie worden vermeld en op aanvraag zijn te verkrijgen. Naar het oordeel van de Commissie neemt dit niet weg, dat de uiting door het ontbreken van gegevens over de werkzame onderdelen van de kruidenolie onvoldoende duidelijk is ten aanzien van de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is door adverteerder niet aannemelijk gemaakt dat de kruidenolie de in de uiting daaraan toegeschreven heilzame werking heeft. Dit impliceert dat de uiting tevens geacht wordt onjuiste informatie te bevatten over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Ad 1c: ginseng.
Vast is komen te staan dat het door adverteerder aangeboden ginsengproduct een panax crème betreft, waarvan in de uiting onder meer wordt gezegd dat deze “bijzonder goed (is) bij eczeem en huidaandoeningen zoals wintertenen”. Door deze wijze van aanbevelen dient het product te worden aangemerkt als een geneesmiddel in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Onder verwijzing naar hetgeen onder “ad 1b” is overwogen, acht de Commissie deze wijze van reclame maken in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC.
Ter onderbouwing van de door klaagster aangevochten werking die in de uiting aan deginseng(crème) wordt toegeschreven, heeft adverteerder verwezen naar de verpakking van de crème, naar tevreden reacties van een gebruiker op internet en van klanten van adverteerder en naar door gezondheidsdiensten uit USA en Canada gebruikte “andere richtlijnen en maatstaven”. Naar het oordeel van de Commissie heeft adverteerder hiermee, tegenover de gemotiveerde betwisting door klaagster dat ginsengcrème een gunstige werking heeft bij eczeem en andere huidaandoeningen, onvoldoende aangetoond dat deze werking wel aanwezig is. Dit betekent dat de uiting geacht wordt onjuiste informatie te bevatten over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Omdat in de uiting ten aanzien van het aangeprezen product niet wordt vermeld welke ginsengsoort het betreft, is de uiting tevens onduidelijk ten aanzien van de samenstelling van het product in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Ad 1d: aloë barbadensis.
Erkend is dat de zinsnede “Meer dan 6000 jaar geleden gebruikte Cleopatra het sap van deze plant (…)” onjuist is, nu Cleopatra ongeveer 2000 jaar geleden leefde. Deze onjuistheid, door adverteerder aangemerkt als een typefout, is naar het oordeel van de Commissie echter niet van zodanig belang, dat de beslissing van de gemiddelde consument over aanschaf van het product aloë barbadensis daardoor wordt beïnvloed. De Commissie acht daarom de uiting op dit punt niet misleidend.
Klaagster heeft, onder verwijzing naar de overgelegde monografie over aloë barbadensis, aangevoerd dat niet met zekerheid kan worden gezegd dat de aangeprezen crème goed is bij “verbranding (na zonnebad) en kloven en scheurtjes in de huid”. Adverteerder heeft in reactie hierop een artikel overgelegd van Ir. F. van de Reep over het gebruik van Aloë Vera in de natuurgeneeskundige praktijk, waarin onder meer staat: “Het bevordert de genezing van wonden” en “De gecombineerde werking van glucomannaan en plantaardige hormonen maken Aloë tot een uiterst waardevolle “Eerste Hulp Plant”, die kan worden gebruikt bij alle mogelijke soorten verwondingen inclusief brandwonden.”
De Commissie heeft geconstateerd, dat bovengenoemde bijdrage van Ir. Van de Reep is vermeld op de website van het (commerciële) bedrijf in kruidenproducten Natura Sanat B.V. De Cruydhof. Deze informatie kan naar het oordeel van de Commissie niet worden beschouwd als een voldoende onafhankelijke en gezaghebbende onderbouwing van de in de uiting geclaimde werking van het aangeprezen product aloë barbadensis.
De Commissie komt dan ook tot de conclusie dat adverteerder de juistheid van de bestreden beweringen niet aannemelijk heeft gemaakt. Blijkens het voorgaande is ook ten aanzien van deze uiting niet aannemelijk dat deze juiste informatie verschaft over de van het gebruik van het product te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Ad 1e: Krauterbalsem en ijsgel.
Van het aangeprezen product Krauterbalsem wordt in de uiting onder meer gezegd dat het een gel met geneeskrachtige kruiden is die goed werkt “bij krampen, spierpijnen, verstuikingen, (…)”. Van de ijsgel wordt onder meer gezegd: “werkt pijnstillend” en “is ideaal bij de behandeling van sportblessures en klachten zoals ‘rusteloze benen’”.
Door deze wijze van aanbevelen dienen beide producten te worden aangemerkt als geneesmiddelen in de zin van artikel 1 onder b van de Geneesmiddelenwet. Onder verwijzing naar hetgeen onder “ad 1b” is overwogen, acht de Commissie deze wijze van reclame maken in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC.
Tegenover klaagsters bezwaar dat bij beide producten geen gegevens over de samenstelling worden vermeld, waardoor niet kan worden beoordeeld of de vermelde medische claims juist zijn, heeft adverteerder (slechts) gesteld dat de producten met regelmaat door fysiotherapeuten worden besteld en gebruikt en dat ook de fabrikant de genoemde eigenschappen van de producten vermeldt.
Gelet hierop acht de Commissie de uiting onvoldoende duidelijk ten aanzien van de samenstelling van de producten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is door adverteerder niet aannemelijk gemaakt dat de Krauterbalsem en de ijsgel de in de uiting daaraan toegeschreven heilzame werking hebben. Dit impliceert dat de uiting tevens geacht wordt onjuiste informatie te bevatten over de van de producten te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Ad 1b t/m 1e.
Omdat de Commissie, gelet op het vorenstaande, voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de onder 1b t/m 1e genoemde uitingen ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Ad 2: wollen dekens.
Ter onderbouwing van de juistheid van de tekst over het voordeel van wol voor de ‘huidademhaling’ heeft adverteerder in de eerste plaats verwezen naar het stuk “Hästens werkt samen met Alan Waller, de belangrijkste wolexpert van Zweden” (dat is opgenomen, zo is de Commissie gebleken, op de website www.hastens.coml). Naar het oordeel van de Commissie wordt in dit stuk toegelicht dat wol werkt “als een klimaatbeheersings-systeem door warmte te leveren als het koud is en ons verkoeling te schenken wanneer het warm is”. Over het belang van wollen dekens voor de ‘huidademhaling’, zoals in de uiting gesteld, wordt niet gesproken. Het tweede stuk waarnaar door adverteerder in dit verband is verwezen, betreft een “Abstract, vertaald uit Byulleten “Eksperimental” noi Biologii i Meditsiny” van januari 1965. Gelet op de (slechte) kwaliteit van de vertaling en de datum van publicatie, die niet als recent beschouwd kan worden, kan dit stuk naar het oordeel van de Commissie niet als onderbouwing van de juistheid van de bestreden tekst gelden.
Gelet op het vorenstaande wordt het ervoor gehouden dat in de uiting onjuiste informatie wordt verstrekt als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Omdat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
Adverteerder heeft naar het oordeel van de Commissie voldoende aannemelijk gemaakt dat de door adverteerder aangeboden wollen dekens onder andere met betrekking tot het al dan niet verven en/of chemisch behandelen van de wol verschillen van de door klaagster genoemde dekens van andere merken, en mede daardoor in prijs kunnen afwijken. Klaagsters bezwaar dat sprake is van een onvolledige en daardoor misleidende prijsvermelding wordt daarom afgewezen.
Ad 3: massage.
Ter onderbouwing van de door klaagster bestreden werking van de aangeboden trilmatrassen heeft adverteerder verwezen naar de overgelegde gebruiksaanwijzing die is geschreven door Dr. Med. Welte. Een gebruiksaanwijzing kan echter naar het oordeel van de Commissie niet worden aangemerkt als een algemeen erkende en gezaghebbende onderbouwing van de in de uiting geclaimde werking van de trilmatrassen.
Het vorenstaande betekent, dat de uiting geacht wordt onjuiste informatie te bevatten over de van de producten te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC.
Omdat de Commissie voorts van oordeel is dat de gemiddelde consument door de uiting ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
De Commissie acht de onder 1b, 1c en 1e genoemde uitingen op de bestreden website in strijd met artikel 2 NRC en de onder 1b t/m 1e, 2 en 3 genoemde uitingen in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.